Maasziekenhuis Pantein Hal
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Endoscopische operaties aan de neusbijholten
Patiëntenfolder

Neusbijholten, endoscopische operaties

In overleg met uw KNO-arts heeft u besloten tot een endoscopische operatie aan de neusbijholten. Door u goed voor te bereiden op de ingreep kunt u bijdragen aan een vlot herstel. Het lezen van onderstaande folder kan daarbij helpen

Neusbijholten

Boven en naast de neus bevinden zich holle ruimten in het hoofd, de zogenaamde neusbijholten. Deze staan in directe verbinding met de neusholte. De twee voorhoofdsholten gelegen boven de ogen en de twee kaakholten die zich achter de wangen bevinden, zijn het meest bekend. Minder bekend, maar zeker zo belangrijk, zijn de holten in het zeefbeen.

Chronisch ontsteking aan de neusbijholten

Wanneer een ontsteking aan de neusbijholten niet geneest ondanks intensieve therapie met bijvoorbeeld medicijnen of spoelingen, dan spreekt men van een chronische ontsteking. Een dergelijke chronische ontsteking kan gepaard gaan met de vorming van poliepen. Het kan een op zichzelf staande ontsteking zijn van één bijholte, maar er kunnen ook meerdere bijholten tegelijkertijd ontstoken zijn.

Vooral in het geval van een chronische ontsteking van de zeefbeenhol-ten kunnen ook de kaakholten en eventueel zelfs de voorhoofdsholten geblokkeerd en ontstoken raken. Een dergelijke chronische ontsteking is de belangrijkste reden voor een operatie aan de neusbijholten.

Wat is een endoscopische operatie?

Voor een goed zicht op het operatiegebied maakt de KNO-arts gebruik van een endoscoop. Dit is een klein buisje met een uitgebreid stelsel van lenzen, waardoor nauwkeurig de inhoud van de neus bestudeerd kan worden. De KNO-arts brengt de endoscoop via de neusopening in. Kijkend door de endoscoop kan de arts goed zien waar de ontsteking zit en welke gebieden met rust gelaten kunnen worden. Via de endoscoop kan de KNO-arts met speciale instrumenten de ontstoken neusbijholten openleggen. Een endoscopische operatie aan de neusbijholten gebeurt dus via de neusholte. Er ontstaan geen uitwendige littekens.

Voorbereiding

Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Deze operatie vindt plaats onder algehele verdoving (narcose) of een plaatselijke verdoving. In beide gevallen voelt u geen pijn tijdens de ingreep. Uw KNO-arts bespreekt met u wat in uw situatie de beste keuze is.

Heeft u de dag voor de ingreep griep of koorts? Neemt u dan contact op met uw KNO-arts. Deze bekijkt of het nodig is om een nieuwe afspraak te maken. De polikliniek KNO is bereikbaar op telefoonnummer 0485-84 53 85.

Volgt u verder de instructies en voorbereidingen op zoals afgesproken met uw behandelend arts en de anesthesioloog (zie ook de folder ‘Anesthesiologie’). Algemene informatie over opname in Maasziekenhuis Pantein kunt u lezen in de folder ‘Wegwijzer bij opname’.

De opname

In het ziekenhuis meldt u zich op de afgesproken dag en tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling. Een verpleegkundige wijst u uw kamer en bed. Zij stelt u een aantal vragen en beantwoordt mogelijke vragen van u.

Ongeveer een half uur tot een uur vóór de operatie geeft de verpleegkundige u een operatiejasje en krijgt u een medicijn ter voorbereiding op de operatie. U mag dan niet meer uit bed, omdat u hierdoor duizelig en slaperig kunt worden. Vervolgens brengt een verpleegkundige u naar de voorbereidingsruimte.

Na de ingreep

Na de operatie is uw neus zeker nog niet genezen. Eigenlijk begint de genezing dan pas, omdat het slijmvlies in de neus en neusbijholten dan kan gaan herstellen van de chronische ontsteking. Uw KNO-arts vertelt wat u kunt doen om het herstel te bevorderen.
U mag in ieder geval de eerste paar dagen na de operatie de neus niet snuiten, omdat dan lucht en ontstekingsproducten buiten het zeefbeen geperst kunnen worden. Gedurende de eerste dagen na de operatie is er een kans dat er een beetje vers bloed of wat bloederig slijm uit de neus komt. Soms kunnen zelfs oude bloedresten de neus verlaten. Dit stopt meestal na enige tijd vanzelf.

Het schoonhouden (spoelen) van de neus is zeer belangrijk. Dit kan met een keukenzoutoplossing die u ook zelf kunt maken. Hiervoor lost u een afgestreken theelepeltje keukenzout op in 200 milliliter lauw kraanwater. U krijgt van uw arts instructies hoe u uw neus het beste kunt spoelen. Door het spoelen zal de bekleding van de holten sneller genezen. Dit kunt u zo vaak doen als u wilt.

In overleg met uw KNO-arts wordt bepaald wanneer u weer naar huis mag. Voordat u naar huis gaat, krijgt een afspraak mee voor controle op de polikliniek.

Mogelijke complicaties

Bij iedere operatie, ook een operatie aan de neusbijholten, is er sprake van enig risico. Uw KNO-arts informeert u over de eventuele complicaties die tijdens de operatie kunnen optreden.

De meest voorkomende complicatie die mogelijk kan optreden na de operatie is een nabloeding. Dit komt echt maar zeer zelden voor (ruim minder dan 1%).

Als (een van) deze complicaties optreden, neemt u dan contact op met de polikliniek KNO op telefoonnummer 0485–84 53 85. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op telefoonnummer 0485-84 53 31.

Welk resultaat kunt u verwachten?

Hierover is niet zonder meer een uitspraak te doen. Er zijn verschillende redenen voor het verrichten van een operatie aan de neusbijholten. Uw arts zal zo zorgvuldig mogelijk inschatten hoe groot in uw situatie de kans is op afname van de klachten. Ook het risico op complicaties zal hierbij worden meegewogen.

Vragen

Als u nog vragen heeft of meer informatie wilt, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw KNO-arts en om nadere uitleg te vragen. De polikliniek KNO is bereikbaar op telefoonnummer 0485–84 53 85.