Gebouw Maasziekenhuis Pantein
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Operaties aan de balzak bij volwassenen
Patiëntenfolder

Operaties aan de balzak bij volwassenen

Tijdens uw bezoek aan de polikliniek urologie heeft uw behandelend uroloog met u besproken om de holte gevuld met vocht of zaadcellen in de balzak (hydrocèle of spermatocèle) of de spatader in de balzak (varicocèle) te verwijderen tijdens een operatie. Binnenkort wordt u voor deze operatie opgenomen in Maasziekenhuis Pantein. Door u goed voor te bereiden op de ingreep, kunt u bijdragen aan een vlot herstel. Het lezen van deze folder kan daarbij helpen.

Wat is een hydrocèle, spermatocèle of varicocèle?

Bij hydrocèle, spermatocèle of varicocèle bestaat nooit het gevaar dat zij kwaadaardig worden als er niets aan gedaan wordt. Een hydrocèle, spermatocèle of varicocèle gaat doorgaans niet vanzelf weg: ze zijn pijnloos en beperkt van grootte. Vaak behoeven ze dan ook niet behandeld te worden. Soms worden ze echter zo groot dat ze hinderlijk worden en klachten geven.

Hydrocèle

Een hydrocèle (hydros=water, cèle=holte) is een goedaardige zwelling uitgaande van het scrotum (balzak), gevuld met vocht. Deze komen zeer frequent voor en meestal is een behandeling niet nodig.

Normaal worden de zaadballen omgeven door een met vocht gevuld vlies waarbinnen de zaadbal kan bewegen. Onder bepaalde omstandigheden, zoals een trauma (ongeval) of infectie, maar heel vaak ook zonder aanwijsbare oorzaak, neemt de hoeveelheid vocht rond de bal sterk toe. Zo ontstaat een hydrocèle. Soms ontstaat een hydrocèle ook als reactie op een gezwel of ernstige ontsteking. Het is belangrijk dat er altijd een echografisch onderzoek van de balzak verricht te worden. Vaak zijn hydrocèle’s klein, maar ze kunnen soms tot wel 15 cm of meer in doorsnede groot worden.

Spermatocèle

Een spermatocèle is een holte gevuld met spermacellen. Een spermatocèle is vaak los van de zaadbal te voelen, terwijl bij een hydrocèle de zaadbal binnenin de vochtophoping zit.

Spermatocèle’s ontstaan vanuit de bijbal. Het zaadvocht dat in de zaadbal wordt gevormd, wordt naar de bijbal getransporteerd waar verdere rijping plaatsvindt. Vanuit de bijbal gaan de zaadcellen via de zaadleider richting prostaat. De bijbal bestaat uit talrijke kleine verzamelbuisjes. Soms ontstaat er een verwijding van zo’n buisje omdat het zaadtransport niet goed verloopt (bijvoorbeeld bij ontsteking of ongeval). Vaak blijft een dergelijke verwijding klein, maar soms wordt deze groter en dan ontstaat een spermatocèle.

Varicocèle

Bij een varicocèle zijn spataderen (uitgezette aderen) ontstaan in het ‘steeltje’ waaraan de zaadbal is opgehangen.

Een varicocèle wordt vooral in staande houding, bij inspanning of bij hoesten gevoeld als een ‘worstvormige’ zwelling in het steeltje waaraan de bal is opgehangen. Het betreft spataderen, zoals er ook elders in het lichaam spataderen kunnen optreden.
Het is niet gevaarlijk en komt redelijk vaak voor. De meeste mannen hebben er zelfs geen last van. Soms zijn er klachten, met name bij inspanning, zoals sporten of bij langdurig staan. De varicocèle wordt al vele jaren in verband gebracht met onvruchtbaarheid, maar het definitieve bewijs ontbreekt.

Voorbereiding op de opname

Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?

  • Een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs).
  • Wij vragen u om bij uw thuisapotheek toestemming te geven om uw medicatiegegevens met ons te delen. Wanneer u geen toestemming heeft gegeven, verzoeken wij u bij iedere afspraak in het ziekenhuis een Actueel Medicatie Overzicht (AMO) mee te nemen. U kunt een AMO laten uitprinten door uw apotheek.
  • Onderbroek of zwembroek die u steun geeft (dus geen boxershort).

Welke verdoving?

Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. De operatie vindt onder volledige narcose of regionale verdoving (ruggenprik) plaats. Hierover kunt u meer lezen in de folder ‘Anesthesiologie’.

Voorbereiding op de operatie

Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatieve voorbereiding genoemd. Daarom bezoekt u het spreekuur van de anesthesioloog en met de verpleegkundige voor een intakegesprek. De operatie wordt meestal in dagbehandeling gedaan.

De anesthesioloog vertelt u vanaf welk tijdstip vóór de operatie u niet meer mag eten en drinken. U mag alleen een slokje water drinken. Wij raden u ook aan gedurende 24 uur vóór uw opname geen alcohol te gebruiken en niet te roken, ook niet gedurende de dag van de operatie.

Voor de operatie moet uw huid schoon zijn. Wij verzoeken u te douchen of te baden en uw nagels kort te knippen voordat u naar het ziekenhuis komt. Het is raadzaam om vijf dagen voor de operatie het operatiegebied te scheren.

Heeft u de dag voor de ingreep griep of koorts? Neemt u dan contact op met het opnamebureau op telefoonnummer 0485-84 57 10. U hoort dan of het nodig is om een nieuwe afspraak te maken.

Medicatie

De anesthesioloog vertelt u tijdens het pre-operatief spreekuur welke medicijnen u mag gebruiken en met welke u tijdelijk dient te stoppen.

Opname en verblijf in het ziekenhuis

Dag van opname

In het ziekenhuis meldt u zich op de afgesproken dag en tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige wijst u uw kamer en bed. Zij voert met u het opnamegesprek en bereidt u verder voor op de operatie. Ook beantwoordt zij mogelijke vragen van u.

Voor de operatie krijgt u de voorbereidende medicijnen voor de anesthesie (premedicatie). Het is belangrijk dat u voor de ingreep nog even naar het toilet gaat, zodat de blaas leeg is. Tijdens de ingreep mag u geen gebitsprothese, lenzen, piercings of sieraden dragen. U kunt wel een bril meenemen, die u tijdens de opname kunt dragen. Tijdens de operatie draagt u een operatiehemd.

Een verpleegkundige rijdt u met uw bed naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling. Daar krijgt u een infuus. U gaat daarna naar de operatiekamer en schuift over op de operatietafel. Voordat de anesthesioloog u de narcosemiddelen via het infuus toedient, wordt eerst de bewakingsapparatuur aangesloten.

De operatie

De hydrocèle of spermatocèle kan met een operatie verwijderd worden. De uroloog maakt een snede in de balzak. Via deze snede worden de bal en bijbal geïnspecteerd en de hydrocèle of spermatocèle verwijderd. De huidwond wordt met oplosbare hechtingen gesloten. De ingreep duurt ongeveer 30 minuten.

Bij een varicocèle kan het betreffende defecte bloedvat buiten werking worden gesteld door het dicht te binden. Dit kan met een kleine snede links onder in de buik, via een kijkoperatie in de buik, of met een dun slangetje via een bloedvat in de lies.

Na de operatie

Na de ingreep blijft u in de uitslaapruimte (verkoeverkamer) van de operatieafdeling tot u goed wakker bent en tot alle controles (onder andere bloeddruk, hartslag, ademhaling en pijn) goed zijn. Een verpleegkundige brengt u weer terug naar de afdeling.

De verpleegkundigen controleren regelmatig de polsslag, bloeddruk en de wond.
Na de operatie kunt u pijn hebben. Met behulp van een speciale pijnbestrijdingsmethode (zie pijnbestrijding in de folder ‘Anesthesiologie’) wordt de pijn zoveel mogelijk verlicht, zodat u sneller van de operatie herstelt. Als u misselijk bent, zijn daar ook medicijnen voor. Zodra u zich goed voelt, mag u drinken en langzaam weer wat gaan eten.

Als de operatie normaal verloopt en u zich goed voelt, dan mag u dezelfde dag naar huis. Soms wordt er een slangetje (drain) achtergelaten in het operatiegebied om het bloed en/of vocht af te voeren. Die blijft dan meestal 1 dag zitten. U mag dan de volgende dag naar huis.
Wij adviseren u om u te laten ophalen.

Na de opname

Adviezen voor thuis

  • Na de operatie is het raadzaam een onderbroek of zwembroek te dragen die u steun geeft (dus geen boxershort), ook ‘s nachts. Hiermee vermindert u de kans op zwelling en pijnklachten.
  • De eerste week na de ingreep is het verstandig rustig aan te doen. Zelf voelt u meestal het beste wat u wel en niet kunt. Vaak is er na de operatie een zwelling rondom de zaadbal, die geleidelijk uit zichzelf verdwijnt.
  • U mag de eerste vier weken na de operatie niet fietsen, niet sporten en geen seks hebben.
  • Vraagt u zich af of de behandeling consequenties heeft voor het uitoefenen van uw werk? Overleg dan met uw specialist of bedrijfsarts.

Pijnbestrijding

Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. Daarom is het raadzaam dat u de eerste twee dagen de pijn met pijnstillers onderdrukt en dit langzaam afbouwt.
Dit doet u als volgt:

  • De eerste twee dagen neemt u vier keer per dag - om de zes uur - twee tabletten paracetamol van 500 mg.
  • Op de derde en vierde dag neemt u vier keer per dag – om de zes uur - één tablet paracetamol van 500 mg.
  • Daarna stopt u met de pijnbestrijding en gebruikt u alleen zonodig bij pijn twee tabletten paracetamol van 500 mg (maximaal 4 keer per dag).

Wondverzorging

De verbandgazen waarmee de balzak is ingepakt moet u twee dagen laten zitten, hierna kunt u het verband verwijderen en mag u weer douchen. De wond is dan voldoende dicht. Als het gaasje vastzit aan de wond kunt u het onder de douche losweken. Na het douchen de wond droogdeppen.

U mag de eerste 10 dagen na de operatie niet lang baden en zwemmen. Droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing. Dus kunt u beter ook geen afsluitende pleister op de wond gebruiken, deze maken de wond vochtig.

Complicaties

Soms ontstaat er na de ingreep een bloeduitstorting, een zwelling, overmatige pijn in het wondgebied of een infectie. Een blauwverkleuring van de wond komt geregeld voor en gaat vanzelf over.

Na een spermatocèle operatie is het mogelijk dat een nieuwe spermatocèle ontstaat. De bijbal is verantwoordelijk voor transport en rijping van zaadcellen. Daarom is het altijd mogelijk dat een operatie aan bijbal, zoals bij een spermatocèle (niet bij een hydrocèle) een afsluiting van dit transportsysteem veroorzaakt. Dit zou kunnen leiden tot sterilisatie aan de geopereerde zijde. Daarom is er terughoudendheid bij de behandeling van spermatocèles als er nog een kinderwens is. Bij een hydrocèle operatie is dat niet van toepassing.
De meest voorkomende complicaties bij varicocèle zijn een nabloeding en/of een wondinfectie.

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

In de volgende gevallen neemt u contact op met het Maasziekenhuis:

  • U heeft hevige pijn die niet verdwijnt met gebruik van de voorgeschreven pijnstillers.
  • De balzak is gezwollen, rood en warm.
  • De wond is gezwollen, rood en warm, gaat open en/of er komt wondvocht uit.
  • Als u koorts heeft, hoger dan 38,5°C kort na de operatie.

Tijdens kantooruren neemt u contact op met de polikliniek urologie op telefoonnummer 0485–84 53 45. Buiten kantooruren neemt u contact op met de verpleegafdeling op telefoonnummer 0485–84 55 30.

Controleafspraak

U heeft 6 weken na de operatie bij de uroloog een afspraak voor controle op de polikliniek.

Vragen

Uw behandelend uroloog bespreekt met u de verdere gang van zaken na de operatie. Als u nog vragen heeft over de operatie en de gevolgen ervan dan kunt u deze samen met uw partner/directe naaste bespreken met uw behandelend arts of uw verpleegkundige. U kunt ook contact opnemen met de polikliniek Urologie op telefoonnummer 0485-84 53 45.

Specialismen