Maasziekenhuis Pantein Hal boven
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Botulinebehandeling bij dystonie
Patiëntenfolder

Botulinebehandeling bij dystonie

Sinds 1984 is het mogelijk om verschillende vormen van dystonie te behandelen met botulinetoxine. Botulinetoxine wordt als eerste keus behandeling gebruikt bij focale dystonieën zoals torticollis, blefarospasme, spasmodische dysfonie, hemifacialisspasme en schrijfkramp. In 80 tot 90% van de gevallen verbeteren bovengenoemde aandoeningen door botulinetoxine in de overactieve spieren te injecteren. Na twee tot vier maanden moet de behandeling worden herhaald omdat de botulinetoxine dan uitgewerkt is. Bij een uitgebreidere dystonie worden, naast de injecties met botulinetoxine, vaak ook bepaalde medicijnen gegeven.

Wat is Botuline?

Botulinetoxine is een giftige stof die wordt gemaakt door een bacterie met de naam Clostridium botulinum. Deze bacterie kan voorkomen in bedorven voedsel en is verantwoordelijk voor het ontstaan van botulisme onder dieren (en mensen) in stilstaand water. Er zijn twee typen Botulinetoxine beschikbaar:

  • Botulinetoxine type A (namen Botox® en Dysport®)
  • Botulinetoxine type B (naam Neurobloc®).

De preparaten Botox® en Dysport® worden in Nederland het meest gebruikt. Zij verschillen van elkaar in samenstelling, maar hun effect is vergelijkbaar. In Maasziekenhuis Pantein wordt Dysport® gebruikt.

Hoe werkt Botulinetoxine?

Botulinetoxine werkt op de plaats waar de zenuwuiteinden verbinding maken met de spiervezels. Het zorgt ervoor dat de zenuw geen prikkel kan doorgeven aan de spier. Dit gebeurt doordat botulinetoxine aan het zenuwuiteinde gaat zitten en voorkomt dat ‘de boodschapper’ ofwel de neurotransmitter, Acetylcholine (ACh) genaamd, een signaal ofwel een prikkel kan doorgeven aan de spier. Deze prikkeloverdracht is nodig om de spier te laten aanspannen. Na toediening van botulinetoxine verslapt de spier zich dus.

Toepassing

Botulinetoxine wordt geïnjecteerd in de spier of spieren waarin de onwillekeurige spiersamentrekkingen zich voordoen. Dit betreft meestal één of meerdere spieren. Bij de behandeling met botulinetoxine wordt nauwkeurig bepaald welke spier het probleem veroorzaakt. Het aantal injecties kan, afhankelijk van de soort dystonie, variëren van 1 tot 12 stuks.

De behandeling duurt 15 tot 20 minuten en gebeurt poliklinisch. Soms wordt tijdens de behandeling de spieractiviteit gemeten via de injectienaald die is aangesloten op een zogenaamd EMG-apparaat. Zo kan de arts, wanneer dat nodig is, nog nauwkeuriger de spier(en) vinden en gebieden met veel activiteit opzoeken.

Het effect is na één tot twee weken merkbaar, maar verdwijnt weer na twee tot vier maanden. Dit komt omdat de zenuw een nieuwe uitloper gaat vormen met een nieuw zenuwuiteinde, die weer verbinding maakt met de spier. Deze zenuwuiteinde geeft weer de neurotransmitter af waardoor de spier opnieuw samentrekt. De behandeling wordt dus iedere twee tot vier maanden herhaald voor optimaal resultaat.

Bijwerkingen

Zoals elk geneesmiddel kan ook botulinetoxine bijwerkingen veroorzaken. Niet iedereen krijgt deze bijwerkingen en de bijwerkingen treden niet elke keer op. Soms kan een injectie pijn doen of irritatie veroorzaken. Ook kan het voorkomen dat wat botulinetoxine terechtkomt in een aangrenzende spier, die daardoor ook verslapt. Dit trekt na verloop van tijd vanzelf weg.

Zo kunnen bij de behandeling van torticollis slikproblemen, een droge mond en te slappe nekspieren ontstaan. Bij de behandeling van blefarospasme kan het bovenste ooglid omlaag gaan hangen of kunnen droge ogen ontstaan. In het laatste geval worden kunsttranen aanbevolen. Een enkele patiënt kan griepachtige verschijnselen krijgen na de injectie. Tenslotte kan een blauwe plek ontstaan op de plaats van de injectie. Wanneer één van deze bijwerkingen ernstig wordt of u moeilijkheden krijgt met slikken, spreken of ademhalen neem dan contact op met de arts die de injecties gegeven heeft.

Wat zijn de effecten op lange termijn?

Er zijn geen nadelige effecten op lange termijn bekend. Veel patiënten krijgen al jaren deze injecties zonder problemen. Wel is het zo dat door de behandeling van torticollis de nekspieren dunner kunnen worden. Bij sommige patiënten kan na een periode van een goed effect van de injecties het resultaat afnemen. Dat kan doordat misschien de dystonie zelf verandert van patroon. Een andere verklaring kan zijn dat patiënten antistoffen gaan vormen tegen de botulinetoxine. Wanneer dat mogelijk het geval is, wordt er een bepaalde test gedaan (de zogenaamde EDB-test).

Poliklinische afspraken

U heeft eerst een afspraak op de polikliniek Neurologie met de neuroloog. Tijdens dat bezoek wordt onder andere bekeken of de diagnose juist is en wat de behandelmogelijkheden zijn. Afhankelijk van uw diagnose wordt er een videoregistratie gemaakt. Wanneer u in aanmerking komt voor een behandeling met botulinetoxine wordt u verwezen naar de afdeling Neurofysiologie. Op deze afdeling behandelt de neuroloog u waarschijnlijk elke drie maanden met botulinetoxine. Eventuele poliklinische controles vinden plaats gekoppeld aan het bezoek voor botuline-injectie.

De eerste keren dat u behandeld wordt, zijn er ook voor om uit te zoeken welke spieren met welke dosering geïnjecteerd moeten worden. Daarbij is natuurlijk het streven om zo weinig mogelijk spieren met zo min mogelijk botulinetoxine te behandelen. Het kan dus zijn dat het effect die eerste keren wat tegen valt, maar dit wordt onder andere zo gedaan om onverwachte bijwerkingen te voorkomen.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stelt u deze dan aan uw behandelend arts of neemt u contact op met de polikliniek Neurologie. De polikliniek is op werkdagen bereikbaar op telefoonnummer 0485-84 53 90 of via e-mail neurologie@pantein.nl

Specialismen