Maasziekenhuis Pantein Gang verpleegafdeling
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte
Patiëntenfolder

Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte

Gemiddeld duurt een zwangerschap 40 weken, maar een periode van 37 tot 42 weken is normaal. Als vóór 37 weken weeën optreden, noemen we dit vroegtijdige weeën. Ze kunnen leiden tot een bevalling op een te vroeg tijdstip. Dat wil zeggen bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken. Dit wordt ook wel een premature bevalling genoemd. Het kind dat wordt geboren, is nog onrijp en heeft extra medische verzorging nodig. Een te vroeg geboren kind wordt een premature baby genoemd.

Vroegtijdige weeën

Weeën zijn pijnlijke samentrekkingen van de baarmoeder. Ze zorgen ervoor dat de baarmoedermond open gaat en dat de bevalling begint. Niet alle zwangere vrouwen die worden opgenomen met vroegtijdige weeën bevallen te vroeg. Soms stoppen de weeën vanzelf.

Vaak zijn echte weeën pijnlijk en regelmatig. Ook kan verlies van wat bloed, slijm of vruchtwater optreden.

‘Harde buiken’ zijn geen weeën, maar normale samentrekkingen van de baarmoeder. Ze treden meestal niet regelmatig op, maar meer verspreid over de dag. Ze zijn vaak meer ongemakkelijk dan pijnlijk en veroorzaken geen ontsluiting. Harde buiken verdwijnen meestal in rust.

Vroegtijdig gebroken vliezen

Soms begint een voortijdige bevalling met het breken van de vliezen. Vochtverlies kan wijzen op gebroken vliezen. Als de vliezen te vroeg breken, kan de bevalling op gang komen. Er is een kans op infecties die zich via de vagina naar de baarmoeder en het kind kunnen uitbreiden. Zowel de moeder als het kind kunnen daar ziek van worden. Daarom worden de temperatuur van de moeder en de hartslag van het kind goed in de gaten gehouden.

Risicofactoren voor een vroegtijdige bevalling

In Nederland wordt 7 tot 8% van alle baby’s te vroeg geboren. Vaak is de oorzaak van vroegtijdige weeën en vroeggeboorte onbekend. Als u bij een eerdere zwangerschap te vroeg bent bevallen, is de kans groter dat dit weer gebeurt. Ook een operatie aan de baarmoedermond kan het risico op vroeggeboorte verhogen.

Andere oorzaken die een verhoogd risico op vroeggeboorte geven zijn: een meerlingzwangerschap, een te grote hoeveelheid vruchtwater, een ontsteking, bloedverlies in de zwangerschap, te vroeg breken van de vliezen, slapte van de baarmoedermond en ziekte van de aanstaande moeder.

Soms wordt de bevalling bewust te vroeg opgewekt om complicaties bij de moeder of baby te voorkomen, bijvoorbeeld als er sprake is van een ernstige zwangerschapsvergiftiging.

Onderzoek

Bij vroegtijdige weeën doet de verloskundige onderzoek om te beoordelen of er werkelijk sprake is van een dreigende vroeggeboorte. De lengte van de baarmoederhals kan met een inwendige echo gemeten worden. Soms wordt er met een spreider (eendenbek) inwendig in de vagina gekeken of wordt er inwendig gevoeld of er ontsluiting is.

Daarnaast zijn er onderzoeken mogelijk om de conditie van u en de baby te controleren. Uw bloeddruk en temperatuur worden regelmatig gecontroleerd. Met een cardiotocogram (CTG) registreren we de hartslag van de baby en de weeënactiviteit. Een CTG wordt ook wel een hartfilmpje genoemd.

Echoscopisch onderzoek geeft informatie over de ligging en de groei van de baby, de hoeveelheid vruchtwater en de plaats van de placenta (moederkoek).

Bloed- en urineonderzoek kan aanvullende informatie geven over uw conditie en eventuele tekenen van infecties, zoals een blaasontsteking. Met een wattenstokje kan langs van de vagina en de anus (poepgat) gestreken worden om te testen op een infectie en op aanwezigheid van bacteriën, zoals de GBS-bacterie.

Behandeling van een dreigende vroeggeboorte

De behandeling bij vroegtijdige weeënactiviteit hangt af van de duur van de zwangerschap, de conditie van moeder en kind en de mate van ontsluiting.

Corticosteroïden

Corticosteroïden zijn bijnierschorshormonen. Deze hormonen worden in het lichaam gemaakt onder invloed van stress, maar ze kunnen ook via een injectie aan de moeder worden toegediend. Bij baby’s die te vroeg geboren worden, werken de longen en andere organen nog niet optimaal omdat ze onrijp zijn. Corticosteroïden laten de longen van een baby sneller rijpen. De baby is dan beter voorbereid op een vroeggeboorte. Dit is vooral belangrijk bij baby’s die vóór 34 weken zwangerschap geboren worden. Het effect van corticosteroïden is al meetbaar na 12 uur, maar optimaal na 24 tot 48 uur. De werking houdt zeker een week aan. Als er sprake is van een zwangerschap van meer dan 34 weken, dan is een behandeling met corticosteroïden niet nodig.

Er zijn weinig bijwerkingen voor de moeder. Als er sprake is van suikerziekte, dan kunnen door toediening van corticosteroïden de suikerwaarden een paar dagen verstoord raken. Het kind kan de eerste tijd wat minder beweeglijk zijn en op het CTG (hartfilmpje) kan een rustigere hartslag te zien zijn.

Weeënremming

Het belangrijkste doel van de weeënremming is om de bevalling tenminste 48 uur uit te stellen, zodat de corticosteroïden (die hierboven genoemd worden) de tijd krijgen om in te werken. Uit onderzoek is gebleken dat toediening van weeënremmende medicatie na die termijn, niet zinvol is. Na 48 uur wordt de medicatie in de meeste situaties dus ook weer gestopt.

Een ander doel van weeënremming kan zijn om de bevalling uit te stellen zodat vervoer naar een ander ziekenhuis mogelijk is. Bijvoorbeeld een academisch ziekenhuis.

Weeënremming kan in verschillende vormen worden toegediend. Via een infuus of in tabletvorm. Welke medicijn wordt voorgeschreven hangt af van een aantal factoren. Er zijn weinig bijwerkingen van de medicatie. Wel kan er eventueel een daling van de bloeddruk optreden of kunt u hoofdpijn krijgen.

Behandeling per termijn

Bij een zwangerschapsduur van meer dan 34 weken worden over het algemeen geen corticosteroïden gegeven en ook geen weeënremmende medicatie. Er wordt geaccepteerd dat de baby geboren gaat worden als de weeën doorzetten. Het kan zijn dat er uit voorzorg antibiotica wordt gegeven om een infectie te voorkomen of te behandeling. Als u drager bent van de GBS-bacterie en te vroeg bevalt, dan is het advies om preventief antibiotica tijdens de bevalling toe te dienen. Zie ook de folder GBS (Groep-B-streptokokken) drager tijdens de zwangerschap met verhoogd risico.

Bij een zwangerschapsduur tussen 32 en 34 weken wordt gestart met de combinatie van corticosteroïden en weeënremmende medicatie. Als de bevalling toch doorzet, mag u in het Maasziekenhuis bevallen.

Bij een zwangerschapsduur tussen 24 en 32 weken wordt ook gestart met de combinatie van corticosteroïden en weeënremmende medicatie. Als de bevalling doorzet, dan is het beter om in een academisch ziekenhuis te bevallen. In een academisch ziekenhuis is een neonatale intensive care afdeling (NICU) aanwezig, waar intensievere zorg mogelijk is voor een premature baby.

Als de zwangerschap korter is dan 24 weken wordt meestal geen behandeling gestart bij een dreigende vroeggeboorte. De baby is dan nog niet levensvatbaar.

Naast de behandeling met medicijnen die hier boven benoemd is, wordt (bed)rust voorgeschreven en kan behandeling plaatsvinden van factoren die een vroeggeboorte uitlokken, zoals een blaasontsteking.

 

Couveusesuites en kinderarts

Als u in het Maasziekenhuis bent opgenomen vanwege een dreigende vroeggeboorte is het vaak mogelijk om al voor de bevalling de couveusesuites van het ziekenhuis te bezoeken. Ook een gesprek met de kinderarts kan u vooraf al veel duidelijkheid geven. Het is dan belangrijk om te bespreken of er problemen te verwachten zijn direct na de geboorte of op een later tijdstip.

Als de bevalling doorzet

Een premature baby kan op de natuurlijke manier, via de vagina, geboren worden. Wel heeft een premature baby minder reserve dan een voldragen pasgeborene. De harttonen worden tijdens de bevalling bewaakt om te kunnen ingrijpen als het nodig is. Een kinderarts is aanwezig of direct oproepbaar. Afhankelijk van de zwangerschapsduur wordt de baby vrij snel na de geboorte in de couveuse gelegd om afkoeling te voorkomen.

Ook aan een premature baby kunt u borstvoeding geven. Juist bij premature baby’s is het geven van borstvoeding belangrijk. Het geven van borstvoeding heeft een gunstig effect op het afweersysteem van de baby en moedermelk wordt beter verdragen door het maag- en darmstelsel. Te vroeg geboren baby’s drinken vaak minder goed aan de borst, omdat ze de kracht en zuigreflex nog niet hebben. In zo’n geval kunt u kolven en kan de moedermelk met een slangetje (sonde) worden gegeven.

Als uw baby op de couveusesuite ligt, kunt u de kraamperiode in het ziekenhuis doorbrengen. Wij proberen om moeder en kind samen op een couveusesuite te laten verblijven als de gezondheid van beiden dit toelaat. Bij een heel vroeg geboren kind kan het gebeuren dat u zelf uit het ziekenhuis wordt ontslagen, maar dat uw baby nog moet blijven. Ook dan kunt u bij uw baby in de couveusesuite blijven slapen.

Als de bevalling niet doorzet

Als de corticosteroïden zijn ingewerkt, worden de weeënremmers gestopt. Bedrust is dan niet meer noodzakelijk en u kunt steeds vaker rondlopen. Als de buik rustig blijft, mag u naar huis met het advies om de eerste tijd rust te houden. Pas als blijkt dat er geen nieuwe weeën optreden, kunt u uw dagelijkse activiteiten weer oppakken. Ook is er dan geen bezwaar meer tegen vrijen en weer gaan werken. Controle door de gynaecoloog is niet meer nodig en u kunt worden terugverwezen naar uw verloskundige. Als u om een andere reden al onder controle was bij de gynaecoloog, dan blijft u voor controle bij de gynaecoloog.

Bij gebroken vliezen wordt, afhankelijk van de situatie, een opname in het ziekenhuis of dagelijkse poliklinische controle geadviseerd.

Zwangerschap na een vroeggeboorte

Als u een vroeggeboorte heeft gehad, is er bij een volgende zwangerschap een iets verhoogd risico dat u weer te vroeg gaat bevallen. Dit is ook afhankelijk van de oorzaak van de vroeggeboorte. Het gebruik van hormonen (progesteron) tijdens een volgende zwangerschap kan de kans op een vroeggeboorte verkleinen. Bij de nacontrole bespreekt de gynaecoloog met u of dit bij u ook van toepassing is.

Meer informatie

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met uw verloskundige of gynaecoloog.

Meer informatie is ook verkrijgbaar bij:
Care4Neo
Telefoon: 010 737 0256
E-mail: info@care4neo.nl 
www.care4neo.nl 

 

Deze folder is gerealiseerd in samenwerking met de VSV partijen van Geboortezorg Boxmeer.