Gebouw Maasziekenhuis Pantein
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Obductie
Patiëntenfolder

Obductie

U heeft deze folder gekregen omdat uw naaste is overleden. De behandelend arts van uw naaste heeft met u besproken dat er na het overlijden misschien onderzoek gedaan wordt. Dit onderzoek noemen we obductie of autopsie. In deze folder spreken we over obductie. Onderzoek gebeurt alleen als u hier toestemming voor geeft. Deze folder kan u helpen bij de beslissing of u wel of geen toestemming wilt geven voor obductie.

Deze folder geeft antwoord op de vragen:

  • Wat is obductie?
  • Waarom wordt obductie gedaan?
  • Hoe gaat obductie?

Misschien wilt u nu niet over deze vragen nadenken, omdat u erg verdrietig bent of andere emoties heeft. U heeft een dierbare verloren en bent in rouw. Toch zijn deze vragen belangrijk en kunnen ze u helpen om te beslissen of u wel of geen toestemming geeft.

Neem de tijd om de informatie goed te lezen. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u deze stellen aan de arts. De arts kan u helpen bij het begrijpen van de informatie, zodat u een keuze kunt maken.

Met de arts kunt u het tijdstip of het moment afspreken waarop u laat weten wat u heeft besloten.

Wat is obductie?

Obductie wordt gedaan na het overlijden van een patiënt. Het onderzoek wordt gedaan op het lichaam, weefsels, (delen van) organen en/of cellen.

Bij een obductie onderzoekt de arts (patholoog) het hele lichaam van een overleden persoon. De arts kijkt goed naar de buitenkant en binnenkant van het lichaam. Ook onderzoekt de arts alle organen. De arts bekijkt kleine stukjes van de organen onder een microscoop. Het onderzoek wordt gedaan door de afdeling pathologie van het Radboudumc in Nijmegen.

Waarom wordt obductie gedaan?

De belangrijkste reden om obductie te doen, is om duidelijkheid te krijgen over de doodsoorzaak. Bij het onderzoek worden vaak dingen gevonden die voor het overlijden niet bekend waren. Dat kan bijvoorbeeld komen doordat:

  • een patiënt maar kort in het ziekenhuis heeft gelegen voor het overlijden.
  • de patiënt een hele ingewikkelde ziekte had.
  • de patiënt meerdere ziekten tegelijk had die moeilijk uit elkaar te houden waren.

Daarnaast zijn er andere redenen om obductie te doen. Bijvoorbeeld als de overledene een erfelijke of besmettelijke ziekte had. De uitslag van het onderzoek kan dan direct gevolgen hebben voor de nabestaanden. Als de arts bijvoorbeeld een erfelijke hartafwijking vindt, kunnen familieleden zich laten onderzoeken of zij deze afwijking ook hebben. Hierdoor kan een ziekte op tijd vastgesteld en behandeld worden, waarmee toekomstig overlijden misschien wel kan worden voorkomen. Ook als een besmettelijke ziekte gevonden wordt, kunnen eventueel besmette personen opgespoord en op tijd behandeld worden. De arts bespreekt met u wat de eventuele gevolgen van obductie zijn voor u en/of andere nabestaanden.

Artsen kunnen leren van het onderzoek. Het is ook voor hen (en hun latere patiënten) erg belangrijk dat zij terugkijken op de behandeling en hoe de ziekte is verlopen. Door er van te leren kunnen zij zichzelf telkens weer verbeteren.

Ten slotte kan obductie bijdragen aan de wetenschap. Wetenschappers hebben nu meer kennis over veel ziekten door onderzoek bij overleden patiënten. Ze weten bijvoorbeeld meer over hoe een bepaald type kanker uitzaait. Of hoe een bepaalde bacterie of virus de organen aantast. Obductie kan daarom van belang zijn voor u als nabestaande en is van belang voor zorgverleners en voor de maatschappij.

Hoe gaan de onderzoeken bij obductie?

Bij een obductie onderzoekt de arts het lichaam van buiten en van binnen. De arts opent het lichaam van de overleden persoon en neemt de organen een voor een uit het lichaam. De organen worden gewogen en daarna geopend, zodat ook deze van binnen kunnen worden bekeken. Vervolgens neemt de arts uit elk orgaan een klein stukje weefsel. Dit is voor onderzoek onder de microscoop. Dat is nodig, omdat niet alle afwijkingen met het blote oog herkenbaar zijn. Daarna worden de organen teruggeplaatst in het lichaam en wordt het lichaam weer dichtgemaakt. De littekens kunnen met kleding worden bedekt, zodat bij eventuele opbaring niets meer is te zien van de obductie.

Voor de hersenen is meer tijd nodig om onderzoek te doen. De hersenen kunnen daarom niet teruggeplaatst worden in het lichaam. Voor onderzoek aan de hersenen moet een snede in de huid van het achterhoofd worden gemaakt. Bij kale mensen blijft deze snede mogelijk te zien. Als u dit vervelend vindt, kunt u dit bespreken met de arts. Er kan dan een gedeeltelijke obductie plaatsvinden: een obductie zonder onderzoek van de hersenen.

In sommige gevallen moeten ook een of meer andere organen (of delen daarvan) langer bewaard worden om onderzoek te doen. Deze kunnen dan ook niet worden teruggeplaatst in het lichaam.

Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn:

  • Het orgaan is héél klein, waardoor het in zijn geheel moet worden meegenomen voor onderzoek onder de microscoop.
  • Er wordt een ingewikkelde afwijking aan het orgaan gevonden, waarvoor uitgebreider onderzoek nodig is.
  • Het weefsel of orgaan moet eerst bewerkt worden, voordat het goed onderzocht kan worden. Het bewerken kost meer tijd.

De kleine stukjes weefsel die onder de microscoop worden onderzocht, worden niet teruggeplaatst in het lichaam. Het is niet mogelijk om deze weefsels en/of (delen van) organen met de overleden persoon mee te begraven of te cremeren. Deze worden later gecremeerd door het ziekenhuis. Het komt heel soms voor dat het ziekenhuis het materiaal wil bewaren voor onderwijs. Als u niet wilt dat het weefsel en/of (delen van) organen van de overleden persoon hiervoor worden gebruikt, kunt u dit aan de arts laten weten.

Toestemming geven voor obductie

Obductie kan niet gebeuren zonder toestemming van de nabestaanden. De arts vraagt eerst aan u als nabestaanden of obductie gedaan mag worden.

Als u geen toestemming geeft, dan wordt er geen onderzoek gedaan.

Als u wel toestemming geeft, dan kunt u zelf beslissen wat wel en wat niet onderzocht mag worden. U wilt bijvoorbeeld wel toestemming geven voor obductie, maar u wilt liever niet dat organen bewaard worden of dat de hersenen worden onderzocht.

U kunt de arts vertellen wat wel en wat niet mag worden onderzocht bij uw naaste. Als sommige dingen niet onderzocht mogen worden, geeft het onderzoek misschien niet genoeg informatie. De arts bespreekt dit met u. U kunt dan met deze informatie opnieuw nadenken voordat u een besluit neemt. Uiteindelijk bepaalt u wat er gebeurt.

Wat gebeurt er na de toestemming?

Als u toestemming geeft voor obductie, dan wordt het lichaam van uw naaste naar het Radboudumc in Nijmegen gebracht waar het onderzoek plaatsvindt. Het onderzoek duurt meestal een halve tot één dag.

Na het onderzoek haalt de begrafenisondernemer het lichaam van uw naaste op en doet de voorbereidingen voor de opbaring en/of uitvaart. Als u dat wilt, kunt u helpen met het aankleden en verzorgen van uw naaste. Meestal kunnen de opbaring en begrafenis of crematie gewoon plaatsvinden.

Vaak gaat het onderzoeken van het weefsel of (delen van) organen hierna nog verder. Dit kost wat meer tijd.

Als het onderzoek klaar is, wordt hiervan een verslag gemaakt. De arts die het onderzoek heeft aangevraagd, ontvangt dit verslag. Als u dat wilt, kan de arts de uitslag van het onderzoek met u bespreken. De uitslag is meestal twee maanden na het onderzoek bekend bij lichaamsobductie. Als er ook schedelobductie wordt gedaan, dan duurt het ongeveer drie maanden. Als u dan nog vragen heeft, kunt u deze met de arts bespreken.

Bijzondere situaties

Wilsbeschikking van de patiënt

Soms heeft de overledene zelf vooraf in een wilsbeschikking of codicil laten opnemen dat hij of zij geen obductie wil. De nabestaanden kunnen dan geen toestemming verlenen.

Een niet-natuurlijk dood

Iemand die overlijdt na (vermoeden van) een ongeval of misdrijf is een niet-natuurlijke dood gestorven. De officier van justitie kan dan een speciale arts (gerechtelijk patholoog) vragen om onderzoek na overlijden te doen. Hiervoor is geen toestemming van de nabestaanden nodig: de officier van justitie legt beslag op het lichaam van de overledene. Deze folder is in dat geval niet van toepassing.

Orgaandonor

Weet u dat uw naaste zich heeft geregistreerd als orgaandonor? Bespreek dit dan met de arts. De obductie en de procedure voor het doneren van een orgaan kunnen soms niet allebei gedaan worden. Een transplantatie-coördinator kan helpen om de procedures zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Hierbij heeft de transplantatie van een of meerdere organen voorrang op de obductie.

NODOK-procedure bij minderjarigen

Toestemming geven voor obductie bij kinderen tot 18 jaar gaat op een andere manier dan bij volwassenen. Bij overlijden van een kind wordt altijd een speciale arts (forensisch arts) betrokken. Als het overlijden van het kind onverwacht was en niet duidelijk is wat de oorzaak van overlijden is, kan de forensisch arts aan de ouders een NODOK-procedure adviseren. NODOK staat voor Nader Onderzoek naar de Doodsoorzaak bij Kinderen. Voor dit onderzoek bestaan speciale NODOK-teams. De ouders (of gezaghebbenden) moeten ook bij een NODOK-procedure eerst toestemming geven voor het onderzoek.

Kosten van obductie

De kosten voor het vervoer van het lichaam van uw naaste naar het Radboudumc in Nijmegen voor obductie worden betaald door Maasziekenhuis Pantein. De kosten van de obductie zelf worden ook betaald door Maasziekenhuis Pantein.

De kosten voor het vervoer van het mortuarium van het Radboudumc naar de begrafenisondernemer vallen altijd onder de kosten van de uitvaart. Deze kosten worden door de begrafenisondernemer bij u als nabestaanden in rekening gebracht.

Tot slot

Als u nog vragen heeft, kunt u deze bespreken met de arts.

Deze folder is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP), aangepast aan de situatie in Maasziekenhuis Pantein.

Specialismen