Maasziekenhuis Pantein atrium
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Gebroken bovenbeen
Patiëntenfolder

Gebroken bovenbeen

U bent in het ziekenhuis opgenomen met een gebroken bovenbeen. Het bovenbeen bestaat uit één lang bot. Het wordt ook wel het dijbeen genoemd of ‘femur’ in medische termen. Een breuk in het bovenbeen kan op verschillende plaatsen van het bot optreden.

Oorzaak

Bij oudere mensen is een gebroken bovenbeen meestal het gevolg van een simpele val. Deze breuken komen bij jongeren ook voor, bijvoorbeeld door een verkeersongeluk, een heel sterke slag of stoot of doordat iemand vanaf een hoogte op zijn knie valt.

Verschijnselen

Meestal is lopen of belasten onmogelijk.

  • Veel pijn bij bewegen.
  • Soms is er een blauw/paars verkleurde huid in het heupgebied, als gevolg van bloeduitstortingen onder de huid.
  • Een afwijkende stand van het been.

Diagnose

Meestal wordt op basis van lichamelijk onderzoek en klachten vermoed dat er sprake is van een botbreuk. Met een röntgenfoto van de heup en/of het bekken wordt onderzocht of iemand echt een breuk heeft. De plaats van de breuk, de ernst ervan en de richting waarin de botfragmenten zijn verschoven worden daarmee duidelijk zichtbaar gemaakt.

Behandeling

Het belangrijkste doel van een behandeling is het rechtzetten van de delen van het gebroken bot en voldoende stabilisatie om iemand op korte termijn weer mobiel te krijgen. Op deze manier proberen we de functie van het bovenbeen zo snel mogelijk te herstellen.

Op de Spoedeisende hulp krijgt u pijnstillers en meestal wordt er een tijdelijke spalk of een gips aangelegd om het been zo min mogelijk te laten bewegen.

Soms is een tractiebehandeling een optie. Bij een tractie wordt met gewichtjes aan uw been ‘getrokken’ om de botstukken op de goede plaats te houden.

Als het been in een goede stand is gebroken, is soms volledige behandeling in gips ook een mogelijkheid.

De meest toegepaste behandeling is een operatie. Bij een operatie worden de breukdelen met behulp van implantaten zoals schroeven, platen, draad, metalen pennen vastgezet. In deze folder wordt de operatie als behandelmethode verder uitgelegd.

De operatie

Op de operatiekamer krijgt u eerst een verdoving van de anesthesioloog. Daarna maakt de chirurg een snee in uw bovenbeen om de breuk recht te zetten en om implantaten zoals pennen, platen of schroeven te kunnen plaatsen.

Hoe lang de operatie duurt, kan per situatie verschillen. Gemiddeld duurt de operatie 1 tot 2 uur.

Door een operatie wordt het risico van complicaties en misvormingen verminderd, is iemand sneller mobiel en geneest ook sneller.

Risico’s en complicaties

Iedere operatie heeft risico’s. Bijvoorbeeld een nabloeding of een infectie van het wondgebied. Ook kunt u last hebben van de verdoving (een ruggenprik of narcose).

Op langere termijn hebben mensen soms last van de metalen implantaten. In dat geval moeten deze met een operatie weer worden verwijderd. Meestal geneest een bot na een dergelijke operatie vanzelf, maar soms lukt dat niet. Als een bot niet op tijd geneest, kan op den duur metaalmoeheid optreden. Hierdoor kan het implantaat breken.

Na de operatie

De dag na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs om te starten met de revalidatie. Afhankelijk van de operatietechniek mag u belast of onbelast gaan bewegen.

De eerste dag na de operatie kunt u gebruik maken van krukken of een looprekje van de fysiotherapie van het Maasziekenhuis. Daarna wordt van u verwacht dat u zelf voor krukken zorgt. Beneden in de gang van het Maasziekenhuis staat naast de apotheek een hulpmiddelenautomaat van Medicura. Hier kunt u krukken lenen. Meer informatie over het lenen van artikelen vindt u op de website van Medicura, www.medicura.nl of www.panteinextra.nl.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

In de volgende gevallen neemt u contact op met de poli Chirurgie:

  • hoge koorts, hoger dan 38,5 °C;
  • veel pijn;
  • wondlekkage;
  • roodheid/warm aanvoelen van de wond;
  • zwelling van het wondgebied.

Als zich thuis bovenstaande problemen voordoen, neemt u dan contact op met de polikliniek Chirurgie op telefoonnummer 0485-84 53 35. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op telefoonnummer 0485-84 53 31.

Adviezen voor thuis

Activiteiten

  • Uw arts bespreekt met u of u belast of onbelast mag bewegen.
  • Er zijn geen beperkingen ten aanzien van uw houding in bed en in een stoel.
  • Het is heel normaal dat uw been dikker is na een gebroken bovenbeen. Dit komt door vocht in uw been. Als uw been dikker is, legt u het been dan hoog als u zit. Bij voorkeur hoger dan het heupgewricht.
  • Vermijd langdurig baden en sauna tot een week nadat de hechtingen verwijderd zijn en tot de wond niet meer lekt.

Medicatie

  • U krijgt waarschijnlijk Fragmin (trombosespuitjes) voorgeschreven. Leest u hiervoor de gebruiksaanwijzing op het instructieformulier. De verpleegkundige op de afdeling kan u leren hoe u deze spuitjes zelf kunt zetten.
  • Bij pijn mag u 4 keer per dag 2 tabletten van 500 mg Paracetamol gebruiken. Zo nodig krijgt u een recept voor extra pijnstilling mee.
  • Eventueel heeft uw arts extra (pijn)medicatie voorgeschreven.

Wondverzorging

De wond heeft geen speciale verzorging nodig. U kunt zich gewoon wassen of douchen. Als de wond droog is, hoeft er geen gaas of verband meer op. Als het nodig is of als u dat prettig vindt, bedekt u de wond met een droog gaas. Zorgt u er in ieder geval voor dat de wond schoon blijft.

Controle afspraak

Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor poliklinische controle twee weken ná de operatie.

Tot slot

Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, stelt u deze dan aan uw behandelend arts of neemt u contact op met de verpleegafdeling C2 op telefoonnummer 0485-84 53 35.



Specialismen