Maasziekenhuis Pantein Gang verpleegafdeling
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Diabetes, sporten en bewegen
Patiëntenfolder

Diabetes, sporten en bewegen

Sport en beweging hebben invloed op de bloedsuikerwaarden. De invloed op de diabetesregulatie is voor iedereen anders. In deze folder leest u een aantal algemene adviezen voor de sporter. Uiteindelijk worden de adviezen aangepast op uw persoonlijke situatie en ervaringen.

Sporten past binnen een gezonde leefstijl en biedt aan mensen met diabetes mellitus verschillende gezondheidsvoordelen, net zoals voor mensen zonder diabetes.

De voordelen van bewegen en sporten:

  • Verhoging insulinegevoeligheid.
  • Afname van de insulinebehoefte.
  • Langere levensduur.
  • Minder risico’s op hart & vaatziekten.

Soort sport, intensiteit en duur

Sporten kan een bloedsuikerdaling en een bloedsuikerverhoging tot gevolg hebben. Bij mensen met diabetes reageert het lichaam niet automatisch op deze veranderingen en lijken de veranderingen wat onvoorspelbaar. Daarom is bij sporten het meten van (bloed)-suikerwaarden belangrijk om het effect van de inspanning te beoordelen.
Daarbij is een verschil te zien tussen aerobe (1) en anaerobe (2) sport. Bij aerobe verbruikt het lichaam zuurstof bij de verbranding en bij anaerobe verbruikt het lichaam geen zuurstof bij de verbranding.

1. Matig/ licht sporten ( Aerobe activiteiten / sport):

zijn activiteiten zoals huishoudelijke activiteiten, wandelen, fietsen, hardlopen, zwemmen en duursporten.

Door herhaaldelijke en doorlopende bewegingen worden de lange spiergroepen gebruikt waarbij doorgaans een snelle daling van de glucosewaarde kan optreden.

2. Intensief sporten (Anaerobe activiteiten /sport):

hiermee worden snelle uitbarstingen van energie bedoeld die gedurende korte tijd met maximale inspanning worden uitgevoerd. Hierbij kun je denken aan krachttraining (bijvoorbeeld gewicht heffen) of wedstrijdsport. Hier-bij komt adrenaline vrij waardoor de glucosewaarde kan stijgen.

Teamsporten (voetbal, hockey) zorgen vaak voor een daling van de bloedsuikerwaarden, maar niet altijd. Wanneer stress een rol speelt, geeft dit vaak een bloedsuikerverhogend effect. Dat geldt niet alleen op topniveau, maar ook voor een wekelijkse wedstrijd van amateurs.

Niet alleen het type inspanning is van belang, maar ook de intensiviteit en de duur. Over het algemeen heeft een intensieve inspanning meer en langer effect dan een matige inspanning. Inspanning heeft effect op de insulinegevoeligheid: je wordt gevoeliger voor insuline.

Zelfcontrole

Het is verstandig om regelmatig uw glucosewaarden te meten. We raden u aan om dit minimaal op de volgende momenten te doen:

  • Voordat u gaat sporten. Wanneer u begint met sporten is het goed om te weten wat uw glucosewaarde is. Daardoor wordt het eenvoudiger om in te schatten hoeveel insuline en koolhydraten u nodig heeft voor het sporten (zie tabel 1, 2, 3)
  • Bij diabetes type 1 en is uw glucosewaarde boven de 15 mmol/l? U kunt dan intensief sporten beter uitstellen. De kans is namelijk groot dat uw bloedsuiker verder stijgt omdat u een tekort heeft aan insuline. Achterhaal eerst de oorzaak van de hoge glucosewaarde: heeft u voldoende insuline gespoten? Of bent u ziek? Neem eerst insuline zodat uw glucosewaarde weer daalt (naar een glucosewaarde tussen de 10-15 mmol). Daarna kunt u gaan sporten.
  • Tijdens het sporten. Bij voorkeur elke 30 minuten de glucosewaarde controleren. Afhankelijk van het type inspanning en glucosebeloop, kan de tijd tussen 2 metingen uitgebreid worden naar 60 minuten.
  • Direct na afloop van het sporten. Het is mogelijk dat u door de intensieve inspanning minder goed voelt dat er een hypo aankomt of dat u al een hypo heeft.
  • Twee uur na het sporten. Het bloedsuikerverlagende effect kan lang (tot wel 24 uur, maar het meest uitgesproken 7 tot 11 uur na het sporten) aanhouden. Dit komt doordat de spieren “leeg” zijn na het sporten en geen reserve-energie meer hebben.
  • Controleer uw bloedsuiker eventueel nog een keer na vier uur als de waarde (te) laag is. Mogelijk is het nodig om uw dosering van de langwerkende insuline voor de nacht aan te passen: Het advies is dan om deze met 20% te verlagen. Dit geldt niet voor de Tresiba en de Toujeo.

Door uw bloedglucosewaarde regelmatig te controleren leert u het effect van sporten op uw lichaam beter kennen. Ook is de kans groot dat uw insulinebehoefte afneemt wanneer u regelmatig sport. In dat geval is het goed om eventueel in overleg met uw arts of diabetesverpleegkundige uw insulinedosering te verlagen.

Sporten beperken

  • Als u diabetes type 1 hebt en de glucosewaarde voor het sporten boven de 15 is: niet sporten of pas de intensiteit aan (zie ook tabel 1).
  • Als er de afgelopen 24 uur een ernstige hypo heeft plaats gevonden (glucosewaarde onder de 2,8 en/of een hypo waarbij hulp van buitenaf nodig was): niet sporten.

Adviezen ten aanzien van glucoseregulatie

Het aanpassen van de insulinedosering en voeding (voor en na het sporten).

Insulinetherapie:

Als u binnen 3 uur na uw maaltijd gaat sporten en u gebruikt kort werkende- of mix insuline dan adviseren wij u de dosering van uw insuline aan te passen voordat u gaat sporten.
De dosering kortwerkende insuline mag bij de maaltijd voor het sporten met 25-75% verlaagd worden (afhankelijk van het type en duur van de sport). Op basis van ervaring kan dit advies aangepast worden.

Om het risico op een hypo in de uren na (aerobe) inspanning te verkleinen adviseren wij bij de maaltijd na het sporten ook een dosisverlaging van kortwerkende insuline. Dit is ook een kwestie van uitproberen en kijken wat er in uw situatie nodig is.

De dosering mixinsuline mag bij de maaltijd voorafgaand aan het sporten met 20% verlaagd worden.

Gaat u later dan 3 uur na de maaltijd sporten dan neemt u uw normale dosering insuline en neemt u indien nodig extra koolhydraten voor het sporten. Tabel 1 kan hierbij een leidraad zijn.

Pomptherapie:

Indien u gebruikt maakt van pomptherapie, kan de insulinedosering voor-, tijdens en na het sporten aangepast worden door onder andere het gebruik van de tijdelijke basaalstand of door aanpassing van de streefwaarde. Dit hangt af van de mogelijkheden van uw pomp.

Adviezen met betrekking tot het aanpassen van de basaalstand

Het advies is om al 90 minuten voor de start van het sporten de basaalstand te verlagen of de streefwaarde aan te passen.

  • Voor het sporten bijvoorbeeld 90 minuten tijdelijke basaal op 70%.
  • Tijdens het sporten bijvoorbeeld tijdelijk basaal op 50%.
  • Na het sporten bijvoorbeeld tijdelijk basaal op 70% gedurende twee uur.

Adviezen met betrekking tot de bolus

Als u weet dat u zich gaat inspannen binnen 3 uur na de toediening van de bolus, dan verlaagt u bijvoorbeeld de bolus met 50% van het bolusadvies.

Ook hier geldt dat op basis van uw eigen ervaring uiteindelijk bepaald wordt welke pompstanden (basaal/bolus) er bij u passen tijdens en na de activiteiten.

Bij gebruik van hybride closed loop systemen, is het mogelijk om gebruik te maken van een hogere streefwaarde / een sportstand.

Tabel 1. De glucosewaarde voor het sporten

In het document Tabel 1 Glucosewaarde voor het sporten leest u de glucosewaarden.

Om hypo’s te voorkomen tijdens het sporten, is het ook goed om te kijken naar wat je kunt doen met betrekking tot het eten. Tabel 2 geeft u adviezen, waarbij rekening wordt gehouden met de duur van de inspanning.

Tabel 2: Adviezen met betrekking tot koolhydraatinname

In het document Tabel 2 Adviezen met betrekking tot koolhydraatinname leest u de adviezen.

Tabel 3: Welke koolhydraten kunt u gebruiken

Tabel koolhydraten
100 cc frisdrank 10 KH
100 cc vruchtendrank light 5-7 KH
100 cc Isostar 7 KH
100 cc Extran Hypotoon 4 KH
100 cc Extran fresh 8 KH
100 cc Aquarius 7 KH
100 cc Extran Energy 15 KH
100 cc AA-drink High Energy 15 KH
100 cc AA-drink Iso Lemon 8 KH
100 cc AA-drink Isotoon 6 KH
100 gram maxim recovery bar 38 KH
1 banaan (kleine) 21 KH
1 plak ontbijtkoek 21 KH
1 krentenbol 26 KH
1 Sultana koekje 11 KH
1 Fruitkick 21 KH
1 Evergreen 12 KH
1 Mars 36 KH
1 snee brood met zoet beleg 25 KH
1 snee brood met hartig beleg 15 KH
1 snelle Jelle 45 KH

Samenvattend zijn de praktische adviezen voor insulinetherapie bij sportbeoefening de volgende:

  • Vaak bloedsuiker prikken;
  • Zo nodig extra koolhydraten nemen (zie tabel 3);
  • Bij sporten binnen 3 uur na de maaltijd de insulinedosering aanpassen, bij sporten later dan 3 uur na de maaltijd de normale dosering van de insuline nemen;
  • Niet intensief sporten bij type 1 met een bloedsuiker van > 15 mmol/l; eerst uw bloedsuikerwaarde corrigeren met insuline;
  • Door een wedstrijdelement kan uw bloedsuikerwaarde juist hoger worden. Maar deze daalt meestal nog na afloop. Wees dus voorzichtig met corrigeren;
  • Neem glucagon (Baqsimi) mee als u die hebt en/of vloeibare koolhydraten.
  • Houdt er rekening mee dat er tot 24 uur na het sporten nog een hypo kan optreden door de verhoogde insulinegevoeligheid. Ga dus niet met een te lage bloedsuiker slapen. Het kan nodig zijn dat na de inspanning de insulinedosering moet worden aangepast;
  • Drink na het sporten geen alcohol, dit verhoogt het risico op hypo’s.
  • Nuttig na het sporten een maaltijd met langzame koolhydraten, zodat het glucosegehalte geleidelijk stijgt en stabiel blijft.
  • Spuit bij sporten in het lichaamsdeel dat het minst wordt bewogen bijvoorbeeld in de buik in plaats van het been bij hardlopen.
  • Op basis van uw eigen ervaringen leert u welke voorzorgsmaatregelen voor u van belang zijn voor, tijdens en na het sporten.

Bloedsuikerverlagende tabletten

Meestal treden er bij gebruik van metformine of SGLT2-remmers bij inspanningen geen problemen op door hypo’s.
Bij gebruik van SU-preparaten zoals Glimepiride, Gliclazide, Tolbutamide kunnen hypo’s optreden. Meestal valt dit echter mee. Advies; meet je suikers voor, tijdens en na het sporten. Als je lagere bloedsuikers hebt (lager dan 7) verlaag dan je medicatie op de dag van het sporten met 50 %.

Gebruikt u andere medicatie bijvoorbeeld DPP4 remmers of GLP-1 ana-logen dan is er een zeer kleine kans op een hypo. U hoeft geen extra maatregelen te nemen. Wees wel alert op de symptomen van een hypo (zweten, hartkloppingen). Neem in dat geval extra koolhydraten.

Voor meer informatie over diabetes en sport kunt u onder andere terecht bij de Bas van de Goor Foundation:
Sportief met diabetes - Bas van de Goor Foundation (bvdgf.org)
https://www.diabetesplus.nl/sportbuddy/ 

Literatuur

Sporten en insulinegebruik
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:D5956 Linda C.A. Drenthen
Evertine J. Abbink
Dick H.J. Thijssen
Cees J. Tack
Bastiaan E. de Galan

Specialismen