Maasziekenhuis Bij Nacht
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Doorliggen en vochtletsel - voorkomen is beter dan genezen
Patiëntenfolder

Doorliggen en vochtletsel - voorkomen is beter dan genezen

U kunt zelf verschillende maatregelen treffen om doorliggen en vochtletsel te voorkomen. In deze folder leest u hier meer over. Heeft u na het lezen nog vragen, aarzel dan niet om deze aan de verpleegkundige te stellen.

Een doorligplek is een plek waar de huid stuk is of stuk dreigt te gaan. Doorliggen komt vooral voor bij mensen die veel in bed liggen of in een (rol)stoel zitten. De medische term voor doorliggen is decubitus. Als er aan beginnende decubitus niets gedaan wordt, kan op die plaats een wond ontstaan die moeilijk geneest en erg pijnlijk kan zijn. Vochtletsel is een ander probleem van de huid.

Door een combinatie van vocht, warmte en huid-op-huid contact kan de huid geïrriteerd raken. Incontinentie en smetten zijn vormen van vochtletsel.

Oorzaken doorliggen

Doorliggen wordt onder andere veroorzaakt door:

  • te lang in dezelfde houding te liggen of te zitten, zonder te bewegen. Het eigen lichaams­gewicht veroorzaakt dan een aanhoudende druk.
  • het onderuitglijden in het bed of in de stoel, zodat de huid en de spieren ten opzichte van elkaar verwrongen of verschoven worden.

Risicofactoren

  • Verminderde mobiliteit, activiteit, sensibiliteit.
  • Verminderde huidconditie.
  • Vochtige huid, denk hierbij aan overmatig transpireren (o.a. door koorts) en inweking van urine of ontlasting op de huid.
  • Verminderd bewustzijn of verwardheid.
  • Slechte voedingstoestand.
  • Neurologische stoornissen (dit kan ook door het gebruik van bepaalde medicijnen).
  • Roken.
  • Diabetes.

Verschijnselen van doorliggen

De eerste tekenen van doorliggen zijn pijn en één of meer rode plekken op de huid. Het gaat dan om roodheid die rood blijft als u er op drukt. Doorligplekken komen vaak voor op plekken waar bot dicht onder de huid ligt, zoals de hielen, billen, ellebogen, heupen en schouders.

Het is belangrijk dat u zelf in de gaten houdt of u beginnende symptomen van door­lig­gen heeft. U kunt uw huid het beste dagelijks controleren. Op de verpleegafdeling waar u ligt wordt ook regelmatig de huid geïnspecteerd door een verpleegkundige.

Waarschuw de verpleegkundige als:

  • U ergens een rode plek vindt op de huid, die niet weggaat als u er op drukt. Dit kan al na enkele uren ontstaan.
  • U pijn voelt op steeds dezelfde plek van de huid; het gebruik van pijnmedicatie moet hierbij in acht worden genomen. Wees extra attent op rode plekken bij verminderde pijnwaarneming.

Voorkomen van doorliggen

Houdingen

a. Lighouding

  • Als u bedlegerig bent, wissel dan regelmatig van houding. Draai gemiddeld om de vier uur bijvoorbeeld van de ene zij op de andere zij, op de rug en eventueel op de buik. Vraag om hulp als u zelf niet anders kunt gaan liggen.
  • Schuif zo weinig mogelijk heen en weer in bed. Als u armen of benen wilt verplaatsen of rechtop wilt gaan zitten, til uzelf dan zoveel mogelijk op.
  • Het afwisselend zitten van de ene op de andere bil is goed.
  • Leg uw hakken vrij door een kussen onder de onderbenen te plaatsen.
  • Een dekenboog vermindert de druk van de dekens op de tenen.
  • Binnen het Maasziekenhuis hebben we bedden die standaard een traagschuim matras bevatten. Dit is een matras waarmee het risico op doorliggen verkleind wordt. De bedden die we hier gebruiken zijn elektrisch verstelbaar. Door zelf de houding te veranderen door bijvoorbeeld het voeteneind wat hoger te zetten, verdeelt u de druk over het hele lichaam. Ook gebruiken we luchtmatrassen of evolve matrassen bij patiënten met een verhoogd risico op decubitus.
  • Zorg voor een schone, droge en gladde onderlaag om op te liggen. Probeer kreukels in de lakens en broodkruimels in bed zoveel mogelijk te voorkomen.

b. Zithouding

  • Schuif zo weinig mogelijk heen en weer in de (rol)stoel. Als u armen of benen wilt verplaatsen of rechtop wilt gaan zitten, til uzelf dan zoveel mogelijk op; probeer onderuit schuiven te voorkomen.
  • Zorg voor een schone, droge en gladde onderlaag om op te zitten.

De verpleegkundige kan u helpen met het vinden van een goede drukverdeling tijdens lig- en zithouding.

Hygiëne

Elke dag wassen is prima. Gebruik daarbij liever geen zeep. Heeft u een droge huid, dan is het verstandig deze in te smeren met bodylotion die PH-neutraal en vocht­inbrengend is.

Incontinentie

Door inweking van urine of ontlasting kan de huid geïrriteerd raken, we praten dan over vochtletsel. Gebruik daarom het juiste incontinentiemateriaal en verschoon het op tijd. Stel uw vragen over het juiste incontinentie­materiaal gerust aan de verpleegkundige die betrokken is bij uw verzorging.

Voeding

Het is belangrijk om een volwaardige, gezonde voeding met voldoende eiwit en koolhydraten per dag binnen te krijgen.
Als u voldoende voeding eet versnelt de wondgenezing. Mocht dit niet lukken dan schakelen wij, als het nodig is, een diëtiste in om naar uw voeding te kijken. De diëtiste past indien nodig uw dieet aan of u krijgt drinkvoeding.

Speciale materialen

Doorliggen is een moeilijk probleem en wordt het meest effectief bestreden als u alle hierboven genoemde maatregelen toepast. Er zijn speciale anti-decubitusmaterialen. Dit zijn speciale drukverlagende hulpmiddelen zoals bedden, matrassen en zitkussens. Bij de juiste indicatie kunnen deze ingezet worden door een verpleegkundige.

Behandeling doorligwond(en)

Als u toch een doorligwond krijgt, behandelt de verpleegkundige uw wond. Natuurlijk moet u ook doorgaan met voorkomen van nieuwe wonden. U kunt uw verpleegkundige altijd vragen wat u verder moet doen. Als het nodig is schakelt de verpleegkundige een wondverpleegkundige in voor de wondverzorging en advies.

Smetten

Door een combinatie van vocht, warmte en huid op huidcontact kunnen smetplekken ontstaan. Smetten zijn een vorm van vochtletsel. Een smetplek kenmerkt zich door roodheid of ontvelling van de huid. Doordat de huidlagen tegen elkaar bewegen, ontstaan oppervlakkige beschadigingen. Warmte, vocht en gebrek aan luchtcirculatie hebben hier een negatieve invloed op.

Risicofactoren:

  • Overgewicht.
  • Verminderde beweeglijkheid.
  • Verhoogde lichaamstemperatuur (o.a. koorts).
  • Vochtige huid ten gevolge van zweten en/of urineverlies.
  • Leeftijd en geslacht zijn van invloed. Als u 65 jaar of ouder bent en/of van het vrouwelijke geslacht, dan loopt u meer risico op smetten.

Smetten voorkomen

  • Was dagelijks de huidplooien en maak ze (deppend) droog.
  • Draag bij voorkeur katoenen kleding (dit neemt meer vocht op).
  • Draag goed aansluitend, niet knellend ondergoed.
  • Breng tussen de huidplooien katoenen reepjes stof (scheurlinnen) aan en verschoon deze regelmatig.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel ze dan gerust aan de verpleegkundige die u verzorgt.

Zo nodig kan een wondverpleegkundige van het Wondteam Pantein inhoudelijke ondersteuning bieden.