Stilgeboren

Wij hebben deze folder voor u samengesteld om u te informeren en te helpen bij het maken van beslissingen in de eerste periode na het verlies van uw kindje. Het is een aanvulling op de gesprekken die met u worden gehouden. Denk goed na over uw eigen wensen en geef deze aan. Er is namelijk veel mogelijk.

Met vragen kunt u ons 24 uur per dag telefonisch bereiken:

• Verloskundige B4: 0485-84 62 01
• Verpleegafdeling B4: 0485-84 55 70

Het team van afdeling B4 wenst u en de mensen om u heen veel sterkte toe in deze moeilijke tijd.

Medewerkers afdeling B4
Maasziekenhuis Pantein

Hoe gaat het nu verder?

Als er geen medische reden bestaat voor een directe ziekenhuisopname, kunt u wachten tot de bevalling spontaan op gang komt, dit gebeurt in overleg met uw gynaecoloog. Hoe lang dit duurt, is meestal moeilijk te voorspellen.

Een andere mogelijkheid is het op gang brengen (inleiden) van de bevalling. Voordat dit gebeurt, krijgt u mogelijk het advies nog enige tijd naar huis te gaan. Hiervoor wordt bewust gekozen, omdat uit de praktijk blijkt dat die tijd nodig is voor een beter rouwproces. Zelf kunt u het gevoel hebben dat u alles zo snel mogelijk achter de rug wilt hebben, maar ervaring leert dat het beter is om eerst de schok van het nieuws zo goed mogelijk te verwerken in uw eigen omgeving.

De vragen die in deze dagen bij u en uw partner opkomen, kunt u achter in deze folder opschrijven, zodat u deze in het ziekenhuis kunt bespreken.

Als de gynaecoloog samen met u besluit om een spontane bevalling niet af te wachten, wordt er een afspraak gemaakt om de bevalling in te leiden.

U wordt verwacht op: ………………………………………
Om ……………… uur op afdeling B4.

Inleiden van de bevalling

Het inleiden van de bevalling kan op verschillende manieren en is mede afhankelijk van de zwangerschapsduur.

Om het lichaam voor te bereiden op de bevalling is het meestal nodig om de baarmoedermond te laten rijpen/week te maken. Dit kan op verschillende manieren:

• Door Mifegyne tabletten in te nemen.
• Door een ballonkatheter in de vagina in te brengen. Dit is een slangetje dat in de baarmoedermond wordt ingebracht. Aan het einde zit een ballonnetje dat wordt opgeblazen. Dit zorgt ervoor dat de baarmoedermond rijper wordt.
• Door hormoongel in de vagina in te brengen.

Om te bevallen van uw kindje zijn weeën noodzakelijk. Deze kunnen op verschillende manieren opgewekt worden:

• Door Misoprostol tabletten in de vagina in te brengen.
• Door de vliezen te breken.
• Door een infuus met medicatie.

Op de afgesproken dag en tijd meldt u zich op afdeling B4. U wordt opgevangen door een verpleegkundige en verloskundige van de afdeling. Zij bespreken met u wat u allemaal kunt verwachten, wat er gebeurt tijdens en na de bevalling en u kunt uw wensen bespreekbaar maken.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

Als u thuis bloedverlies, vochtverlies, koorts of buikpijn/krampen krijgt, neemt u contact op met de verloskundige. Het telefoonnummer is 0485-84 62 01.

Pijnbestrijding

U mag altijd om pijnstilling vragen. U geeft aan wanneer het voor u te oncomfortabel of pijnlijk wordt. Dit is voor iedereen verschillend. Er zijn verschillende middelen om de pijn te verlichten: een ruggenprik, een morfinepompje of een injectie (prik) in het been of de bil met pethidine. Als u behoefte heeft aan pijnstilling, dan kijkt de verloskundige of gynaecoloog samen met u wat voor u de beste optie is.

De rol van uw partner

Uw partner maakt ook de bevalling mee. U kunt tijdens de hele opnameduur bij elkaar zijn. Partners kunnen zich soms overbodig, onzeker of machteloos voelen. Ook hebben zij soms het gevoel dat ze sterk moeten zijn. Maar het is belangrijk dat ook zij hun emoties tonen en delen. Het is goed om te weten dat elke ouder op zijn eigen manier rouwt en hier ook de ruimte voor moet krijgen.

De geboorte

Als uw kindje geboren is, mag u hem of haar meteen zien en vasthouden. Sommige ouders vinden dit een beetje eng en hebben daar wat meer tijd voor nodig. U geeft zelf aan wanneer u hier aan toe bent. Het zien of vasthouden van uw overleden baby kan u troosten en helpen, nu en in de toekomst. Als u uw kindje echter niet (meer) wilt zien, hebben wij daar begrip voor. Aarzel niet om uw andere kinderen, familieleden of vrienden uw kindje te laten zien en bij de verwerking van uw verdriet te betrekken.

Als uw kindje al enkele dagen geleden in de buik overleden is voordat u bevalt, kan het zijn dat de huid donkerder van kleur is en op sommige plekken wat ontveld is. Ook het hoofdje is vaak minder stevig.

Soms is het zo dat de placenta na de geboorte van uw kind niet vanzelf geboren wordt en u naar de operatiekamer moet om deze te laten verwijderen. U wordt dan onder narcose gebracht of u krijgt verdoving via een ruggenprik.

Naam

Het kan prettig zijn als u over uw kindje praat om een naam te kunnen noemen. Denkt u erover na of u uw kindje een naam wilt geven. Vanaf 24 weken is dit verplicht.

Opbaring

Het is mogelijk om uw overleden kindje in een koelbedje te leggen of in koud water op te baren (de watermethode). Dit is van belang om verkleuring tegen te gaan en het lichaam zo lang mogelijk in goede conditie te houden. Hierover krijgt u advies en dit is afhankelijk van de zwangerschapsduur en uw wensen.

De watermethode

De watermethode houdt in dat het overleden kind in koud water opgebaard wordt. Dit bootst de natuurlijke omgeving van het vruchtwater na en het kind neemt zijn natuurlijke houding aan. Ook gaat dit de donkere verkleuring van de huid tegen en kleuren de huid, de lippen en de nagels mooier roze. Meer informatie over de watermethode kunt u lezen op de website www.watermethode.nl. 

Uw eigen inbreng

Uw eigen inbreng is erg belangrijk. U mag zelf kleren, een mooie doek of sjaal meenemen om uw overleden kindje in te wikkelen na de geboorte. Het is voornamelijk afhankelijk van de zwangerschapsduur of uw kindje kleertjes aan kan. Echter is het soms beter voor het huidje om uw kindje bloot te houden en op een later moment kleertjes aan te trekken. Verder mag u ook een knuffel, mandje of bakje (voor de watermethode) meenemen. Deze spullen zijn ook op de afdeling aanwezig waar u uit kunt kiezen.

Herinneringen

Herinneringen zijn erg belangrijk bij het afscheid nemen en voor de latere verwerking.

Foto’s

Het maken of het laten maken van foto’s kan u steun geven en helpen bij de verwerking van het verlies van uw kindje. Foto’s zijn de meest tastbare en kostbare herinneringen, ook omdat beelden na verloop van tijd kunnen vervagen.

U kunt er ook voor kiezen om foto’s te laten maken door een professionele fotograaf. Dit kan kosteloos via de Stichting Make a Memory (vanaf een zwangerschapsduur van 23 weken) of Stichting Still (vanaf een zwangerschapsduur van 13 weken). Meer informatie kunt u vinden via de website www.makeamemory.nl en www.stichtingstill.nl. 

Andere tastbare herinneringen

Afhankelijk van uw eigen wensen zal er geprobeerd worden om u zoveel mogelijk herinneringen aan uw kind mee te geven: bijvoorbeeld inkt- en/of gipsafdrukjes van de handjes en voetjes, een naamkaartje, een naambandje en zo mogelijk een haarlokje.

Onderzoek naar de oorzaak van het overlijden (obductie)

Er zal aan u worden voorgesteld om obductie te laten plaatsvinden bij uw overleden kindje. Obductie is een nader onderzoek om opheldering te krijgen over de doodsoorzaak. De bevindingen van zo’n onderzoek kunnen u helpen bij het begrijpen en aanvaarden van het overlijden van uw baby. Uit het onderzoek kan naar voren komen dat er erfelijke aspecten een rol spelen. Deze informatie kan van belang zijn bij een volgende zwangerschap. Echter levert nader onderzoek niet altijd informatie op. Obductie is niet verplicht. Uw gynaecoloog informeert u over de mogelijkheden en toegevoegde waarde bij een obductie en vraagt uw toestemming hiervoor.

Geboorteaangifte

Als uw kindje is geboren na een zwangerschapsduur van meer dan 24 weken, bent u verplicht om aangifte van geboorte te doen bij de gemeente Land van Cuijk. Vervolgens doet u aangifte van het overlijden van uw kind. De arts geeft hiervoor een overlijdensverklaring af. Bij de gemeente wordt dan een overlijdensakte opgemaakt.

Als uw kindje wordt geboren bij een zwangerschapsduur minder dan 24 weken, dan bent u niet verplicht om aangifte van geboorte en van overlijden te doen. Dit mag echter wel.

Geboortekaartje – overlijdenskaartje

Vaak weet uw omgeving dat u zwanger bent. Als uw baby is overleden tijdens de zwangerschap of kort na de geboorte, kan dit leiden tot pijnlijke vragen of opmerkingen. Daarom kan het verstandig zijn om via een kaartje te laten weten dat uw baby is overleden.

Begraven – cremeren

Bij het regelen van de begrafenis of crematie is uw eigen inbreng van groot belang, want goed afscheid nemen is belangrijk voor de verwerking.

Zwangerschapsduur van minder dan 24 weken

Er is geen verplichting tot begraven of cremeren als uw kindje is geboren na een zwangerschap van minder dan 24 weken. Dit mag echter wel. Het is ook mogelijk om uw kindje mee naar huis te nemen en zelf op een mooie plek te begraven.

Ook kunt u ervoor kiezen om afscheid te nemen van uw kindje in het ziekenhuis. Het kindje wordt dan gezamenlijk met andere overleden kindjes gecremeerd bij crematorium Jonkerbos te Nijmegen. Dit is geheel kosteloos. Bij deze crematie mag u niet aanwezig zijn. Er wordt wel een datum gepland voor een gezamenlijke verstrooiing van de as.

Zwangerschapsduur van meer dan 24 weken

Na een zwangerschapsduur van 24 weken bent u wettelijk verplicht uw kindje te begraven of cremeren. Hierbij kan een uitvaartverzorger u adviseren en veel voor u regelen, maar u kunt ook zelf contact opnemen met de beheerder van een begraafplaats of crematorium.

Weer naar huis

Meestal kunt u een aantal uren na de bevalling weer naar huis, soms is het nodig om langer in het ziekenhuis te blijven.

Kraamzorg

Vaak heeft u recht op kraamzorg, ook al is er geen kindje om voor te zorgen. Echter hangt het van uw zorgverzekering af vanaf welke zwangerschapsduur u kraamzorg vergoed krijgt en op hoeveel uur u recht heeft. De kraamverzorgende kan steun, hulp en een luisterend oor bieden.

Klachten in het kraambed

De eerste dagen als u weer thuis bent, zal uw verloskundige uit de dorpspraktijk de controles bij u doen, soms in samenwerking met de kraamverzorgende. Ook bij algemene klachten kunt u bij uw eigen verloskundige terecht.

Na een bevalling vertoont het lichaam ‘normale’ reacties zoals naweeën, bloedverlies en soms ook pijn van hechtingen. Hierdoor voelt u het gemis des te meer. Ook wordt er moedermelk aangemaakt door uw borsten. Dit kan leiden tot stuwing. Borststuwing na de bevalling zonder kindje om te voeden kan voor pijnlijke en emotionele momenten zorgen. Een nauwsluitende bh kan zorgen voor enige verlichting op de borsten. De melkproductie zal na enige tijd stoppen. Wanneer dat precies gebeurt, verschilt echter per persoon. Het is zeer verdrietig te beseffen dat er geen kindje meer is dat uw borstvoeding nodig heeft.

In het kraambed kunnen ook andere lichamelijke en psychische klachten zich voordoen. Dit zijn normale uitingen van hevig verdriet. Die klachten verschillen van persoon tot persoon. Vaak voorkomende klachten zijn slaapproblemen, eetproblemen, hoofdpijn of buikpijn, onrust, voortdurende vermoeidheid en verder ook steeds terugkerende somberheid en huilbuien.

Andere kinderen

Kinderen uiten zich vaak op een andere manier, bijvoorbeeld door verhalen, tekeningen of gesprekken. Vertel hen eerlijk en op een eenvoudige wijze wat er gebeurd is en wat uw gevoelens hierbij zijn. Het beantwoorden van hun vragen geeft hen ook meer duidelijkheid.

Er zijn verschillende kinderboeken die over sterven en de dood gaan. Dit kan uw kinderen helpen om de situatie te begrijpen en om er met hen over te praten.

Rouwverwerking

Rouwverwerking is het proces waarbij het verdriet om het verlies van uw baby geleidelijk draaglijker wordt. Vergeten zult u uw kindje nooit. Rouwen is een persoonlijk proces waarbij iedereen zijn verdriet anders beleeft en uit.

Sommigen willen voortdurend over hun kindje en over het verdriet praten, anderen willen dit juist niet en trekken zich terug. Weer anderen kunnen alleen maar huilen. Elk van dit soort reacties is volkomen normaal en begrijpelijk. Het is goed om te tonen hoe u zich voelt. Als u uw verdriet met iemand kunt delen, kan het gemakkelijker zijn dit te dragen. Huilen is een goede manier om gevoelens te uiten die te sterk zijn om voor u te houden of onder woorden te brengen.

Aarzel niet om medische hulp in te schakelen bij rouwverwerking. In het Maasziekenhuis is er een klinisch psycholoog aanwezig die u graag te woord wil staan als u daar behoefte aan heeft.

Nazorg

Meestal na drie en zes weken na het overlijden van uw kindje vindt er een nagesprek plaats met u, uw partner en de gynaecoloog.

Contactgegevens

Maasziekenhuis Pantein

Afdeling B4
Voor meer informatie en met vragen kunt u altijd telefonisch contact opnemen met de afdeling B4.

• Verloskundige B4: 0485-84 62 01
• Verpleegafdeling B4: 0485-84 55 70

Website: www.maasziekenhuispantein.nl 

Klinisch psycholoog
Uw gynaecoloog kan u verwijzen naar de klinisch psycholoog.

Stichting Make a Memory

Stichting Make a Memory maakt kosteloos foto’s voor familie van ernstig zieke, stervende of overleden baby’s vanaf 24 weken zwangerschap.
Telefoonnummer: 06-53 39 92 44
E-mail: info@makeamemory.nl 
Website: www.makeamemory.nl 

Stichting Still

Stichting Still biedt kosteloos een fotoreportage aan familie van een ziek, stervende of overleden baby vanaf 13 weken zwangerschap.
Telefoonnummer: 06-33 36 96 97
E-mail: info@stichtingstill.nl 
Website: www.stichtingstill.nl 

Houvast – uitvaartzorg

Houvast Uitvaartzorg biedt gespecialiseerde begeleiding aan ouders van kinderen die tijdens de zwangerschap of rondom de geboorte zijn overleden.

Waar alvast over na te denken:

• Kindje na de geboorte zien en/of vasthouden
• Naamgeving
• Eigen inbreng
• Kleren, doek, mutsje en/of sjaal
• Knuffel
• Mandje of bakje
• Manier van opbaring
• Foto’s
• Andere tastbare herinneringen
• Obductie
• Geboorteaangifte
• Aangifte van overlijden
• Geboortekaartje – overlijdenskaartje
• Begraven of cremeren
• Kraamzorg

Eigen notities en vragen

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………