Maasziekenhuis Pantein Gang
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Keizersnede
Patiëntenfolder

Keizersnede

U bent zwanger en de kans bestaat dat uw kind met een keizersnede wordt geboren. Of misschien weet u zeker dat u met een keizersnede zult bevallen. In deze folder leest u wat u kunt verwachten bij een keizersnede.

Wat is een keizersnede?

De medische term voor een keizersnede is een sectio caesarea. Een keizersnede is een operatie waarbij het kind ter wereld komt door een opening die in de onderbuik van de moeder en in de baarmoeder wordt gemaakt. De operatie duurt ongeveer 30 tot 45 minuten. De baby wordt ongeveer vijf minuten na het begin van de operatie geboren. Daarna maakt de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand met hechtingen dicht.

Redenen voor een keizersnede

De gynaecoloog adviseert een keizersnede alleen als een bevalling via de vagina niet mogelijk is of te grote risico’s met zich meebrengt voor u, uw kind of voor u beiden.

Een geplande keizersnede

Soms is al vóór de zwangerschap duidelijk dat een keizersnede nodig zal zijn. Bijvoorbeeld als u al tweemaal eerder een keizersnede heeft gehad. In andere gevallen blijkt tijdens de zwangerschap dat een keizersnede nodig is. Bijvoorbeeld bij een afwijkende ligging van het kind, zoals een stuitligging, als de placenta (moederkoek) voor de baarmoedermond ligt, als een vleesboom verhindert dat het kind kan indalen of als er complicaties zijn zoals een placenta die onvoldoende functioneert. In deze gevallen spreekt men van een geplande of primaire keizersnede.

Een keizersnede tijdens de bevalling

Vaak wordt pas tijdens de bevalling duidelijk dat een keizersnede nodig is. Dit noemt men een secundaire keizersnede. De meest voorkomende redenen daarvoor zijn:

  • Dat de ontsluiting niet vordert, ondanks dat u wel goede weeën heeft.
  • Als het persen niet voldoende vordert.
  • Als er twijfel is over de conditie van uw kind.

Huid-op-huid-sectio

Maasziekenhuis Pantein biedt een keizersnede als een ‘huid-op-huid-sectio’ aan. We streven naar zo veel mogelijk huid-op-huidcontact. De moeder en de partner kunnen hun baby geboren zien worden, doordat het operatiedoek omlaag gedaan kan worden zodra het hoofdje of de billen uit de buik komen. De kinderarts is bij de operatie aanwezig en bepaalt meteen na de geboorte of de baby in goede conditie is en direct naar de moeder mag.

Als de conditie van de baby goed is, wordt de baby door de verpleegkundige bloot op de borst van de moeder gelegd, met een deken over het kindje heen om afkoeling tegen te gaan. Direct huid-op-huid-contact heeft veel voordelen: de hechting tussen moeder en kind verloopt beter; de borstvoeding komt sneller op gang; de moeder heeft minder pijnklachten; de baby is rustiger, heeft een stabielere hartslag, ademhaling en temperatuur en hogere bloedsuikerwaardes.

Bij bepaalde spoedkeizersnedes is het niet mogelijk om deze vorm van huid-op-huid-sectio te hanteren. Mocht het na de operatie door omstandigheden niet mogelijk zijn dat de baby bij de moeder blijft, dan stimuleren we later alsnog huid-op-huidcontact tussen de baby en uw partner.

De voorbereiding op een keizersnede

Zoals bij elke operatie, vindt bij een geplande keizersnede vooraf onderzoek plaats naar uw gezondheidstoestand. Uw bloed wordt onderzocht en de anesthesioloog bespreekt de verdoving met u. Meestal krijgt u een ruggenprik. Bij een geplande keizersnede moet u nuchter zijn: dat betekent dat u tenminste zes uur voor de operatie niets meer mag eten of drinken.

Op de dag van de operatie wordt u opgenomen op de verpleegafdeling. De verpleegkundige zal u verder voorbereiden op de keizersnede en een infuus aanbrengen. Op de afdeling krijgt u een operatiejas aan. Kort voor de operatie wordt u naar de operatieafdeling gebracht. U mag dan geen sieraden, haarspelden, piercing of make-up dragen. Contactlenzen of een kunstgebit moet u uitdoen. Voor de operatie moet uw blaas leeg zijn. Op de operatiekamer krijgt u een blaaskatheter, zodat de urine kan wegstromen in een zak. Voor de start van de operatie krijgt u uit voorzorg een antibioticum toegediend.

De soort verdoving

Bij een keizersnede zijn twee soorten verdovingen mogelijk: een ruggenprik of narcose. Als u een geplande keizersnede krijgt, heeft u tijdens de voorbereiding op de keizersnede een afspraak op de polikliniek Anesthesie. U krijgt dan uitgebreide informatie over de verschillenden soorten pijnstilling.

In principe krijgt u een ruggenprik als verdoving. Als dit niet mogelijk is, krijgt u een algehele narcose.

Als tijdens de bevalling blijkt dat een keizersnede nodig is, krijgt u in principe ook een ruggenprik als verdoving. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt er gekozen voor een algehele narcose.

Een ruggenprik

De ruggenprik is een plaatselijke (ofwel spinale) verdoving, waarbij uw hele onderlichaam en uw benen gevoelloos worden gemaakt. Dit is de meest voorkomende vorm van verdoving bij een keizersnede.

Op de afdeling krijgt u al een infuus in uw arm om antibiotica toe te kunnen dienen. De anesthesioloog spuit een verdovende vloeistof tussen twee ruggenwervels. U maakt de geboorte van uw kind bewust mee en al tijdens de operatie kunt u uw kind zien, horen en aanraken, als de toestand van het kind dit toelaat.

U heeft tijdens de operatie geen pijn. U kunt wel voelen dat er getrokken wordt of op de buik wordt geduwd. Een enkele keer reikt de verdoving iets hoger dan alleen uw onderlichaam. Het lijkt dan alsof ademhalen moeilijk gaat. Veel vrouwen ervaren dit is als een vervelend gevoel, maar kan geen kwaad.

Narcose

Een narcose is een algehele verdoving, waarbij u slaapt tijdens de keizersnede. De narcose wordt zo toegediend dat het kind zo weinig mogelijk medicijnen (zoals slaapmiddelen en pijnstillers) binnenkrijgt via de navelstreng. De medicijnen voor de narcose worden via een infuus ingespoten. U krijgt van tevoren wat zuurstof via een kapje of door een slangetje in uw neus. Terwijl u slaapt, krijgt u een buisje in uw luchtpijp voor de beademing. U voelt geen pijn en wordt wakker als de operatie klaar is en de baby en de placenta geboren zijn. Deze vorm van verdoving wordt zelden gegeven.

De operatie

De gynaecoloog maakt bijna altijd een ‘bikinisnede’, een horizontale (dwars)snede van 10 tot 15 cm vlak boven het schaambeen. Bij uitzondering wordt soms een snede van de navel naar beneden gemaakt. De gynaecoloog snijdt de verschillende lagen van de buikwand door en schuift ze opzij. De blaas, die voor een deel over de baarmoeder heen ligt, wordt losgemaakt van de baarmoeder en naar beneden geschoven. Daarna tilt de gynaecoloog de baby via een snede in de baarmoeder naar buiten. Dit is het geboortetijdstip. Om uw baby geboren te laten worden, is het nodig dat erop uw buik gedrukt wordt.

Als uw kind geboren is, wordt de navelstreng doorgeknipt. Na het doorknippen van de navelstreng krijgt u via een infuus vooraf een medicijn om uw baarmoeder te laten samentrekken. Als de placenta geboren is, hecht de gynaecoloog de baarmoeder en de verschillende lagen van de buikwand.

Aanwezigheid partner/aanstaande vader

Voor aanstaande vaders is het meestal mogelijk om bij de keizersnede aanwezig te zijn. Slechts een enkele keer, bijvoorbeeld bij een keizersnede onder narcose, is het niet mogelijk dat de aanstaande vader aanwezig is.

Op de operatieafdeling gelden specifieke regels, onder andere om infecties te voorkomen en om in onverwachte omstandigheden snel en juist te kunnen handelen.

Daarom moet u zich (als partner) aan de volgende afspraken houden:

  • Een verpleegkundige begeleidt u, vertelt u wat u moet doen en waar u plaats mag nemen.
  • Voordat u naar de operatiekamer gaat, trekt u beschermende kleding aan.
  • Het is toegestaan om foto’s te laten maken tijdens de keizersnede. Zorgt u er hierbij voor dat de ziekenhuismedewerkers niet in beeld komen. Filmen is niet toegestaan.
  • Als de gynaecoloog, anesthesioloog of kinderarts u verzoekt de ruimte te verlaten, dan geeft u hier direct gehoor aan en wacht u op de gang. Ga niet over de afdeling dwalen.
  • Voelt u zich niet goed, meld dit dan direct aan de verpleegkundige.

Uw kind

Afhankelijk van de reden voor de keizersnede, de zwangerschapsduur en de toestand van uw kindje, blijft uw kind op uw borst liggen gedurende de verdere operatie. De kinderarts onderzoekt uw kind direct na de geboorte. Het vruchtwater wordt uit de mondholte geveegd en zonodig krijgt uw kind wat extra zuurstof.

Als uw toestand (en de toestand van de baby) het toelaat, gaat u spoedig na het beëindigen van de operatie eerst naar de verkoeverkamer en vervolgens naar de afdeling, waar de baby bij u blijft.

Na de operatie

Kort na een keizersnede hebt u pijn aan de wond en soms pijnlijke naweeën. Hiervoor krijgt u pijnstillers. Bij een ruggenprik hebt u de eerste uren na de operatie nog geen controle over uw benen en blaas. Geleidelijk krijgt u het gevoel weer in uw benen terug. Urine wordt via een blaaskatheter opgevangen in een katheterzak. Meestal worden de katheter en het infuus dezelfde dag nog verwijderd. Na een keizersnede worden de bloeddruk, de polsslag, de baarmoederstand, het bloedverlies en de hoeveelheid urine regelmatig gecontroleerd.

Uw partner mag gedurende uw verblijf in het ziekenhuis bij u in de kraamsuite blijven logeren. Meer informatie hierover kunt u vinden in de folder ‘Bezoekersinformatie’.

Om trombose te voorkomen, krijgt u gedurende 2 dagen, eenmaal per dag, een injectie met een bloedverdunnend middel (Fragmin) in de huid van uw buik. Als u veel bloed verloren heeft (500 cc of meer), wordt de dag na de operatie bloed afgenomen om na te gaan of u bloedarmoede heeft.

Nadat u weer ontlasting hebt gehad, bespreekt de arts met u of het gebruik van ijzertabletten nodig is. Dit kan nodig zijn als u veel bloed heeft verloren.

Wanneer het bloed goed is, wordt het infuus verwijderd. Na één of twee dagen beginnen de darmen weer te werken. Uw buik kan dan wat opgezet zijn. Na de operatie begint u met het drinken van slokjes water en thee. Als dit goed gaat, mag u uitbreiden naar normale voeding. Bij het hechten van de huid wordt doorgaans materiaal gebruikt dat uit zichzelf oplost en niet hoeft worden weggehaald.

Borstvoeding

Na een keizersnede kunt u borstvoeding geven. Het maakt niet uit of de keizersnede was gepland en ook de wijze van verdoving (ruggenprik of narcose) maakt geen verschil. Wel speelt de conditie van uw kind een rol. Als uw kind in de couveuse ligt, kunt u afkolven. De melk wordt dan met een cupje, flesje of door middel van fingerfeeding gegeven.

Als u borstvoeding gaat geven, kunt u gebruik maken van de eerste zuigreflex bij uw kindje vlak na de geboorte. Zo komt de melk-aanmaak vlot op gang en kan het kind profiteren van de eerste voeding, het colostrum. De eerste dag is liggend voeden vaak het prettigst. De verpleegkundige helpt u hierbij.

Geboortefotografie

Steeds meer ouders hebben de wens om een fotoreportage te laten maken van de geboorte van hun kind, zodat ze de emoties en sfeer aan de hand van foto’s in alle rust kunnen herbeleven. In het Maasziekenhuis is het mogelijk om een geboortefotograaf foto’s te laten maken in de operatiekamer als uw kind met een keizersnede geboren gaat worden. Omdat er strenge regels gelden in de operatiekamer hebben wij met een aantal geboortefotografen hierover afspraken gemaakt. Meer informatie over geboortefotografie

Weer naar huis

Meestal mag u 48 uur na de keizersnede naar huis. Verlaat u het ziekenhuis binnen acht dagen na de geboorte van uw kindje, dan heeft u ook thuis nog recht op kraamzorg. Vier tot zes weken na de bevalling heeft u een controle bij de verloskundige of gynaecoloog. Deze afspraak vindt plaats in het ziekenhuis of telefonisch. Als uw baby langer in het ziekenhuis moet blijven, kunt u bij uw baby overnachten (rooming in), waarbij u gebruik maakt van uw eigen kraamzorg (zie folder ‘Verplaatste kraamzorg’).

Tips en adviezen na een keizersnede

Eenmaal thuis voelt u zich niet meteen weer helemaal de oude. U moet geleidelijk verder herstellen. U bent niet alleen (opnieuw) moeder geworden, maar u moet ook genezen van een operatie. Dat kan vragen bij u oproepen, zoals: Wat mag ik allemaal doen als ik thuis ben? Hoe lang duurt het voordat ik lichamelijk hersteld ben?

De volgende tips en adviezen zijn een richtlijn voor de eerste weken dat u weer thuis bent. Het is belangrijk dat u goed naar uw lichaam luistert. Uw lichaam geeft aan wat u kunt en wanneer u teveel heeft gedaan.

Vermoeidheid

Een veel gehoorde klacht na de keizersnede is vermoeidheid. U kunt daar het beste aan toegeven: probeer zoveel mogelijk rust te nemen. Aanvaard ook de hulp die familie en kennissen u aanbieden. Een kraamverzorgster kan ook uw vragen beantwoorden, huishoudelijke taken overnemen en uw partner ondersteunen.

Bloedverlies

Zolang u vloeit, mag u geen tampons gebruiken of in bad gaan. Dit is om infecties te voorkomen. Dit kan 6 weken duren.

Wondverzorging

Mocht er nog wat vocht of een beetje bloed uit de wond naar buiten komen, dan kunt u de wond met de douche schoonspoelen, voorzichtig drogen en er een droog gaas overheen doen om uw kleding te beschermen.

Aan de zijkant van het litteken hebt u de eerste tijd soms een trekkend of stekend gevoel van de inwendige hechtingen. Dit kan echter geen kwaad.

Omdat bij een bikinisnede zenuwen in de buikhuid zijn doorgesneden, houdt u vrij lang een doof gevoel rond het litteken. Boven dit gebied met een doof gevoel, is er vaak halverwege de navel een gebied dat extra gevoelig is. Vaak is het gevoel in de buikwand pas na 6 tot 12 maanden weer normaal.

Werkzaamheden en activiteiten

  • Licht huishoudelijk werk is mogelijk, dat wil zeggen afstoffen en eten koken. De zwaardere huishoudelijke taken, zoals stofzuigen, badkamer poetsen, dweilen en zware boodschappentassen dragen, kunt u na 6 weken hervatten.
  • Werkzaamheden waarbij u langere tijd achter elkaar staat, zoals strijken, mag u na ongeveer 4 weken weer doen.
  • Met de buikspieroefeningen mag u 6 weken na de keizersnede weer beginnen. De verschillende lagen van de buikwand zijn dan goed genezen. Postnatale gym mag u na 3 weken gaan doen.
  • Zwemmen en autorijden mag weer na 3 weken.
  • Fietsen mag na 4 weken.
  • Sporten mag u na 6 weken.

Geslachtsgemeenschap en anticonceptie

Met gemeenschap kunt u het beste wachten tot 4 weken na de keizersnede. Ook moet de bloederige afscheiding gestopt zijn. Voor veel vrouwen duurt het langer voordat ze weer zin hebben in seksueel contact. Het gebruik van voorbehoedsmiddelen (anticonceptie) is niet anders dan na een ‘normale’ bevalling. Wel is het van belang dat u de eerste 6 maanden na een keizersnede nog niet opnieuw zwanger raakt. De wond in de baarmoeder moet eerst goed genezen.

Nacontrole

Een nacontrole volgt 4 tot 6 weken na de keizersnede. Onderwerpen die in het gesprek aan bod kunnen komen, zijn borstvoeding, anticonceptie en advies over een eventuele volgende zwangerschap en bevalling.

Complicaties

Iedere operatie brengt risico’s met zich mee, ook een keizersnede. Ernstige complicaties zijn gelukkig zeldzaam, zeker als u gezond bent. Hieronder worden de meest voorkomende complicaties benoemd

Bloedarmoede

Bij elke keizersnede is er bloedverlies. Als u veel bloed verliest, ontstaat bloedarmoede. Soms is na afloop een bloedtransfusie noodzakelijk. Regelmatig wordt het gebruik van ijzertabletten geadviseerd. Bij een voorliggende moederkoek (placenta praevia) is de kans op fors bloedverlies en een bloedtransfusie groot.

Blaasontsteking

Een enkele keer komt na een keizersnede een blaasontsteking voor. Bij twijfel wordt de urine in het ziekenhuis gecontroleerd. Als dat nodig is, krijgt u een antibioticum.

Nabloeding in de buik

Een nabloeding is een zeldzame complicatie van een keizersnede. Bij een erg hoge bloeddruk, waarbij het bloed minder goed stolt, komt een nabloeding vaker voor. Een enkele keer is een tweede operatie noodzakelijk.

Bloeduitstorting in de wond

Een onderhuidse bloeduitstorting in de wond ontstaat doordat een bloedvaatje in het vet onder de huid blijft nabloeden. De kans hierop is groter als de bloedstolling bij een keizersnede afwijkend is, bijvoorbeeld bij weinig bloedplaatjes als gevolg van een ernstig verhoogde bloeddruk.

Infectie

Een infectie van de wond komt een enkele keer voor. Bij een keizersnede na een langdurige bevalling is de kans op een infectie wat hoger. Om infecties te voorkomen, krijgt u vaak tijdens de operatie een antibioticum toegediend.

Trombose

Bij elke operatie en na elke bevalling is er een verhoogd risico op een trombose. Om dit te voorkomen krijgt u bloedverdunnende middelen zolang u nog niet zoveel uit bed bent.

Een beschadiging van de blaas

Een beschadiging van de blaas is een zeldzame complicatie. De kans hierop is wat groter als u al meerdere malen een keizersnede heeft ondergaan. Er kunnen dan verklevingen rond de blaas zijn. Het is goed mogelijk een blaasbeschadiging te hechten. Wel hebt u vaak langer een katheter nodig.

Darmen die niet goed op gang komen

Na een keizersnede moeten de darmen weer op gang komen. In zeldzame gevallen gebeurt dit niet of te traag. Er verzamelt zich dan vocht in de maag en darmen, wat leidt tot misselijkheid en braken. Een maagsonde kan dan nodig zijn om dit vocht af te voeren. Pas daarna komen de darmen op gang. Deze complicaties komen gelukkig weinig voor.

Bij de volgende bevalling weer een keizersnede?

Het advies is om minimaal een half jaar en nog liever een jaar te wachten voordat u weer zwanger probeert te worden.

Of bij een volgende bevalling weer een keizersnede nodig is, hangt af van de reden van deze keizersnede. Bespreek daarom bij de nacontrole hoe groot de kans is dat u een volgende keer een ‘normale’ bevalling tegemoet kunt zien. Vaak is bij een volgend kind geen keizersnede nodig. Wel heeft u dan altijd een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen.

Emotionele beleving van de keizersnede

De beleving van een keizersnede wisselt sterk. Sommige vrouwen hebben er emotionele problemen mee. Ze zijn teleurgesteld dat de bevalling niet langs de normale weg heeft plaats gevonden. Bij een keizersnede onder narcose maken vrouwen de geboorte van hun kind niet bewust mee, waardoor ze soms moeite hebben om aan hun kind te wennen.

Voor de partner is een keizersnede soms ook moeilijk te verwerken. Soms voelt de partner zich nutteloos omdat het lijkt of hij/zij nauwelijks iets voor u heeft kunnen doen. Ook de angst dat er iets mis kan gaan met u of de baby kan meespelen. Als dergelijke gevoelens spelen, probeer ze dan met elkaar te bespreken.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

In de volgende gevallen neemt u contact op met de kraamafdeling van het Maasziekenhuis:

  • koorts;
  • sterk ruikende of abnormale afscheiding;
  • extreme pijn;
  • meer bloedverlies dan u normaal gesproken tijdens een menstruatie heeft.

Als zich thuis bovenstaande problemen voordoen, neemt u dan contact op met de polikliniek Gynaecologie via telefoonnummer 0845-84 55 60. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de kraamafdeling (verpleegafdeling B4) via telefoonnummer 0485-84 55 70.

Nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan gerust aan uw gynaecoloog, verloskundige of huisarts. Ook kunt u altijd contact opnemen met kraamafdeling (verpleegafdeling B4) van Maasziekenhuis Pantein op telefoonnummer 0485-84 55 70.

 

Deze folder is gerealiseerd in samenwerking met de VSV partijen van Geboortezorg Boxmeer.