Maasziekenhuis Pantein receptie
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Hysteroscopie, diagnostisch
Patiëntenfolder

Hysteroscopie, diagnostisch

Een diagnostische hysteroscopie is een onderzoek waarbij de gynaecoloog met een dun buisje in de baarmoeder kijkt en eventueel kleine ingrepen doet. In deze folder leest u hoe een diagnostische hysteroscopie verloopt.

Wat is een diagnostische hysteroscopie?

Bij een diagnostische hysteroscopie kijkt de gynaecoloog met een kijkbuis (hysteroscoop) via de schede (vagina) naar de binnenkant van de baarmoeder. Tijdens dit onderzoek zijn kleine ingrepen mogelijk, zoals het verwijderen van een (kleine) poliep of een spiraal waarvan de touwtjes niet meer zichtbaar zijn. Voor grotere ingrepen, zoals het weghalen van een vleesboom in de baarmoederholte, is meestal een therapeutische hysteroscopie nodig. De hysteroscoop is een dunne holle buis waar een lichtbundel doorheen gaat. Om de binnenkant van de baarmoeder goed zichtbaar te maken, brengt de gynaecoloog tijdens de hysteroscopie vloeistof naar binnen, waardoor het zicht helder blijft. Vaak sluit men de hysteroscoop aan op een camera. De gynaecoloog bekijkt het beeld van de camera dan op een beeldscherm. Als u dat wilt, kunt u zelf ook meekijken.

Redenen voor een diagnostische hysteroscopie

Er zijn verschillende redenen voor een diagnostische hysteroscopie:

Waar wordt een diagnostische hysteroscopie uitgevoerd?

In het Maasziekenhuis wordt een diagnostische hysteroscopie meestal uitgevoerd op de operatiekamer. Het onderzoek gebeurt meestal zonder verdoving of onder plaatselijke verdoving. Op de operatiekamer kan algehele narcose of een ruggenprik worden gegeven. In dat geval wordt u voor één dag in het ziekenhuis opgenomen (dagopname).

Op welk moment?

De hysteroscopie vindt bij voorkeur plaats als u niet ongesteld bent. Als abnormaal bloedverlies de reden is voor het onderzoek, dan is bloedverlies vaak niet te vermijden en meestal niet bezwaarlijk. Bij gebruik van de anticonceptiepil is onderzoek mogelijk op alle dagen dat u een pil inneemt. Als u geen anticonceptiepil gebruikt, kan het onderzoek het beste gebeuren in de eerste helft van de cyclus, vóór de eisprong. Dit is voor belangrijk als u zwanger wilt worden, omdat er op dat moment nog geen bevruchte eicel is die zich eventueel gaat innestelen.

Voorbereiding op het onderzoek

Wel of niet eten en drinken vóór het onderzoek

Bij een hysteroscopie onder plaatselijke of zonder verdoving hoeft u meestal niet nuchter te zijn. Dat betekent dat u voor het onderzoek gewoon kunt eten en drinken zoals u gewend bent.

Bij een onderzoek onder narcose of een ruggenprik is het wel belangrijk dat u nuchter bent vóór het onderzoek. Dat betekent dat u een aantal uren voor het onderzoek niet meer mag eten en drinken. Welke richtlijnen er precies voor u gelden, hoort u tijdens het voorbereidende gesprek op het onderzoek.

Pijnstillers

Als u geen narcose of ruggenprik hebt, kunt u lichte menstruatieachtige pijn hebben. Voorafgaand aan een diagnostische hysteroscopie moet u pijnstillers innemen. Dit zijn zogenaamde NSAID’s, zoals Ibuprofen (400 mg) of Naproxen (500 mg). Deze middelen kunt u kopen bij een drogist.

U neemt al een tablet Ibuprofen (400 mg) of Naproxen (500 mg) op de avond vóór de ingreep. Dit herhaalt u de ochtend van de ingreep en nog een keer één uur voor de ingreep. Door de medicijnen op deze manier in te nemen, voorkomt u dat u last heeft van een krampend, menstruatie-achtig gevoel in de buik.

Bent u overgevoeligheid voor NSAID’s? Dan kunt u ook 2 tabletten van 500 mg Paracetamol per keer innemen. Dit middel geeft wel een iets minder goede pijnstilling dan de NSAID’s.

Allergie

Als u weet dat u ergens overgevoelig voor bent, bijvoorbeeld voor jodium, laat het ons dan vóór het onderzoek weten.

Het onderzoek

Als het onderzoek onder plaatselijke verdoving of zonder verdoving gebeurt, neemt u plaats op een onderzoekstoel met uw benen in de beensteunen. De gynaecoloog doet meestal eerst een inwendig onderzoek om de grootte en de stand van de baarmoeder te beoordelen. Daarna wordt een speculum (spreider) in de vagina (schede) gebracht. De baarmoedermond wordt zichtbaar en kan met een tangetje vastgepakt worden. Vaak wordt met een dun naaldje op een paar plaatsen in de baarmoederhals plaatselijke verdoving gegeven. U voelt dit nauwelijks. Zo nodig rekt de gynaecoloog de baarmoederhals iets op. Dit kan lichte menstruatieachtige pijn geven. De gynaecoloog brengt vervolgens de kijkbuis in de baarmoederholte. Door de kijkbuis gaat de vloeistof om de baarmoederholte te kunnen bekijken. Dit kan ook menstruatieachtige pijn geven. Het is ook mogelijk dat de gynaecoloog geen gebruik maakt van een speculum en tangetje, maar de kijkbuis direct inbrengt in de vagina en in de baarmoederhals.

Het onderzoek duurt ongeveer een 15 minuten. Als er tijdens het onderzoek ook een kleine ingreep wordt gedaan, duurt het wat langer.

Kleine ingrepen tijdens de hysteroscopie

Het is mogelijk om langs of door de hysteroscoop met een tangetje kleine ingrepen in de baarmoederholte te verrichten.

Verwijderen van een poliep of een klein myoom

Een poliep is een bijna altijd goedaardige uitstulping van het baarmoederslijmvlies. Een myoom (vleesboom) is een goedaardige uitstulping van de spierlaag van de baarmoeder in de holte van de baarmoeder. Beide kunnen abnormaal bloedverlies veroorzaken. Een poliep en een klein myoom kunnen meestal verwijderd worden met een elektrisch verhit lisje, een schaartje of een ander instrument. Een uitgebreidere ingreep is nodig als de poliep of het myoom groter is of gedeeltelijk in de wand van de baarmoeder ligt.

Opheffen van geringe verklevingen in de baarmoederholte

Dunne verklevingen tussen de voor− en achterwand zijn eenvoudig door te knippen. Voor dikkere en uitgebreide verklevingen (syndroom van Asherman) is een grotere operatie (therapeutische hysteroscopie) nodig.

Verwijderen van een spiraal waarvan het touwtje niet te vinden is

Een spiraal kan meestal gemakkelijk worden gezien en met een tangetje worden verwijderd. Heel zelden zit het spiraaltje vast in de wand van de baarmoeder en is een grotere operatie (therapeutische hysteroscopie) nodig.

Het afnemen van weefsel

Tijdens de hysteroscopie kan met een tangetje een beetje weefsel (een biopt) van de baarmoederwand worden weggenomen voor weefselonderzoek.

Sterilisatie via de schede

Bij deze vorm van sterilisatie brengt de gynaecoloog tijdens de hysteroscopie spiraaltjes (Essure) in de eileiders. Deze manier van sterilisatie wordt ook in het Maasziekenhuis toegepast.

(Micro)curettage

Dit is onderzoek van het slijmvlies van de baarmoeder dat soms plaatsvindt na de hysteroscopie. Via de vagina brengt de gynaecoloog een dun buisje (curette) in de baarmoeder zodat het slijmvlies van de baarmoederholte kan worden weggezogen of geschraapt voor verder onderzoek.

Na het onderzoek

Naar huis

Na het onderzoek kunt u snel weer naar huis. Als het onderzoek onder narcose of met een ruggenprik plaatsvond, moet u nog enige uren in het ziekenhuis blijven. Het merendeel van de vrouwen heeft na afloop weinig klachten, maar enkelen ervaren wel pijn of voelen zich niet zo lekker. Het is dan ook raadzaam dat iemand u thuisbrengt.

Bloedverlies

Na het onderzoek heeft u vaak enkele dagen bloedverlies of bruine afscheiding. Ook kan de onderbuik vaak de eerste dagen nog gevoelig zijn.

Werk

Sommige vrouwen voelen zich na de ingreep nog vervelend. Het is dan ook het beste op de dag van het onderzoek geen belastende werkzaamheden te verrichten. De dag erna kunt u over het algemeen uw gewone bezigheden weer oppakken. Na een hysteroscopie onder narcose of ruggenprik kan het beter zijn om een paar dagen vrij te nemen.

Gemeenschap

Als er geen bloedverlies meer is, is er geen bezwaar tegen geslachtsgemeenschap.

Nacontrole

Een aantal weken na het onderzoek heeft u een afspraak op de polikliniek voor controle. Met de gynaecoloog bespreekt u dan de bevindingen van het onderzoek en de mogelijke verdere stappen.

Mogelijke complicaties

Een diagnostische hysteroscopie veroorzaakt zelden complicaties. In enkele gevallen komen de volgende complicaties voor.

Ruim bloedverlies

Een diagnostische hysteroscopie geeft meestal wat bloedverlies. Dat stopt binnen een paar dagen. Zeer zelden is het bloedverlies meer dan een flinke menstruatie. Neem dan contact op met de gynaecoloog.

Ontsteking

Koorts en toenemende buikpijn kunnen wijzen op een ontsteking van de baarmoederholte en/of de eileiders. Behandeling met antibiotica is dan noodzakelijk. Ook deze complicatie is zeldzaam. Neem bij deze verschijnselen contact op met de gynaecoloog.

Overgevoeligheid

Een overgevoeligheidsreactie treedt zeer zelden op. Klachten zijn duizeligheid, hartkloppingen en een ziek gevoel. Soms treden de verschijnselen pas later op als u weer thuis bent. Neem bij deze klachten contact op met de gynaecoloog.

Een gaatje in de wand van de baarmoeder

In zeldzame gevallen ontstaat tijdens de hysteroscopie een gaatje in de wand van de baarmoeder (perforatie). Omdat de baarmoederwand een spier is die samentrekt, geneest zo'n klein gaatje vanzelf.

Alternatieven

In plaats van een diagnostische hysteroscopie kan de gynaecoloog ook besluiten tot een waterecho (SIS). Hierbij wordt met een dun slangetje een beetje steriel water in de baarmoeder gebracht en vervolgens een inwendige gynaecologische echo gemaakt. Met dit echo-onderzoek kunnen eveneens afwijkingen in de baarmoeder in beeld worden gebracht, maar er kan geen behandeling plaatsvinden.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Aarzel niet ze met de gynaecoloog te bespreken. U kunt ook contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie via telefoonnummer 0485-84 55 60.

Specialismen