Weer thuis na een gynaecologische operatie

Ontslaggesprek

Voordat u het Maasziekenhuis verlaat, hebt u een ontslaggesprek met een van de verpleegkundigen. Tijdens dit gesprek vraagt de verpleegkundige onder andere naar uw ervaringen tijdens de opname. Ook is het mogelijk om nog vragen te stellen, mocht u deze nog hebben na het lezen van deze folder.

Hechtingen

Als u een ingreep hebt gehad die gepaard gaat met een snede in de buik, dan moeten er soms hechtingen worden verwijderd. Meestal gebeurt dit na zeven dagen. Bij veel operaties bevinden de hechtingen zich onder de huid. Deze verdwijnen vanzelf en hoeven niet verwijderd te worden. Dit is ook het geval bij hechtingen binnen in de vagina. Ook deze lossen vanzelf op.

De verpleegkundige bespreekt in het ontslaggesprek met u of er bij u hechtingen verwijderd moeten worden en zo ja, waar en wanneer dit gebeurt.

Met uitwendige hechtingen mag u gewoon onder de douche. Zorg er wel voor dat de huid na contact met water weer zorgvuldig droog gedept wordt. Laat een buikwond het liefst met de lucht in contact komen. Afdekken met een pleister is niet nodig.

Pijnstilling

Wij adviseren om na uw ontslag uit het ziekenhuis indien nodig door te gaan met het gebruik van pijnstillers. Enkele dagen na een operatie is het veelal voldoende om 4 keer per dag 2 tabletten (500 mg) paracetamol te slikken. Probeer liever niet te vroeg uit of u al zonder pijnstillers kunt. Als paracetamol onvoldoende helpt tegen de pijn, dan kunt u ernaast nog Ibuprofen nemen (3 x per dag 400 mg) of Naproxen (2 x per dag 250 mg). Beide pijnstillers zijn te koop bij de drogist. Bij overgevoeligheid voor Ibuprofen of Naproxen kan uw gynaecoloog u een andere pijnstiller voorschrijven.

Andere medicijnen

Medicijnen die u voor de operatie gebruikte en waren voorgeschreven door uw huisarts of een andere specialist, kunt u na ontslag gewoon weer gebruiken. Tenzij er uitdrukkelijk veranderingen door een arts zijn aangebracht tijdens uw opname in het ziekenhuis.

Als u een curettage heeft ondergaan, kunt u, wanneer u de pil gebruikt, direct met een nieuwe strip beginnen.

Moeheid

Een veel gehoorde klacht na een operatie is vermoeidheid. Door een operatieve ingreep is uw conditie achteruit gegaan. Daarom is sneller moe worden normaal. U kunt het beste toegeven aan die vermoeidheid door vaker rust te nemen. Aanvaard de hulp van uw naasten, hoe moeilijk dat soms ook is. Een valkuil voor veel vrouwen is dat ze iets makkelijker en sneller zelf gedaan hebben, dan dat ze moeten uitleggen wat ze precies willen en moeten wachten op de uitvoering ervan.

Na twee weken kunt u beginnen uw grenzen te verleggen door uw dagelijkse activiteiten per dag wat uit te bouwen. De hersteltijd wisselt per vrouw. De ene vrouw voelt zich na 6 weken al weer helemaal fit, de andere pas na 12 weken.

Darmwerking

Na een buikoperatie kunt u nog enkele weken last hebben van een verstoorde darmwerking. Uw darmen houden gemakkelijker lucht vast, u kunt dit merken doordat uw buik opzet, vooral na maaltijden en doordat u meer windjes moet laten. Veel vrouwen hebben buikkrampen als de darmen weer op gang komen. Als u hier veel last van hebt, kan een warme kruik op de buik goed doen. U kunt ook proberen of een kruidenthee met venkel, anijs en karwij verlichting geeft.

Diarree of verstopping kan erbij horen. Vermijd te hard persen. Voldoende drinken, minstens 2 liter vocht per dag, is van groot belang. Laxerende voedingsmiddelen, zoals gewelde zwarte pruimen, kiwi’s en peperkoek, kunnen ook helpen, maar alleen als u voldoende drinkt. Als desondanks de ontlasting niet op gang komt, neem dan contact op met de afdeling C2 (telefoonnummer 0485-84 55 30).

Lichamelijke verzorging en hygiëne

• Gebruik bij vloeien liever geen tampons. Bij het gebruik van tampons hebt u meer kans op infecties. Als u zo nu en dan toch liever een tampon wilt gebruiken, vervang deze dan op tijd! Een tampon mag niet langer dan 4 uur in uw vagina blijven.
• Ga liever niet in bad als u nog bloedverlies hebt. U mag natuurlijk wel douchen. Als u toch graag in bad wilt, gebruik dan voor die korte tijd een tampon.
• Na ongeveer 2 tot 4 weken kunt u wat meer en helder rood bloedverlies hebben. De reden hiervoor is dat de hechtingen oplossen. Dit bloedverlies zal niet meer zijn dan bij een normale menstruatie, meestal is het veel minder. Dit is normaal.
• Na 6 weken is een wond in de vagina weer genezen. U kunt nu ook weer gemeenschap hebben.

Werkzaamheden

• Probeer in de eerste week na het ontslag nog vaak te rusten. Loop niet te veel, probeer niet te vaak een trap op te lopen.
• Licht huishoudelijk werk, zoals stof afnemen, was vouwen of koken, kunt u al snel weer hervatten. Als dit goed gaat, kunt u uw activiteiten geleidelijk aan uitbreiden. Klussen waarbij u moet bukken of door uw knieën moet gaan, kunt u de eerste weken beter vermijden. Werkzaamheden waarbij u langdurig moet staan, zoals strijken en uitgebreid koken, kunt u in de eerste weken ook beter uitbesteden.
• Zwaarder huishoudelijk werk als stofzuigen, dweilen, boodschappentassen dragen, mag u na 4 weken weer hervatten.
• Tillen van voorwerpen zwaarder dan 5 kilo is pas na 6 weken weer toegestaan.
• Gemiddeld beginnen vrouwen na een gynaecologische operatie na 6 weken weer met hun baan buitenshuis. De snelheid waarmee u deze werkzaamheden weer oppakt, is afhankelijk van uw functie, of deze al dan niet gepaard gaat met veel lichamelijke inspanning. Normaal gesproken maakt uw bedrijfsarts met u samen een plan over de werkhervatting.

Activiteiten

De lichamelijke conditie na een operatie is merkbaar minder dan voorheen. Probeer uw conditie weer op te bouwen door uw activiteiten rustig aan uit te breiden. Begin na een week met een kwartiertje wandelen en bouw dat op naar een uur per dag na enkele weken. Voor andere activiteiten geldt het volgende:

• Zwemmen mag weer als u geen bloederige afscheiding meer heeft. Dit is gemiddeld na 3 weken.
• Fietsen mag weer als u er voldoende conditie voor hebt en als u het zonder pijn kunt doen. Gemiddeld is dit na 4 weken. Begin met korte afstanden.
• Autorijden mag weer als u zich voldoende kunt concentreren en als u zonder pijn goed over uw schouders kunt kijken. Meestal is dit na twee weken. Begin met korte afstanden.
• Sport beoefenen en het doen van buikspieroefeningen kan na 6 weken weer.

Bijzonderheden na een verzakkingsoperatie

In het algemeen geldt dat door een operatie een verzakking van de baarmoeder, vagina, blaas of darmen goed te verhelpen is. De onderliggende oorzaak, namelijk zwakte van bindweefsel en zwakte van bekkenbodemspieren worden door de operatie niet verholpen. U zult daarom meer risico lopen op een nieuwe verzakking dan een vrouw die niet eerder een verzakking heeft gehad.

Enkele weken na de ingreep kunt u beginnen met speciale bekkenfysiotherapie ter versterking van de bekkenbodemspieren, verbetering van houding en tiltechnieken. Uw gynaecoloog kan u verwijzen naar een bekkenfysiotherapeut, maar u kunt ook zelf contact opnemen met een bekkenfysiotherapeut. Vergoeding van een bekkenfysiotherapeutische behandeling is afhankelijk van uw ziektekostenverzekering. Aanpassingen in leefstijl en vermijden van het tillen van zware lasten (meer dan 10 kilo) zijn de rest van uw leven raadzaam.

Bijzonderheden na een laparoscopische operatie

Tijdens de kijkoperatie is er gas in uw buikholte gebracht. Dit prikkelt het buikvlies van het middenrif, waardoor u buikpijn en schouderpijn kunt krijgen. Ook is uw buik wat opgezet. De pijn neemt na een paar dagen vanzelf af. U kunt voor de pijn een pijnstiller (paracetamol, Ibuprofen of Naproxen) nemen.

Het is geen probleem om de dag na de kijkoperatie te douchen. Om infectie te voorkomen is het van belang, dat u de wondjes droog houdt zolang er hechtingen in zitten. De zwaluwstaartjes die direct over de wondjes heen zitten, moeten minimaal drie dagen, maximaal één week blijven zitten. De pleister die over het zwaluwstaartje zit, kan verwijderd worden als deze nat is geworden.

De hechtingen zijn oplosbaar, worden hard aan de buitenkant en kunnen spontaan uit de wondjes vallen.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

In de volgende gevallen neemt u contact op met de polikliniek Gynaecologie:

• Bij hoge koorts, meer dan 38,5 °C;
• Bij sterk ruikende of anderszins abnormale afscheiding;
• Bij pijn waar de normale pijnstillers niet tegen helpen (Paracetamol, Ibuprofen of Naproxen);
• Bij hevige buikpijn;
• Als u meer bloedverlies hebt dan normaal gesproken bij een menstruatie.

Als zich thuis bovenstaande problemen voordoen, neemt u dan contact op met de polikliniek Gynaecologie, via telefoonnummer 0485-84 55 60. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op telefoonnummer 0485-84 53 31.

Controle

Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor een (afsluitende) controle bij uw gynaecoloog.

Vragen?

Heeft u nog vragen dan kunt u altijd telefonisch contact opnemen met de verpleegafdeling C2 op telefoonnummer 0485-84 55 30.

Adressen en informatie

Voor meer informatie over gynaecologische operaties kunt u terecht op de website: www.nvog.nl.

Informatie over bekkenfysiotherapie vindt u op www.bekkenfysiotherapie.nl