Maasziekenhuis Pantein Gebouw avond
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Pleurapunctie
Patiëntenfolder

Pleurapunctie

Bij een pleurapunctie wordt er vocht weggenomen uit de pleuraholte: de ruimte tussen het longvlies en het borstvlies. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan beschreven.

De longen en de pleura

Rondom de longen ligt een vlies dat de longen scheidt van de borstholte. Dit is de pleura. Het vlies ligt in twee lagen om de longen heen. De laag aan de buitenkant wordt het borstvlies (2) genoemd. De laag aan de binnenkant, tegen de longen aan, heet het longvlies (1). Tussen de twee lagen bevindt zich de pleurale holte (3).

Figuur. Het borstvlies, het longvlies en de pleurale holte

Figuur. Het borstvlies, het longvlies en de pleurale holte

Een pleurapunctie

In de pleurale holte kan zich vocht ophopen. Dit kan tot diverse klachten leiden. Bij een pleurapunctie wordt het vocht dat rond de longen zit met een naald weggehaald. Er zijn twee soorten pleurapuncties:

  • Diagnostische pleurapunctie.
  • Een diagnostische pleurapunctie dient als onderzoek. Er wordt een monster genomen van het vocht in de pleuraholte. Dit vocht wordt daarna onderzocht in een laboratorium. Zo kan de reden van de vochtophoping achterhaald worden.
  • De longarts kan tijdens een diagnostische pleurapunctie besluiten om meer vocht weg te nemen. Er is dan toch sprake van een ontlastende pleurapunctie.
  • Ontlastende pleurapunctie.
  • Een ontlastende pleurapuntie is een behandeling. Er zit teveel vocht tussen de vliezen. Dit kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat u kortademig bent. Een groot deel van het vocht wordt weggehaald om de longen meer ruimte te geven.

Voor het onderzoek

Voorbereiding

Er is geen speciale voorbereiding nodig. Voor een pleurapunctie hoeft u niet nuchter te zijn. Dat wil zeggen dat u vooraf gewoon kunt eten en drinken.

Het is raadzaam om prettig zittende kleding te dragen. Voor een pleurapunctie moet u uw bovenkleding uittrekken. Draag bijvoorbeeld een t-shirt, dat u makkelijk uit kunt doen.

Bloedverdunners

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u daar een aantal dagen voor het onderzoek mee stoppen. Uw behandelend arts zal u doorgeven hoe lang van tevoren u moet stoppen. Als uw behandelend arts hierover geen afspraken met u heeft gemaakt, verzoeken wij u om daarover contact op te nemen met uw longarts of de arts die u de medicatie heeft voorgeschreven.

Vervoer

Een pleurapunctie heeft geen invloed op de rijvaardigheid. Het is echter raadzaam om niet zelf te rijden.

Het onderzoek

In de onderzoekskamer legt de longarts of de verpleegkundige u uit hoe de punctie in zijn werk gaat. Als u nog vragen heeft, kunt u deze nu stellen. U trekt uw bovenkleding uit en gaat op de rand van het bed of de onderzoekstafel zitten of liggen.

Bij de pleurapunctie staat de longarts meestal aan uw rugzijde. Vooraf wordt soms een echografie gedaan, om een duidelijk beeld te krijgen waar geprikt moet worden. Vervolgens brengt de longarts een naald in tussen twee ribben, tot in de holte tussen de twee longbladen (de pleuraholte). Met de naald wordt het vocht opgezogen. Daarna wordt de naald verwijderd en een pleister op de punctieplaats geplakt.

De diagnostische pleurapunctie (onderzoek)

Met een enkele prik (punctie) wordt er een beetje vocht afgenomen. De plaats van de punctie wordt niet verdoofd. De injectie voor de verdoving voelt namelijk hetzelfde als de punctie. Dit onderzoek duurt ongeveer 10 minuten. Het afgenomen vocht gaat naar het laboratorium voor onderzoek.

De ontlastende pleurapunctie (behandeling)

Er moet veel vocht verwijderd worden. Daarom wordt de huid verdoofd op de plek waar geprikt wordt. Het vervolg van de behandeling is door deze verdoving meestal pijnloos. Wel kunt u tijdens de punctie het gevoel krijgen dat u moet hoesten. Deze behandeling duurt ongeveer 30 minuten. Het afgenomen vocht gaat soms naar het laboratorium voor onderzoek.

Na het onderzoek

Na het onderzoek vertelt de longarts u of er veel of weinig vocht is weggehaald. Als er vocht voor onderzoek naar het laboratorium gaat, krijgt u na enkele dagen later de uitslag van de longarts die het onderzoek heeft aangevraagd.

Nazorg en leefregels

  • U kunt na de punctie beter niet zelf naar huis rijden.
  • Het is verstandig om na het onderzoek een uurtje rustig aan te doen.
  • Bloedverdunners en overige medicijnen kunnen vaak ’s avonds weer volgens uw schema gebruikt worden. Volg daarbij de afspraken die u met uw longarts heeft gemaakt.
  • De pleister kunt u na een dag verwijderen.

Risico’s en mogelijke complicaties

Over het algemeen zijn er weinig risico’s aan dit onderzoek verbonden. Zeldzame complicaties zijn:

  • Een klaplong.
  • Een lage bloeddruk.
  • Longoedeem. Dit is een vochtophoping in de long. Het is een reactie van de longen op het weg laten lopen van het vocht.
  • Bloeding in de borstholte.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

Als u na de ingreep plotseling kortademig wordt of hevige pijn op de borst krijgt, neemt u direct contact op met de polikliniek Longgeneeskunde, telefoonnummer 0485-84 53 95.

Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp van het Maasziekenhuis, telefoonnummer 0485-84 53 31.

Meer informatie

Wij hopen dat u na het lezen van deze informatie met vertrouwen het onderzoek tegemoet gaat. Als u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de polikliniek Longgeneeskunde, telefoonnummer 0485-84 53 95. Van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur.

 

Specialismen