Irritatie van de huid rond of in de anus in de vorm van onrustige cellen in het slijmvlies is niet alleen lastig, maar kan een voorstadium zijn van anuskanker. Deze aandoening van het slijmvlies heet anale intra-epitheliale neoplasie (AIN). Maasziekenhuis Pantein heeft een apart AIN-poliklinisch spreekuur voor patiënten van de HIV-poli’s van het Radboudumc in Nijmegen, het Catharinaziekenhuis in Eindhoven en Rijnstate in Arnhem, maar ook patiënten uit andere regio’s zijn uiteraard welkom bij ons.
Als AIN is vastgesteld betekent dit niet per definitie dat iemand anuskanker heeft of krijgt. Dit geldt slechts voor een minderheid van de patiënten, zonder dat goed te voorspellen is om welk percentage het gaat. Om de kans op anuskanker te verkleinen wordt een behandeling geadviseerd bij de twee hoogste van de drie stadia van AIN. Door kleine stukjes weefsel af te nemen kan de arts bepalen om welk stadium het gaat. In veel gevallen volstaat een behandeling met crème. Andere behandelmethoden zijn het elektronisch wegbranden of met stikstof. Deze laatste methode is vergelijkbaar met het aanstippen van wratten.
Echter, het virus dat dit veroorzaakt kan niet worden bestreden. AIN kan dus terugkeren, waardoor een jaarlijkse controle nodig blijft. De behandeling van gevonden AIN-plekjes neemt echter de oorzaak (het HPV virus) niet weg. Regelmatige controle is raadzaam, afhankelijk van wat er bij de patiënt gevonden wordt.
Voor een afspraak bij de AIN-poli is een verwijzing van de HIV-poli nodig.
