Gebouw Maasziekenhuis Pantein
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Rouwverwerking bij kinderen. Informatie voor (groot-)ouders
Patiëntenfolder

Rouwverwerking bij kinderen. Informatie voor (groot-)ouders

In het ziekenhuis liggen regelmatig mensen die niet meer kunnen genezen. Velen hebben kinderen of kleinkinderen. (Groot-)ouders proberen kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op het ziek zijn of voor te bereiden op het eventueel sterven van iemand die hen heel lief is. In deze folder staan adviezen over het omgaan met de dood/rouw als het om kinderen gaat. 

Het is geschreven voor ouders. Als een opa of oma gaat sterven, kunt u deze folder ook gebruiken. Deze folder bevat veel informatie, maar is zeker niet volledig.

Adviezen

Ervaringen van andere ouders en kinderen hebben geleerd dat het het beste is om samen te praten over zowel het ziekteproces als over het eventueel sterven. Door erover te praten ontstaat er een vertrouwensbasis die het gezin, juist dan, zo hard nodig heeft. Kinderen houden op deze manier hun gevoel van geborgenheid. Ze krijgen het gevoel dat ze erbij horen en serieus genomen worden. Kinderen merken en leren dat, naast vreugde, ook verdriet, angst en zorgen in het gezin gedeeld kunnen worden.

Daarbij komt dat je weinig verborgen houden voor kinderen. Kinderen komen er vaak toevallig achter doordat ze flarden van een gesprek opvangen of dat iemand zich verspreekt. Kinderen hebben zeer goede voelsprieten. Ze zien en horen veel:

  • papa, die met rode ogen uit de slaapkamer komt;
  • de buurvrouw die vaker dan anders aanbelt;
  • de juffrouw op school die vraagt hoe het ermee gaat.

Kinderen willen vaak een verklaring. Als zij deze niet krijgen, gaan ze het zelf invullen. Dit kan tot gevolg hebben dat zij zich verliezen in een fantasie. En dat deze fantasie hun werkelijkheid wordt. Het is dus belangrijk dat u met uw kind praat. Breng hem of haar op de hoogte. Betrek hem of haar bij uw ziekte of sterven.

Goed om te weten:

  • Kinderen ‘rouwen’ in stukjes. Het ene moment vragen ze u van alles. Meestal op momenten die u niet zo goed uitkomen. Het andere moment zijn ze weer volop aan het spelen.
  • Besef dat kinderen niet lang achter elkaar met hun verdriet bezig kunnen zijn. Ze kunnen soms verdrietig zijn en plotseling weer gaan spelen alsof er niets aan de hand is.
  • Kinderen denken dikwijls dat het hun schuld is dat u ziek bent of doodgaat. Ze zijn boos op u geweest of ze hebben iets gedaan wat u verboden had.
  • Kinderen kunnen denken dat de ziekte besmettelijk is. Denk hierbij ook aan de vriendjes, vriendinnetjes en klasgenootjes die dit kunnen denken.
  • Kinderen hebben één grote vraag: wie gaat er voor mij zorgen als papa of mama dood is? Ook al zullen kinderen deze vraag niet gauw stellen, het blijkt dat zij daar wel mee zitten.
  • Kinderen zijn zeer concreet. Dus bespreek alles op het ontwikkelingsniveau van het kind.
  • Vraag aan kinderen wat ze willen doen, hoe ze ergens over denken. Kinderen willen erbij betrokken worden. Respecteer de keus van een kind. Stimuleren mag, dwingen niet. Ook als hun keus niet de uwe is. Leg uit wat ze niet begrijpen en vraag wat ze dan wel willen.

Leeftijd van het kind en ervaringen van de dood

Reacties van kinderen op het verlies van iemand die hen heel lief is, zijn verschillend en zijn afhankelijk van de ontwikkelingsfase, de leeftijd en de eigenheid van het kind.

0 tot 2 jaar

  • Het kind huilt en voelt veel, is gevoelig voor sfeer en emotie en voelt het verdriet van de ouders.
  • Het kind kan onrustig zijn, is zich bewust van gedragsveranderingen van de ouders.
  • Zorg voor ritme in voeding en slapen. Dat geeft vertrouwen.

2 tot 5 jaar

  • Het kind kan al ervaringen hebben met sterven: planten en dieren die doodgaan.
  • Het kind ziet de dood als iets tijdelijks (net als bij verstoppertje spelen komt degene weer tevoorschijn). In de beleving van het kind is dood omkeerbaar. Vertel het kind dat het lichaam het niet meer doet, dat het lichaam stuk is en dat het niet meer gemaakt kan worden.
  • Het kind heeft behoefte aan concrete informatie. Dood zijn betekent dat het voor altijd is: dat je koud bent, niets meer voelt, dus ook geen pijn, honger of dorst.
  • Benoem de werkelijkheid om te voorkomen dat uw kind er een mogelijk onjuiste invulling aangeeft.
  • Het kind kan gevoelens niet onder woorden brengen.
  • Het kind speelt veel om het verdriet/verlies een plek te geven. Het herhaalt dit spel vaak omdat het van herhalen leert.
  • Het kind stelt vragen die meestal praktisch van aard zijn.

5 tot 8 jaar

  • Het kind heeft meer begrip voor ”dood”: dood is onomkeerbaar, voor altijd, echter alleen voor oude mensen.
  • Het kind kan verkeerde denkbeelden hebben over “dood”: dood is besmettelijk, dood is straf voor slecht gedrag, dood kan als beangstigend worden ervaren.
  • Het kind wil biologische details weten: feiten en omstandigheden.
  • Het kind verbergt gevoelens, huilt in stilte, heeft toestemming nodig om gevoelens te uiten of over de dood te praten.

8 tot 12 jaar

  • Het kind heeft meer abstract denkvermogen.
  • Het kind weet wat dood zijn is en dat het iedereen kan overkomen.
  • Het kind verbergt gevoelens, ontkent hulpeloosheid en pijn.
  • Het kind verbergt hulpeloosheid door dwangmatig te gaan zorgen voor anderen of in bazig en controlerend gedrag.
  • Het kind is bezorgd over zijn/haar eigen lichaam. Het kan psychosomatische klachten krijgen zoals hoofdpijn en buikpijn.
  • De rouw is zichtbaar in het gedrag. ‘Lastig’ gedrag is soms een uiting van verdriet. Het kind weet niet hoe het met zijn/haar gevoelens moet omgaan.

12 tot begin jong volwassene

  • Het kind heeft een eigen manier van rouwen: gevoelens lijken op die van een volwassene.
  • De behoefte aan zelfstandigheid, zelf dingen willen opknappen, kan strijdig zijn met de behoefte aan bescherming in de pubertijd.
  • Het kind kan in eenzaamheid met levensvragen worstelen, kan zich afsluiten van anderen, kan depressief worden.
  • Vermijden en ontkennen van verdriet. Het kind wil anderen niet lastig vallen met zijn/haar verdriet.
  • Het kind zoekt op allerlei manieren steun buiten de deur: op school, speciale sites en/of sociale media.

Wat kunt u doen?

Dagritme

  • Een dagritme handhaven is belangrijk voor kinderen. Als het ritme weg is, probeer het dan weer op te bouwen. Anderen kunnen daarbij helpen.
  • Geef het kind kleine taken die het aankan: iets in het huishouden, een vers glas water klaarzetten, zorgen dat er elke dag een mooie bloem staat of een mooie tekening ligt. Het kind krijgt zo het gevoel dat het belangrijke dingen kan doen.
  • Anderen willen vaak “iets doen”. Laat hen helpen bij praktische zaken. Denk aan huishoudelijk werk, boodschappen doen, oppassen, enzovoorts. Zo is er ruimte en tijd over voor de belangrijke dingen.

Herinneringen maken en verzamelen

  • Een boek maken waarin anderen vertellen over degene die dood gaat, is een steun voor het kind “voor later”. Ook als het kind nu nog heel jong is. Vraag aan familie, vrienden, collega’s, leden van de sportclub enz. aardige dingen en eigenaardigheden te beschrijven. Foto’s toevoegen is ook mooi. Vraag aan het kind waar ze foto’s van willen.
  • Maak een familieboek. Alles opschrijven is een manier voor een gezin om een moeilijke periode vast te leggen en als herinnering voor daarna.
  • Bandjes inspreken (bijvoorbeeld een verhaal voorlezen), inzingen of video-opnames maken. Het blijkt dat men een stem van iemand snel vergeet. Kinderen vinden het fijn als een stem opgenomen wordt.
  • Schrijf iets op voor het kind zodat je handschrift wordt bewaard.
  • Verdeel dierbare dingen.
  • Koop of laat iets moois kopen voor het kind.

Ontspanning en samenzijn

  • Doorgaan met ontspanningsactiviteiten is belangrijk voor kinderen.
  • Belangrijk is dat het gezin samen kan zijn. Ook in het ziekenhuis. Een of twee vaste dagdelen per week samen zijn zonder anderen erbij. Waardevolle momenten waarin het gezin kan praten, spelletjes kan doen, tv kan kijken. Probeer een zo natuurlijk mogelijke sfeer te creëren.

Praten

  • Vermijd uitspraken als “je moet flink zijn”. Hiermee belast je het kind. Huilen is gezond en lost spanningen op.
  • Voorkom valkuilen in het praten over de dood zoals woorden / zinnen als “inslapen”, “mama slaapt”, “mama is op reis”, “het is Gods wil”, “God heeft mama tot zich genomen”. Probeer deze woorden te vermijden. Het kind kan er een slaapstoornis van krijgen, angstig worden als iemand op reis gaat of gedachten hebben dat God een ander ook zomaar kan komen halen. Doodgaan is natuurlijk niet hetzelfde als slapen of op reis gaan.
  • Goede uitleg op school door de leerkracht is ook belangrijk. Dit kan pesten door andere kinderen voorkomen.

Blijven slapen in het ziekenhuis

Wil het kind een keer bij de ouder blijven slapen bij een opname in het ziekenhuis? Bespreek dit met de verpleegkundige. Vertel ons wat wij voor u en uw (klein-)kinderen kunnen betekenen. Zodat wij kunnen kijken wat mogelijk is.

Tot slot

Goede zorg begint vaak met aandachtig kijken en luisteren. Iets wat vanzelfsprekend lijkt, maar juist in deze fase soms moeilijk op te brengen is. Belangrijk is om gevoelens en emoties met elkaar te delen.

Goed te weten dat ieder op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo rouwt. Pas als de verwerking stagneert, is het belangrijk dat hulp gezocht wordt. Aarzel niet om een professional in te schakelen wanneer uw gezin hulp nodig heeft bij het verwerken van het verlies. U kunt hierbij denken aan een huisarts, maatschappelijk werker of een orthopedagoog/(kinder)psycholoog. Maar ook een familielid, goede vriend of leerkracht kan een grote rol spelen bij de verwerking. Kijk samen met uw kind waar het behoefte aan heeft.

Als u na het lezen van deze folder vragen heeft of meer informatie wilt, is er de mogelijkheid een gesprek te plannen met uw casemanager of de verpleegkundig consulent palliatieve zorg van ons ziekenhuis.

Informatiebronnen

Kinderen (tot 12 jaar)

Informatiesite voor kinderen tot ongeveer 12 jaar.

Digitaal spel: spelenderwijs leren wat kanker inhoudt en chemotherapie. Typ zoekwoord: chemo.

Jongeren (13-19 jaar)

www.humanitas.nl en zoeken naar jongeren in rouw.

Forum voor jongeren die te maken hebben met rouw en verlies.

Algemene websites

Rouwverwerking bij kinderen/jongeren met o.a. adviezen.

Stichting Achter de regenboog organiseert activiteiten voor rouwende kinderen. Bekijk ook het Forum.

  • www.lkng.nl  (Landelijk KennisNetwerk Gehandicaptenzorg)

Op deze site kunt u een brochure lezen over rouwverwerking bij kinderen met een verstandelijke beperking (kijk onder publicaties en dan uit 2001 ‘kun je uit de hemel vallen?’).

Informatieve site voor jongeren (en ouderen).

Expertisecentrum over het omgaan met verlies.

Orthopedagoge en rouwtherapeute in Nijmegen.

Tanja van Roosmalen, orthopedagoog en rouw en verliestherapeut

Websites voor een gedenkplaats

Een online gedenkplaats, met o.a. foto’s.

Specialismen