Maasziekenhuis Pantein Gebouw op afstand
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Inwendige oogontsteking
Patiëntenfolder

Inwendige oogontsteking (uveïtis)

De oogarts heeft bij u een inwendige oogontsteking (uveïtis) vastgesteld. In deze folder leest u meer over deze ziekte en de behandeling ervan. Omdat uveïtis een verzamelnaam is voor alle inwendige oogontstekingen, is de uitleg algemeen gehouden. Dit betekent dat niet alle opmerkingen in deze folder voor alle uveïtis-patiënten gelden.

 

Verschijnselen

Uveïtis is een ontsteking van het binnenste van het oog en kan op alle leeftijden voorkomen. Uveïtis-patiënten klagen vaak over een vermindering van het gezichtsvermogen van één of beide ogen. Ze zien wazig, hebben last van zwarte vlekjes of slierten in het beeld. Een aantal patiënten kan het licht niet goed verdragen; vaak is het oog pijnlijk en rood. Het kan in één oog voorkomen, of in beide ogen tegelijkertijd.

Verschillende vormen van uveïtis

Uveïtis wordt ingedeeld in vier vormen, afhankelijk van de plaats in het oog waar de ontsteking het hevigst is. Deze vormen zijn:

  • Uveïtis anterior (aan de voorkant)
  • Uveïtis intermedia (midden in)
  • Uveïtis posterior (aan de achterkant)
  • Pan-uveïtis (gehele oog)

Soms is het onderscheid niet goed mogelijk. Deze indeling is van belang, omdat de verschillende vormen van uveïtis een verschillend verloop hebben. Het verloop bepaalt onder andere de keuze van de behandeling.

Diagnose

Bij een normaal oogheelkundig onderzoek kan de oogarts vaststellen of er sprake is van uveïtis. Bij dit onderzoek zullen de pupillen met oogdruppels verwijd worden. Hierdoor gaat u tijdelijk wat wazig zien. Het is vaak niet mogelijk bij dit eerste onderzoek vast te stellen wat de oorzaak van de ontsteking is. Daarvoor is verder onderzoek nodig, maar lang niet altijd wordt een oorzaak gevonden. Een eenmalige ontsteking van de voorzijde van het oog behoeft geen verder onderzoek, omdat iedereen dit een keer kan krijgen.

Extra onderzoek kan bestaan uit bloedonderzoek, een mantoux prik en röntgenfoto’s van de longen. Heel soms wordt ook oogvocht onderzocht. Dit wordt onder plaatselijke verdoving met een kleine naald uit het oog gehaald.

Oorzaak

Uveïtis kan een onderdeel van een algemeen ziekteproces zoals:

  • darmontsteking (ziekte van Crohn, colitis ulcerosa)
  • gewrichtsontsteking (reuma, ziekte van Bechterew)
  • urinewegontsteking (ziekte van Reiter)
  • bepaald soort longontsteking (sarcoïdose)
  • infectieziekte (tbc, lyme, toxoplasmose)

De oogontsteking is dan een onderdeel van de ontsteking. Om deze reden kan de oogarts u verwijzen naar een andere specialist voor verder onderzoek, bijvoorbeeld internist of reumatoloog. Tegenwoordig is het steeds vaker mogelijk een oorzaak of een mogelijk verband op te sporen.

Verloop

Alle vormen van uveïtis kunnen leiden tot een tijdelijke of blijvende vermindering van het gezichtsvermogen. Uveïtis kan zeer wisselend verlopen; het kan eenmalig optreden, maar ook langdurig aanwezig zijn met afwisselend rustige perioden en onrustige perioden. De ontsteking kan verschillende delen van het oog beschadigen. Bekende problemen zijn: hoornvliesafwijkingen, staar (cataract), verhoogde oogboldruk (glaucoom), netvliesschade en veel troebelingen in het oog (mouches volantes).

Behandeling

Uveïtis wordt in het algemeen met ontstekingsremmende middelen behandeld. Als er een bekende oorzaak is, kan een doelgerichte therapie worden voorgeschreven. Corticosteroïden (prednison) zijn effectieve ontstekingsremmende medicijnen die bij uveïtispatiënten in verschillende sterktes en verschillende vormen (oogdruppels, tabletten of injecties) worden toegepast.

Andere medicijnen die worden voorgeschreven zijn bijvoorbeeld pupilverwijdende oogdruppels. Deze voorkomen verkleving van de pupil met de lens en verlichten de pijn. Een hinderlijke bijwerking van pupilverwijdende druppels kan zijn dat het dichtbij zien wordt bemoeilijkt. In ernstige gevallen is het soms nodig een oogoperatie te verrichten of andere medicijnen voor te schrijven in de vorm van tabletten.

Controle

Om bij langdurige uveïtis complicaties tijdig op te sporen en te behandelen is regelmatige controle noodzakelijk. Tijdens deze controleafspraken bespreekt u met de oogarts hoe het gaat met de behandeling.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Oogheelkunde op telefoonnummer 0485–84 53 70.

Specialismen