Maasziekenhuis Pantein Gebouw avond
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Lachgasvergiftiging bij kinderen
Patiëntenfolder

Lachgasvergiftiging bij kinderen

Uw kind* is met een lachgasvergiftiging, ook wel lachgasintoxicatie genoemd, op de Spoedeisende Hulp van het Maasziekenhuis Pantein geweest of opgenomen op de kinderafdeling. Dit kan zowel voor uw kind als voor u een schokkende ervaring zijn. In deze folder leest u wat lachgasvergiftiging op jonge leeftijd inhoudt, wat de gevolgen ervan (kunnen) zijn en hoe ons nazorgtraject er uitziet.

*met ‘kind’ wordt bedoeld: kinderen en jongeren tot 18 jaar.

Wat is lachgas en wat is lachgasvergiftiging?

Lachgas wordt als ‘partydrug’ gebruikt. Het wordt ingeademd vanuit een ballon die van tevoren gevuld was met lachgas uit een patroon. Lachgas wordt gebruikt om een ‘high’ gevoel te krijgen. Dit high zijn is slechts zeer kortdurend, waardoor vaak meerdere lachgaspatronen achter elkaar worden gebruikt. We spreken van lachgasvergiftiging als er lichamelijke klachten optreden ten gevolgen van lachgasgebruik. Dit kan een acute vergiftiging betreffen (ontstaat vlak na het gebruik), of sluipenderwijs optreden. Men noemt dit een chronische vergiftiging. Lachgas is geen onschuldig middel! De gevolgen kunnen groot en soms zelfs blijvend van aard zijn.

Gevolgen van acute lachgasvergiftiging (op korte termijn)

Het inademen van lachgas zorgt ervoor dat er minder zuurstof wordt ingeademd dan normaal. Daarnaast heeft lachgas invloed op de werking van de hersenen. Bij acute lachgasvergiftiging kunnen onder andere de volgende klachten optreden: hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken, hallucinaties, verlies van evenwichtsgevoel en afname van spierkracht. Bevriezingswonden aan de handen komen voor en soms ook schade aan de longen door bevriezing. Het kind/de jongere kan ten gevolge van het zuurstofgebrek bewusteloos raken, typisch gedrag vertonen, overlast veroorzaken, lichamelijk letsel hebben doordat hij/zij gevallen is of een ongeluk gehad hebben door de spierkracht,- en balansproblemen.

Gevolgen van chronische lachgasvergiftiging (op lange termijn)

Bij langdurig lachgasgebruik treden ernstige lichamelijke klachten op door schade aan de zenuwen en hersenen.
De volgende klachten komen vaak voor: tintelingen en verminderd gevoel in handen en voeten, trillende handen, moeite met schrijven of kleine voorwerpen pakken, loopproblemen, wazig zien, gehoorverlies, angst, verwardheid en psychose. Bij langdurige chronische vergiftiging kan een dwarslaesie optreden: uitval van de zenuwen van het onderlichaam. Daardoor ontstaan loopstoornissen, problemen met poepen of plassen en stoornissen van de seksualiteit.

Hoe ziet een opname in het ziekenhuis er uit?

Op de Spoedeisende Hulp worden de ‘vitale functies’, zoals ademhaling, temperatuur en de bloeddruk van uw kind gecontroleerd en zo nodig behandeld. Uw kind krijgt een infuus, zodat we indien nodig snel medicijnen kunnen geven en/of bloed kunnen afnemen voor onderzoek. Indien er sprake is van lichamelijk letsel, wordt dat uiteraard ook behandeld. Soms kan het kind daarna naar huis, maar een opname kan ook nodig zijn. Uw kind gaat dan na de eerste opvang op de Spoedeisende Hulp over naar de kinderafdeling (C4).

De ochtend na opname komt de kinderarts bij uw kind. Als er geen medische redenen meer zijn om langer in het ziekenhuis te blijven, vindt er met u en uw kind een ontslaggesprek plaats, waarna ontslag naar huis plaats vindt.

Nazorgtraject

Overmatig lachgasgebruik op jonge leeftijd kàn erop wijzen dat het kind problemen heeft; zelf, in het gezin of op school. Daarom doen wij bij jonge kinderen (jonger dan 15 jaar) altijd een zorgmelding bij Veilig Thuis, zodat zij kunnen onderzoeken of het kind hulp nodig heeft.

Bij ontslag wordt uw huisarts geïnformeerd over de opname van uw kind en melden wij uw kind aan bij het preventie team van Novadic Kentron of Vincent van Gogh Instituut, afhankelijk van de woonplaats. Deze organisaties in de regio verlenen hulp aan jongeren die een probleem hebben of hebben gehad met begrenzen van het gebruik van genotmiddelen.

Binnen een aantal werkdagen neemt het betreffende team van Novadic Kentron (of Vincent van Gogh) contact met u op om een afspraak te plannen voor een informatief gesprek. We gaan er vanuit dat u en uw kind hierbij aanwezig zijn; liefst beide ouders. Het doel van dit preventiegesprek is om inzicht te krijgen in de gevaren van lachgasgebruik op jonge leeftijd en om u als ouders opvoedkundige adviezen hierover te geven.

Wij vinden dit preventiegesprek van groot belang voor het welzijn van uw kind. Het gesprek bij Novadic Kentron / Vincent van Gogh is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Als uw kind of u geen gehoor geeft aan de oproep voor het gesprek bij Novadic Kentron / Vincent van Gogh, wordt er voor uw kind een controleafspraak bij één van de kinderartsen van het Maasziekenhuis gemaakt. Ook kan de kinderarts besluiten een zorgmelding te doen bij Veilig Thuis.

In het Maasziekenhuis bespreken wij kinderen die een lachgasvergiftiging hebben gehad anoniem in de werkgroep Kinderzorg. Dit doen wij om af te wegen of het nazorgtraject uw kind voldoende heeft geholpen of dat er nog nadere hulp nodig is.

Wat kunt u thuis al doen?

Als voorbereiding op het preventiegesprek bij Novadic Kentron / Vincent van Gogh is het goed om thuis al met uw kind te praten over de aanleiding tot het ziekenhuisbezoek. Hoe vaak gebruikt uw kind lachgas? Hoeveel patronen per keer? Waarom doet hij/zij dit? Heeft u regels thuis? Realiseert u zich dat u als ouder een belangrijke voorbeeldfunctie heeft. Bespreek de gevaren van overmatig lachgasgebruik op jonge leeftijd.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neemt u dan contact op met de betreffende afdeling of stuur een mail naar kinderzorg@pantein.nl.

Telefoonnummers

Afdeling C4: 0485-84 55 40
Spoedeisende Hulp: 0485-84 53 31

Meer informatie over lachgasintoxicatie vindt u op de volgende websites:
www.kinderneurologie.eu
www.trimbos.nl 
www.vvgi.nl 
www.novadic-kentron.nl

*met ‘kinderen’ wordt bedoeld: kinderen en jongeren tot 18 jaar.

Specialismen