
- Home
- Behandeling & onderzoek
- Liesbreukoperatie
Liesbreukoperatie
Bij u is een liesbreuk geconstateerd en u heeft met uw behandelend arts afgesproken dat u daaraan geopereerd zult worden. In deze folder leest u meer over de liesbreukoperatie, de voorbereiding hierop, de operatie zelf en de nabehandeling.

- Ga naar https://www.youtube.com/watch?v=cJUbwWFJOTg
- Scan de QR-code hiernaast.
Om de video te kunnen bekijken dient u de cookies te accepteren.
Wat is een liesbreuk?
Een liesbreuk is een uitstulping van het buikvlies door een zwakke plek in de buikwand. Zoals elke breuk bestaat de liesbreuk uit de breukpoort, de breukzak en de inhoud van de breukzak.
Bij een liesbreuk is de breukpoort een zwakke plek of opening in de buikwand. Soms ligt die zwakke plek op de plaats waar de zaadleider (bij de man) of een ophangband van de baarmoeder (bij de vrouw) door de buikwand gaan, soms ligt de breukpoort daar vlak naast. De breukzak wordt gevormd door het buikvlies en de breukinhoud is meestal een beetje vet, maar soms ook een stuk darm.
Klachten van een liesbreuk zijn vaak een zeurend of branderig gevoel en/of pijn in de liesstreek. Sommige mensen hebben helemaal geen klachten. Een liesbreuk verdwijnt nooit vanzelf, maar kan wel groter worden. Een enkele keer komt het voor dat een breuk bekneld raakt. Dat gaat gepaard met veel pijn. Een spoedoperatie is dan nodig.
Hoe ontstaat een liesbreuk
Een liesbreuk kan op verschillende wijzen ontstaan. Soms, meestal bij kinderen of jonge mannen, is de oorzaak een aangeboren te wijde poort waar de zaadleider of de ophangband van de baarmoeder door de buikwand gaat. Hierdoor kan de buikinhoud uitpuilen. Als een breuk ontstaat op oudere leeftijd is er niet altijd een duidelijke oorzaak aan te wijzen. Bij sommige patiënten is er sprake van overbelasting van de buikwand door bijvoorbeeld veel zwaar tillen, chronisch hoesten of door persen op de ontlasting of urine.
Liesbreukoperaties
Er zijn meerdere operaties mogelijk. De chirurg bespreekt met u wat in uw situatie de beste methode is en wat de verschillende methoden inhouden. Er wordt in het algemeen één van deze drie methoden van liesbreukherstel toegepast:
- TREPP: het plaatsen van een kunststof mat vlak voor het buikvlies, met een snede iets boven de lies.
- Lichtensteinprocedure: het plaatsen van een kunststof mat tussen de buikwandspieren, met een snede ter hoogte van de lies.
- TEP: het plaatsen van een kunststof mat vlak voor het buikvlies, met een kijkoperatietechniek.
Voorbereiding op de opname
Welke verdoving?
Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Een liesbreukoperatie wordt bij voorkeur met plaatselijke verdoving door middel van een ruggenprik uitgevoerd. Plaatselijke verdoving kan worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt.
Over de mogelijke wijzen van verdoving kunt u meer lezen in de folder ‘Anesthesiologie’ van Maasziekenhuis Pantein. Tijdens het pre-operatief spreekuur ter voorbereiding op de operatie kunt u uw keuze met de anesthesioloog bespreken. Bij voorkeur wordt u verdoofd middels een ruggenprik.
Voorbereiding op de operatie
De anesthesioloog vertelt u vanaf welk tijdstip vóór de operatie u nuchter moet blijven.
Voor de operatie moet uw huid schoon zijn. Wij verzoeken u voor u naar het ziekenhuis komt te douchen of te baden, uw nagels kort te knippen, eventuele nagellak te verwijderen en geen crème of make-up te gebruiken. Tijdens de ingreep mag u geen lenzen, piercings of sieraden dragen. U kunt wel een bril meenemen, die u tijdens de operatie kunt dragen.
Heeft u de dag voor de ingreep griep of koorts? Neemt u dan contact op met het Opnamebureau (0485-84 57 10). U hoort dan of het nodig is om een nieuwe afspraak te maken.
Volgt u verder de instructies en voorbereidingen op, zoals afgesproken met uw behandelend arts en de anesthesioloog. In de folder ‘Wegwijzer bij dagopname’ kunt u meer lezen over de opname en de voorbereiding hierop.
Medicatie
De anesthesioloog vertelt u tijdens het pre-operatief spreekuur welke medicijnen u mag doorgebruiken en met welke u tijdelijk dient te stoppen.
Opname en verblijf in het ziekenhuis
Dagopname
In het ziekenhuis meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling waar u wordt opgenomen. Een verpleegkundige wijst u uw kamer en bed. Zij stelt u een aantal vragen, beantwoordt mogelijke vragen en bereidt u verder voor op de operatie.
Tussen de aankomst op de afdeling en de operatie moet u enige tijd wachten. Wij proberen deze tijd zo kort mogelijk te houden. U zou wat kunnen lezen of televisie kijken. Wij vragen u om de afdeling niet meer te verlaten.
De operatie
De verpleegkundige brengt u, ongeveer een half uur voordat de ingreep plaatsvindt, een operatiejasje. Voordat u zich omkleedt, raden wij u aan nog even naar het toilet te gaan. Als u nog sieraden of contactlenzen draagt, doet u die nu uit.
U krijgt nu de pre-medicatie (zoals voorgeschreven door de anesthesioloog). Meestal is dit een combinatie van een pijnstiller en een slaaptablet.
De verpleegkundige brengt u in bed naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. Hier krijgt u een muts op om uw haren te bedekken. Ook wordt hier de verdoving toegediend. Vervolgens gaat u naar de operatiekamer waar u vanaf uw bed plaats neemt op een operatiebed.
Na de operatie
Na de operatie gaat u naar de uitslaapruimte waar intensieve bewaking en controle plaatsvinden. Als u voldoende hersteld bent, gaat u terug naar uw eigen afdeling.
Na de operatie mag u, zodra u zich daartoe in staat voelt, weer mobiliseren. Het infuus wordt verwijderd zodra u zelf weer in staat bent om te eten en te drinken en u geplast heeft.
Meld aanhoudende misselijkheid en/of pijn na de ingreep bij de verpleegkundige. U mag gerust om een pijnstiller vragen. Bij hoesten kunt u eventuele pijn verminderen door met uw hand tegendruk te geven op het wondgebied.
Om trombose te voorkomen, krijgt u tijdens de opname elke avond een injectie met een antistollingsmiddel.
Complicaties en bijwerkingen
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding, ontsteking van de wond(en), trombose of longontsteking.
Een liesbreukoperatie heeft een aantal mogelijke bijwerkingen. De eerste dagen na de operatie heeft u wondpijn. De pijn kan goed met tabletten paracetamol of zetpillen bestreden worden.
Het is mogelijk dat na de operatie een ontsteking van de wond ontstaat. Dit kan behandeld worden door de wond te openen waarna deze van binnenuit vanzelf moet genezen. Ook kan de ontsteking eventueel met antibiotica behandeld worden.
Er kan ook een bloeduitstorting optreden, waardoor het operatiegebied eruitziet en aanvoelt als een blauwe plek. De bloeduitstorting breidt zich soms zelfs uit tot de balzak bij de man of naar de grote schaamlip bij de vrouw. Dat is veelal niet verontrustend. Een enkele keer wordt bij de operatie een zenuwtje geraakt waardoor er een pijnlijk of doof gevoel in de lies ontstaat. Deze vervelende klacht gaat meestal vanzelf over, maar dat kan wel een paar weken duren.
Helaas kan het voorkomen dat er na verloop van tijd op dezelfde plaats opnieuw een breuk ontstaat: een recidiefbreuk. Dit overkomt slechts een klein aantal van de geopereerde patiënten. Meestal zal er dan weer een operatie nodig zijn.
Een klein aantal mensen houdt helaas chronisch last van pijnklachten na een liesbreukoperatie.
Na de opname
Adviezen voor thuis
Activiteiten
- U kunt uw dagelijkse bezigheden meestal direct na de operatie hervatten, voor zover de pijn na de operatie dat toelaat. Dit geldt ook voor fietsen en autorijden. Luistert u goed naar uw lichaam.
- U moet de eerste 7-10 dagen rustig aan doen om de wond te laten genezen.
- Na de TREPP- en TEP-methode mag u wel tillen, maar niet herhaaldelijk zwaar tillen, zoals een pianoverhuizer. Vanaf 4 weken na de operatie mag u weer normaal tillen.
- Na de Lichtenstein-methode mag u de eerste 4 weken niet meer dan 10 kg tillen. Probeer het tillen tot een minimum te beperken.
- Vanaf 12 uur na de operatie mag u kort (maximaal 10 min) douchen. Baden, saunabezoek en zwemmen zijn 10 dagen na de operatie weer mogelijk.
- Probeer meteen goed rechtop te lopen.
- Wanneer u weer kunt werken hangt af van het werk dat u verricht. Dit kunt u overleggen met de behandelend chirurg of zaalarts.
Medicatie
Bij pijn mag u 4 keer per dag 2 tabletten van 500 mg paracetamol gebruiken.
Wondverzorging
De wond heeft geen speciale verzorging nodig. U kunt zich gewoon wassen of douchen. Als de wond droog is, hoeft er niets meer op. Zo nodig bedekt u de wond met verband of pleister.
Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?
In de volgende gevallen dient u contact op te nemen met de behandelend arts:
- Hoge koorts, hoger dan 38,5 ℃.
- Extreme pijn.
- Wondlekkage.
- Roodheid van de wond.
- Zwelling van het wondgebied.
Wanneer zich bovenstaande problemen voordoen, neemt u dan contact op met de poli Chirurgie op telefoonnummer 0485-84 53 35. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op telefoonnummer 0485-84 53 31.
Controle-afspraak
Bij ontslag uit het ziekenhuis wordt met u een belafspraak gemaakt. Deze afspraak vindt 4 tot 6 weken na de operatie plaats.
Tot slot
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, stelt u deze dan aan uw behandelend arts of neemt u contact op met de poli Chirurgie op telefoonnummer 0485-84 53 35.
Januari 2022 – Versie 4
CHI008