Maasziekenhuis Pantein Hal
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Slaapproblemen bij kinderen - tips en adviezen
Patiëntenfolder

Slaapproblemen bij kinderen - tips en adviezen

Slaapproblemen komen veel voor bij kinderen in de leeftijd van 3 tot 6 jaar. Ze kunnen ouders veel half doorwaakte nachten bezorgen. Ook het naar bed gaan en later in bed blijven kan de nodige moeilijkheden geven. Deze folder geeft adviezen en tips die u kunt toepassen als uw kind slaapproblemen heeft.

Slaapproblemen hebben vaak hun oorsprong in de ontwikkelingsfase waarin een kind zit. Zij hebben ontdekt dat zij een eigen persoonlijkheid zijn en dat zij door hun gedrag, ouders kunnen beïnvloeden. Ook leven kinderen in de leeftijd van 3 tot 6 jaar nog in een magische wereld. Zij begrijpen lang niet alles van wat er om hen heen gebeurt. Dat je kamer van het ene op het andere moment zomaar donker kan worden door een lichtknopje uit te doen, gaat hun bevattingsvermogen ver te boven.

Kinderen snappen door hun gebrekkige taalontwikkeling lang niet alles van wat wij vertellen. Als ze wat verteld krijgen, kan dat daarom het beste in korte zinnen, met gemakkelijk te begrijpen woorden.

Hun magische wereld laat het toe dat ze kunnen fantaseren over monsters en dat is het maar de vraag of ze weten hoe fantasie en werkelijkheid van elkaar verschillen. Angstige dingen die in hun gedachten komen kunnen ze als werkelijkheid ervaren en daar alleen in bed over liggen tobben.

Tenslotte kunnen slaapproblemen te maken hebben met scheidings-angsten. Hiermee wordt bedoeld dat zodra de vertrouwde figuur uit hun wereldje niet meer om hen heen is, hen dit angstig kan maken.

Het is belangrijk om het slaapprobleem niet alleen aan te pakken als het zich voordoet, maar om er ook overdag al mee bezig te zijn. Onderstaande adviezen zijn helpend gebleken als het gaat om een goede slaaphygiëne.

“Duidelijkheid is veiligheid;
Veiligheid is nodig om te kunnen afsluiten (inslapen).”

Principes van een goede slaaphygiëne (algemeen)

  • Vaste slaapplaats: Een kind moet een eigen bed hebben dat op een vaste plaats staat.
  • Vaste, regelmatige bedtijden: Dit is van groot belang om het natuurlijke slaap/waakritme op gang te helpen.
  • Tijdig bedtijd aankondigen: bijvoorbeeld 10 tot 20 minuten van tevoren.
  • Optimaliseren van de slaapomstandigheden: Hierbij kan gedacht worden aan de temperatuur in de slaapkamer, voldoende verduistering en een rustige kamer helpen om externe verstoringen van de slaap te voorkomen.
  • Sluit de dag rustig af (vermijd stimulerende activiteiten, zoals televisie kijken voor het slapen en drinken van cola). In de 3 uur voor het slapen gaan geen dutjes. Dit voorkomt dat de dagslaap een negatieve invloed uitoefent op de nachtslaap.

Tips voor ’s avonds en/of ’s nachts

  • Maak van het slapen gaan een ritueel (een vaste serie gebeurtenissen) en voer dit als ouders samen uit. De herkenning van alle dingen die iedere avond weer gebeuren, kan een gevoel van veiligheid geven.
  • Als je wijzigingen gaat aanbrengen in het slaapritueel, begin in het weekend en waarschuw de buren van tevoren, indien nodig. Als je weet dat de buren met je meeleven is het vooral van belang om je daarover geen zorgen te maken.
  • Kinderen moeten wennen aan een nieuw ritueel. Belangrijk is om ze daar de tijd voor te geven. Schrik niet als het de eerste dagen verergering van gedrag oplevert, dat kan er bij horen en verdwijnt meestal na een aantal dagen weer.
  • Vertel het kind rustig en beslist wat er gaat gebeuren. Bijvoorbeeld: “je gaat nu lekker slapen. Papa en mama gaan straks in hun bed slapen en komen niet, totdat er een nieuwe dag is.” Praat met een zachte, rustige stem.
  • Er kan voor het afscheid nemen nog iets verteld worden over de dag. Doe dit in een paar korte zinnen, zodat het kind hierover nog even kan nadenken en het zo beter kan verwerken. Vooral als er overdag nieuwe en spannende dingen zijn gebeurd, is het verstandig hierover nog een keer met uw kind te praten.
  • Als je kind wakker wordt of niet kan slapen, laat het dan altijd in bed. Naar de ouders komen is een geweldige beloning voor gedrag dat je eigenlijk niet wilt. Kinderen die uit bed komen, breng je eenmaal terug naar bed zonder uitleg of discussie.
  • Luister goed naar het huilen. Misschien kun je onderscheiden of het geluid lijkt op alle voorgaande nachten of dat het duidelijk anders is. Dat is belangrijk voor de toekomst. Na een paar weken doorslapen, kan je kind wel eens roepen of huilen, omdat het zich niet lekker voelt. Ga er dan heen.
  • Ga naar je kind toe wanneer je je rustig genoeg voelt.
  • Help elkaar als partners om sterk te zijn (of iemand anders die je tot steun kan zijn).

Tips voor overdag

  • Geef goedkeurende aandacht op de juiste momenten. Laat zo vaak mogelijk merken welk gedrag je prettig vindt door dit te benoemen.
  • Herkenning geeft een gevoel van veiligheid. Als je voor je kind een globale maar duidelijke dagindeling maakt, neem je op een aantal momenten het heft in handen, waardoor het kind zich ook weer beschermd kan voelen.
  • Beperk de indrukken die een kind moet verwerken. Af en toe een rustpauze kan geen kwaad. Ze hoeven niet te slapen, maar even alleen zijn en niets hoeven kan hen weer tot rust brengen.
  • Gebruik de slaapkamer niet om het kind naar toe te sturen als het straf krijgt. Anders gaat het die ruimte in verband brengen met vervelende momenten.

Veelgestelde vragen en antwoorden

Hoe krijg ik mijn kind naar bed?

  • Maak het kind er ongeveer een kwartier van tevoren op attent dat het tijdstip om naar bed te gaan nadert (voor kleinere kinderen kan je een kookwekker gebruiken).
  • Zorg voor een periode van rust voordat het kind naar bed gaat.
  • Maak tandenpoetsen, wassen, pyjama aantrekken e.d. tot vaste onderdelen van de naar-bed-routine.
  • Als je gewend bent om het kind voor te lezen of verhaaltje te vertellen, calculeer de tijd die dat vraagt dan in.
  • Als het kind onrustig is: praat over wat jullie morgen gaan doen. Zet een bandje op met zachte, kalmerende muziek.
  • Vertel het kind dat jullie elkaar ’s morgens weer zien, geef een nachtzoen en verlaat de kamer.
  • Beperk de iPad (en telefoon) vlak voor het slapen gaan zoveel mogelijk, omdat de felle lichtbron de aanmaak van melatonine kan uitstellen, met als gevolg dat je kind nog niet slaperig is.

Wat kun je doen als het kind niet in bed wil blijven?

Als het kind roept of huilt dan kan je dit het beste negeren, behalve als er sprake is van paniek of iets dringends. Als het kind het bed uit gaat, naar je toekomt en je merkt dat er verder niets aan de hand is, breng het dan weer terug naar de slaapkamer en zeg: “Je moet in bed blijven. Als je er weer uit komt, leg ik je er weer in”. Geef zo weinig mogelijk aandacht in de vorm van een praatje of knuffel.

Wat kun je doen als het kind vaak wakker wordt en begint te roepen of bij je in bed kruipt?

  • Negeer alle trucjes, dat wil zeggen alle onredelijke, aandacht zoekende of manipulerende vragen. Wat houdt negeren in?
    - Breng je boodschap/opdracht op een korte, neutrale, heldere manier. Geen amusement.
    - Geen eten of drinken.
  • Als het kind zijn eigen bed verlaat en in je bed kruipt: leg het onmiddellijk terug. Zeg kort maar krachtig: “Slaap lekker, ik ben in de buurt” en loop dan weg. Herhaal deze stap zo vaak als nodig is. In eerste instantie komt het kind mogelijk vaak uit zijn bed. Maar je wint als je volhoudt.

Wat kun je doen als het kind bang is in het donker?

  • Lichtje in de kamer. Licht uitdoen als het kind in slaap gevallen is en de deur op een kiertje zetten, zodat het niet in een totale duisternis wakker wordt.
  • Je kunt de lamp die je aanlaat elke avond wat dichter bij de deur en vervolgens buiten de kamer zetten.

Wat kun je doen als het kind nachtmerries heeft?

  • Blijf bij het kind zitten totdat het weer rustig is, bij voorkeur totdat het weer bijna in slaap gevallen is.
  • Ga op dat moment niet over de droom of achterliggende angsten praten. Doe dat de volgende dag als het ontspannen is. Forceer het kind niet als het niet in staat is om de droom gedetailleerd te beschrijven. Het delen van de angst kan al helpen.
  • Blijf zelf zo rustig mogelijk als je een (jonger) kind troost.
  • Oogcontact of even samen rondkijken (knuffels aanwijzen en benoemen of zoiets dergelijks) zorgt er voor dat het kind weer in het hier en nu komt.

Volg je eigen ingevingen wat het opvoeden betreft. Praat er samen met je partner over of met vrienden.

Meer informatie

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of wilt u meer informatie? Neemt u dan contact op met de polikliniek Medische psychologie op telefoonnummer 0485-84 55 00.

Bronvermelding

Bij het samenstelling van deze folder is gebruik gemaakt van onderstaande bronnen:

Specialismen