Maasziekenhuis Pantein Hal boven
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Prostaatoperatie: HoLEP
Patiëntenfolder

Prostaatoperatie: HoLEP

Er zijn verschillende manieren waarop een vergrote prostaat behandeld kan worden. Een van die manieren is een operatie met een laser, de HoLEP techniek. In deze folder leest u over deze operatie, de voorbereiding en wat u na de operatie kunt verwachten.

Prostaatproblemen

De prostaat is een klier die rondom de plasbuis ligt en is ongeveer even groot als een kastanje. De prostaat groeit wanneer je ouder wordt. Bij veel mannen kan het meegroeien van de prostaat problemen geven met plassen. Met een operatie kunnen we deze problemen oplossen.

Er zijn verschillende redenen om te kiezen voor een prostaatoperatie. Bijvoorbeeld:

  • Bij een minder krachtige urinestraal en/of een onderbroken straal.
  • Bij moeite met het op gang komen van het plassen.
  • Bij nadruppelen.
  • Bij niet meer kunnen plassen.
  • Bij vaak kleine beetjes plassen.
  • Moeite hebben om bij aandrang de urine op te houden.
  • ’s Nachts vaker moeten plassen en daardoor slechte nachtrust hebben.
  • Bij het gevoel niet goed leeg te kunnen plassen.
  • Als medicijnen niet genoeg effect hebben en/of bij bijwerkingen van de medicijnen.
  • Bij beperking van sociale activiteiten door bovenstaande klachten.

Operatie met een laser, HoLEP

De operatie van de prostaat wordt uitgevoerd met een laser. Dit noemen we de HoLEP techniek. HoLEP staat voor Holmium Laser Enucleatie van de Prostaat. Bij deze techniek wordt de prostaat niet helemaal verwijderd, maar wordt de binnenkant van de prostaat leeggemaakt. De schil van de prostaat blijft bestaan.

Deze operatie wordt uitgevoerd via de plasbuis. Daardoor is er alleen aan de binnenkant van de prostaat een wond. Het voordeel van deze techniek is dat er minder nabloedingen zijn en meestal mag u de dag na de operatie weer naar huis.

De kans is klein dat het weggehaalde weefsel in de toekomst weer aangroeit en opnieuw voor klachten zorgt. Het weggehaalde weefsel wordt altijd onderzocht in het laboratorium. In ongeveer 5% van de gevallen wordt achteraf toch prostaatkanker vastgesteld.

Voorbereiding op de opname

Welke verdoving?

Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Deze operatie gebeurt onder volledige narcose. In de folder ‘Anesthesiologie’ leest u meer over de manier van verdoven. Tijdens het pre-operatief spreekuur ter voorbereiding op de operatie kunt u de verdoving met de anesthesioloog bespreken.

Eten en drinken voor de operatie

De anesthesioloog vertelt u vanaf welk tijdstip vóór de operatie u niet meer mag eten en drinken. Dit wordt nuchter blijven genoemd. U mag dan alleen nog een slokje water drinken. Wij raden u ook aan ten minste 24 uur vóór uw opname geen alcohol te gebruiken en niet te roken, ook niet op de dag van de operatie.

Medicatie

De anesthesioloog vertelt u tijdens het pre-operatief spreekuur welke medicijnen u mag gebruiken en met welke u tijdelijk moet stoppen. Als u bloedverdunners gebruikt, vertel dit dan altijd aan uw arts.

Opname en verblijf in het ziekenhuis

Dag van opname

In het ziekenhuis meldt u zich op de afgesproken dag en tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige wijst u uw kamer en bed. Zij voert met u het opnamegesprek en bereidt u verder voor op de operatie. Ook beantwoordt zij mogelijke vragen van u. De verpleegkundige zal u vragen nog even naar het toilet te gaan voordat u naar de operatieafdeling wordt gebracht.

De operatie

Tijdens de operatie brengt de uroloog via de plasbuis een resectoscoop in. Een resectoscoop is een dun instrument met een camera en een lamp waarmee de uroloog in de plasbuis en de prostaat kan kijken. Via de resectoscoop kan de uroloog ook andere instrumenten inbrengen om weefsel weg te halen. Bij deze operatie gebruikt de arts via de resectoscoop een laser om het weefsel van de prostaat los te maken. Het losgemaakte weefsel valt in de blaas. Daarna wordt het weefsel met een speciaal instrument in kleine stukjes gesneden en uit de blaas gezogen. Het weefsel wordt opgestuurd voor onderzoek in het laboratorium.

Na de operatie

Na de operatie heeft u een blaaskatheter. Via dit slangetje wordt de blaas gespoeld om de kans op bloedstolsels in de blaas te verminderen. Het spoelen kan vaak de volgende dag alweer stoppen.

Als u pijn heeft, dan krijgt u daar pijnstillers voor.

De dag na de operatie wordt de blaaskatheter verwijderd en mag u uit bed. U mag naar huis wanneer u weer kunt plassen, er niet te veel urine in de blaas achterblijft en u verder goed herstelt van de operatie. Meestal mag u de dag na de operatie weer naar huis.

Mogelijke gevolgen van de operatie

Na de operatie kunt u soms urineverlies hebben, omdat u de urine niet goed kunt ophouden als u aandrang heeft. Dit komt omdat u een wond heeft bij de uitgang van de blaas. Ook moet de sluitspier wennen aan de nieuwe situatie. Hierdoor kunt u meer aandrang voelen om te plassen. Dit is een normaal gevolg van de operatie. Bij de meeste patiënten verdwijnt dit na een paar dagen tot een paar weken. Soms duurt het wat langer.

Als u incontinentiemateriaal nodig heeft voor thuis, dan regelt de verpleegkundige dit voor u. Als het urineverlies niet vanzelf overgaat, kunt u dit bespreken tijdens de controleafspraak bij de uroloog. Samen kijkt u dan wat er mogelijk is, bijvoorbeeld met bekkenfysiotherapie en/of medicijnen.

Heel soms blijft urineverlies na een jaar nog bestaan. Dit gebeurt bij minder dan 5% van de patiënten.

Door de operatie kan het ook zijn dat het sperma bij het klaarkomen niet meer naar buiten komt, maar de blaas in gaat. Dit noemen we droog klaarkomen. U plast het sperma met de urine weer uit. Dit komt voor bij zeker 7 van de 10 mannen na deze operatie.

Goed om te weten

Als u voor de operatie al een blaaskatheter heeft, dan heeft u wat meer kans op een blaasontsteking na de operatie.

Voor de operatie is uw urine onderzocht. Als dat nodig is, krijgt u voor de operatie een antibioticakuur.

Als u voor de operatie niet kon plassen of als er veel urine in de blaas achterbleef, dan kan het plassen na de operatie soms wat moeilijker op gang komen. Dan kan het zijn dat u na ontslag uit het ziekenhuis toch nog een tijdje een blaaskatheter nodig heeft. De katheter wordt dan op de polikliniek verwijderd.

Na de opname

Adviezen voor thuis

  • Drink elke dag tenminste 2 liter vocht.
  • Drink de eerste 6 weken na de operatie geen alcohol.
  • Eet voeding waar veel vezels in zitten. Zo blijft de ontlasting zacht en hoeft u de eerste 6 weken niet te persen tijdens de ontlasting.
  • Doe de eerste 6 weken na de operatie geen zwaar werk. Doe vooral geen werk waarvoor u de buikspieren moet aanspannen.
  • U mag maximaal 1 uur per dag autorijden.
  • U mag niet fietsen tot 6 weken na de operatie.
  • U mag ook niet sporten en niet zwaar tillen tot 6 weken na de operatie.
  • U mag wel een korte wandeling maken.
  • Tot 6 weken na de operatie mag u geen geslachtsgemeenschap hebben of klaarkomen.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

In de volgende gevallen neemt u contact op met de polikliniek Urologie:

  • Als u veel bloed plast met grote stolsels.
  • Als u ineens niet meer kunt plassen.
  • Als u plotseling koorts krijgt, hoger dan 38,5 graden.
  • Als de pijn niet over gaat of als de pijn erger wordt.

Als zich thuis bovenstaande problemen voordoen, neemt u dan contact op met de polikliniek Urologie op telefoonnummer 0485-84 53 45. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op telefoonnummer 0485-84 53 31.

Wanneer hoeft u niet te bellen?

  • Als u veel aandrang heeft om te plassen.
  • Als u de urine niet goed kunt ophouden. Dit verdwijnt meestal na een paar weken.
  • Als u een branderig gevoel heeft bij het plassen. Dit verdwijnt na 2 tot 4 weken.
  • Als u nog wat bloed in de urine heeft. Dit verdwijnt na 1 tot 2 weken.
  • Als er een bloedstolseltje of stukje weefsel meekomt met de urine wat het plassen niet in de weg staat. Dit moet wel steeds minder worden.

Controleafspraak

Een aantal weken na de operatie heeft u een afspraak voor controle bij de uroloog op de polikliniek. Deze afspraak krijgt u mee wanneer u na de operatie naar huis gaat.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neemt u dan gerust contact op met de polikliniek Urologie op telefoonnummer 0845-84 53 45.

Specialismen