Maasziekenhuis Pantein receptie
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Opheffen van een vernauwing in de plasbuis
Patiëntenfolder

Opheffen van een vernauwing in de plasbuis

Vanwege een vernauwing in uw plasbuis heeft u, samen met uw behandelend uroloog, besloten tot een operatie. Binnenkort wordt u voor deze operatie opgenomen in Maasziekenhuis Pantein. Door u goed voor te bereiden op de ingreep, kunt u bijdragen aan een vlot herstel. Het lezen van deze folder kan daarbij helpen.

De plasbuis

De oorzaken van een vernauwing van de plasbuis zijn verschillend. Dit kan komen door:

  • plaatselijke beschadiging door ongeval (bijvoorbeeld een val op de fietsstang);
  • een ontsteking van de plasbuis;
  • na het inbrengen van een katheter (slangetje via de plasbuis naar de blaas om urine af te laten lopen);
  • na een eerdere urologische ingreep via de plasbuis.

Door bovengenoemde oorzaken kan er littekenweefsel in de plasbuis zijn ontstaan, waardoor deze is vernauwd.

Plasproblemen

Door de vernauwing van de plasbuis kan de kracht van de urinestraal bij het plassen afnemen, moet er soms geperst worden om de blaas goed leeg te plassen of raakt de blaas niet helemaal leeg. Hierdoor is er een grotere kans op blaasontsteking.

Behandeling

Er zijn meerdere technieken om de vernauwing op te heffen.

Katheter

U kunt zelf leren om de vernauwing ‘open te houden’ door regelmatig een katheter in de plasbuis in te brengen. Bijvoorbeeld 1 keer per dag of 1 tot 2 keer per week.

Sachse-operatie

De meest eenvoudige operatie is een Sachse-operatie. Hierbij wordt met een kijkbuis het littekenweefsel in de plasbuis ingesneden en opgerekt. Meestal wordt er voor minstens 1 nacht een katheter in de plasbuis achtergelaten en kunt u de volgende dag zonder katheter naar huis. U mag vrij snel alles weer doen en het herstel verloopt vlot. Als deze techniek voor de eerste keer wordt toegepast, is het succespercentage rond de 60 tot 70%. Dit betekent dat in 30 tot 40% van de gevallen iemand opnieuw een vernauwing krijgt.

Plasbuisreconstructie

Bij een plasbuisreconstructie wordt het littekenweefsel volledig weggesneden en wordt de plasbuis opnieuw aan elkaar gehecht. Hierbij wordt een snede gemaakt in het perineum. Dit is het gebied tussen de balzak en de anus. Als er veel littekenweefsel is weggehaald, kan deze techniek gecombineerd worden met het inhechten van wang- of tong-slijmvlies. Hierdoor wordt de doorsnede van de plasbuis weer voldoende ruim. In dat geval heeft u ook een wond in de mond.

Soms kan het littekenweefsel in de plasbuis blijven zitten en wordt er alleen wang- of tongslijmvlies ingehecht, zodat de doorsnede van de plasbuis weer voldoende ruim is. Bij deze ingreep ligt u meestal 2 tot 3 dagen in het ziekenhuis. Voor een goede genezing wordt een katheter in de plasbuis achtergelaten voor ongeveer 3 weken. Na deze ingreep moet u 4 tot 6 weken rustig aan doen en mag u niet sporten, fietsen en vrijen. Het succespercentage voor deze ingrepen ligt rond de 80 tot 90%.

Voorbereiding op de opname

Welke verdoving?

Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. De Sachse-operatie kan plaatsvinden onder regionale verdoving (ruggenprik). Bij een plasbuisreconstructie krijgt u een algehele narcose.

Over de wijze van verdoving kunt u meer lezen in de folder ‘Anesthesiologie’ van het Maasziekenhuis. Tijdens het pre-operatief spreekuur ter voorbereiding op de operatie kunt u de verdoving met de anesthesioloog bespreken.

Voorbereiding op de operatie

De anesthesioloog vertelt u vanaf welk tijdstip vóór de operatie u nuchter moet blijven.

U mag dan alleen een slokje water drinken. Wij raden u ook aan gedurende 24 uur vóór uw opname geen alcohol te gebruiken en niet te roken, ook niet gedurende de dag van de operatie.

Voor de operatie moet uw huid schoon zijn. Wij verzoeken u voor u naar het ziekenhuis komt te douchen of te baden, uw nagels kort te knippen, eventuele nagellak te verwijderen en geen crème of make-up te gebruiken. Tijdens de ingreep mag u geen lenzen, piercings of sieraden dragen. U kunt wel een bril meenemen, die u tijdens de opname kunt dragen.
Heeft u de dag voor de ingreep griep of koorts? Neemt u dan contact op met het opnamebureau op telefoonnummer 0485-84 57 10. U hoort dan of het nodig is om een nieuwe afspraak te maken.

Volgt u verder de instructies en voorbereidingen op, zoals afgesproken met uw behandeld arts, de anesthesioloog en de informatieverpleegkundige (zie ook de folder ‘Anesthesiologie’). In de folder ‘Wegwijzer bij opname’ kunt u meer lezen over de opname en de voorbereiding hierop.

Medicatie

De anesthesioloog vertelt u tijdens het pre-operatief spreekuur welke medicijnen u mag gebruiken en met welke u tijdelijk dient te stoppen.

Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?

  • Een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs).
  • Wij vragen u om bij uw thuisapotheek toestemming te geven om uw medicatiegegevens met ons te delen. Wanneer u geen toestemming heeft gegeven, verzoeken wij u bij iedere afspraak in het ziekenhuis een Actueel Medicatie Overzicht (AMO) mee te nemen. U kunt een AMO laten uitprinten door uw apotheek.

Opname en verblijf in het ziekenhuis

Dag van opname

In het ziekenhuis meldt u zich op de afgesproken dag en tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige wijst u uw kamer. Zij voert met u het opnamegesprek en bereidt u verder voor op de operatie. Ook beantwoordt zij mogelijke vragen van u.

Tussen de aankomst op de afdeling en de operatie moet u enige tijd wachten. Wij proberen deze tijd zo kort mogelijk te houden. U zou wat kunnen lezen of televisie kijken. Wij vragen u om de afdeling niet meer te verlaten.

De operatie

Nadat u het operatiejasje heeft aangetrokken, krijgt u de voorbereidende medicijnen voor de narcose. Van deze medicijnen wordt u wat slaperig, zodat u rustig naar de operatiekamer gaat. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer en hier krijgt u een infuus.

Daarna gaat u daarna naar de operatiekamer. Tijdens de operatie liggen uw benen in beensteunen. Nadat de bewakingsapparatuur is aangesloten dient de anesthesioloog de verdoving toe via het infuus.

Vervolgens voert de uroloog de operatie uit volgens de techniek die met u besproken is.

Na de operatie

Na de operatie gaat u voor korte tijd naar de uitslaapkamer. Als de controles, zoals bloeddruk en ademhaling in orde zijn, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Wanneer eten en drinken weer goed gaat, wordt het infuus verwijderd. Dat gebeurt meestal dezelfde dag nog. U krijgt na de operatie pijnstillers. Meld aanhoudende misselijkheid en/of pijn bij de verpleegkundige. Als dat nodig is, krijgt u daarvoor extra medicijnen.

Na de operatie heeft u een katheter in uw blaas. Dit kan kramp veroorzaken. Is dat het geval, dan kunt u daarvoor medicijnen krijgen. Het is normaal dat u na de ingreep bloed of zelfs bloedstolsels in uw urine ziet. Er kan ook bloed (langs de katheter) uit uw penis komen.

Na een Sachse-operatie

Als de dag na de operatie de katheter wordt verwijderd, kunt u weer zelf plassen. De eerste plas kan een schrijnend gevoel geven. Door goed te drinken vermindert u de kans op deze klachten. Nadat u geplast heeft, meet de verpleegkundige of de blaas voldoende leeg is. Hiervoor krijgt u een echo-onderzoek. Wanneer het plassen twee keer goed is gegaan, mag u naar huis. De meeste patiënten kunnen op de dag na de operatie uit het ziekenhuis ontslagen worden.

Sommige patiënten lukt het niet om goed uit te plassen. Dan moet de katheter teruggeplaatst worden. Deze wordt na enkele dagen of weken weer verwijderd, afhankelijk van hoe lang het probleem aanhoudt.
De uroloog bespreekt met u wat de vervolgstappen zullen zijn, maar meestal gaat u met de katheter naar huis.

Na een plasbuisreconstructie

Als de katheter 3 weken na de operatie moet blijven zitten, krijgt u wanneer u naar huis gaat instructies en aanvullende materialen mee om de katheter te kunnen verzorgen en/of vervangen. Als het niet lukt om de verzorging van de katheter zelf te doen, kan hiervoor thuiszorg ingeschakeld worden, maar dit is meestal niet nodig.

Na de opname

Adviezen voor thuis na een Sachse-operatie

Er gelden thuis geen specifieke adviezen na deze operatie. U kunt zelf het beste bepalen hoe u zich voelt en daar uw activiteiten op afstemmen.

Overleg met uw specialist als u denkt dat uw aandoening of behandeling gevolgen heeft voor het uitoefenen van uw werk.

Adviezen voor thuis na een plasbuisreconstructie

U bent naar huis gegaan met een katheter in uw plasbuis. Dit betekent dat u het rustig aan moet doen. U mag niet sporten, fietsen en vrijen of extreme bukbewegingen maken. Wel mag u rustig kleine stukjes lopen en is het goed om niet te lang te zitten. Voor het zitten kan het prettig zijn om op een U-vormig kussen/ring te zitten, zodat het gebied tussen balzak en anus wordt ontzien.

Als er gebruik is gemaakt van wang- of tongslijmvlies, dan heeft u de eerste dagen een gevoelige wond in de mond. Veel mensen vinden het prettig om in het begin vloeibare voeding te eten. De wond in de mond herstelt snel. Het is te vergelijken met een wondje dat kan ontstaan als u op uw wang gebeten heeft.

Risico’s en mogelijke complicaties

Zoals bij alle chirurgische ingrepen kunnen er complicaties optreden, bijvoorbeeld een infectie of een nabloeding.

Bij een plasbuisreconstructie komt het voor dat de wond in de plasbuis na 3 weken nog niet helemaal genezen is. De katheter moet dan weer teruggeplaatst worden en nog wat langer blijven zitten (maximaal nog 3 weken).

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

In de volgende gevallen dient u contact op te nemen met de behandelend arts:

  • Bij hoge koorts (meer dan 38,5°C).
  • Bij heftige pijn.
  • Bij aanhoudend voorkomen van stroperige, bloederige, helderrode urine.

Als bovenstaande problemen zich voordoen, neemt u dan contact op met de polikliniek Urologie, via telefoonnummer 0485-84 53 45. ’s Avonds en in het weekend kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp via telefoonnummer 0485–84 53 31.

Controleafspraak op de polikliniek

Na een Sachse-operatie heeft u ongeveer 6 tot 8 weken later een controleafspraak u op de polikliniek Urologie. Het is belangrijk dat u dan met een gevulde blaas naar het ziekenhuis komt. Tijdens deze afspraak plast u op een speciaal toilet om de straalkracht te meten.

Na een plasbuisreconstructie heeft u na 3 weken een afspraak op de afdeling Radiologie. De uroloog voert het onderzoek uit en bekijkt of de katheter verwijderd kan worden. Hiervoor maakt de uroloog met behulp van contrastvloeistof een röntgenfoto van de plasbuis.

Lange termijn gevolgen van de operatie

Als gevolg van de operatie kan er nieuw littekenweefsel ontstaan in de plasbuis. Dit littekenweefsel kan voor een nieuwe vernauwing zorgen. U kunt met de uroloog bespreken wat dan de beste behandelmethode is.

Meer informatie

Als u nog vragen heeft, kunt u terecht bij de polikliniek Urologie op telefoonnummer 0485-84 53 45. Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis kunt u al uw vragen stellen aan de verpleegkundige.

Specialismen