Maasziekenhuis Pantein Hal boven
  1. Home
  2. Behandeling & onderzoek
  3. Verzorging van een blaaskatheter
Patiëntenfolder

Verzorging van een blaaskatheter

U heeft zojuist een blaaskatheter gekregen om de urine te laten weglopen. In deze folder leest u meer over de verzorging hiervan.

Een blaaskatheter is een soepele, holle slang waardoor urine uit de blaas kan aflopen. De katheter blijft vastzitten in de blaas door een klein ballonnetje, dat wordt opgeblazen binnenin de blaas. De katheter kan op twee manieren in de blaas worden geplaatst. De supra-pubische katheter, kortweg SPC genoemd, wordt door een arts ingebracht. Deze prikt in de onderbuik, net boven het schaambeen, rechtstreeks in de blaas. Een trans-urethrale katheter, kortweg TUC, wordt ingebracht door een verpleegkundige. De TUC gaat door de plasbuis naar de blaas. Met een TUC kunt u dus niet meer via de normale weg plassen.

Als u een katheter heeft, zijn er drie mogelijkheden om de urine op te vangen:

  1. De urine kan continu in een dag- of nachtzak weglopen (de katheter staat dan ‘open’).
  2. De katheter kan tijdelijk met een kraantje afgesloten worden (dit wordt ook wel een ‘afgedopte’ katheter genoemd). Dit betekent dat de urine in de blaas blijft totdat u aandrang krijgt. Vervolgens draait u het kraantje van de katheter open, zodat de urine weg kan lopen. Let op: de katheter dient minimaal om de drie uur open gezet te worden.
  3. Als u een afsluitbare supra-pubische katheter heeft, dan kunt u eventueel nog via de normale weg (via de plasbuis) plassen. De urine die hierna nog in de blaas blijft zitten, kunt u via het kraantje weg laten vloeien in de opvangzak of in het toilet.

Een supra-pubische katheter (SPC)

Na het inbrengen van de SPC

De urine kan na het inbrengen van de SPC de eerste paar dagen wat bloederig zijn. Ook kan de urine enkele bloedstolseltjes bevatten. Dit is normaal. We raden u aan om extra veel te drinken. Als de urine na een week nog rood ziet, neemt u dan contact op met de polikliniek Urologie.

Verzorging

Met een SPC kunt u alles doen wat u voorheen ook deed. Legt u na het wassen of douchen een ingeknipt gaasje tegen de huid en vouw dit om de SPC heen. Vervolgens zet u het met een pleister vast. De SPC wordt daarna regelmatig verwisseld. De eerste keer gebeurt dat altijd op de polikliniek Urologie. Hiervoor wordt een nieuwe afspraak met u gemaakt. Daarna is het mogelijk dat de thuiszorg bij u thuis de wissels verzorgt. U kunt de SPC ook op de polikliniek Urologie laten verwisselen.

Belangrijk

Is de SPC eruit gevallen, neemt u dan direct contact op met het ziekenhuis of de huisarts. Als u er snel bij bent, is het namelijk mogelijk om de nieuwe SPC door het bestaand kanaal te voeren. Duurt het langer dan zal de blaas en de huid zich sluiten.

Een trans-urethrale katheter (TUC)

Verzorging

Was dagelijks de huid rondom de uitgang van de katheter met lauw water, zonder zeep. Voor mannen is het ook belangrijk om onder de voorhuid zorgvuldig te wassen, dit om de TUC zoveel mogelijk bacterie vrij te houden.

Deze katheter dient u geregeld te laten wisselen op de polikliniek Urologie of door de thuiszorg. U krijgt een datum voor een afspraak mee.

Opvangen van urine bij SPC of TUC

De urine die door de katheter afloopt, komt in een opvangzak. Er zijn twee typen opvangzakken: een opvangzak voor overdag (een zogenaamde ‘beenzak’) en een opvangzak voor ’s nachts (een zogenaamde ‘bedzak’).

Overdag draagt u een kleine zak, waar een halve liter urine in kan. De opvangzak bevestigt u met een bandje met klittenband om uw boven- of onderbeen. Als de zak vol is, kunt u het kraantje aan de onderkant open zetten en de urine in een maatbeker weg laten lopen. Vanuit de maatbeker schenkt u de urine in het toilet. U laat de urine niet rechtstreeks in het toilet lopen om de kans op een urineweginfectie te verkleinen. Vergeet niet het kraantje dicht te zetten na afloop. De opvangzak voor overdag vervangt u om de zeven dagen door een nieuwe zak.

’s Nachts gebruikt u een grotere opvangzak voorzien van een langere slang, waar twee liter urine in kan. Deze sluit u aan op de dagzak. De nachtzak kunt u met behulp van een speciaal rekje aan de rand van het bed bevestigen. Zorgt u er wel voor dat de opvangzak altijd lager hangt dan uw blaas! De opvangzak voor ‘s nachts vervangt u om de zeven dagen door een nieuwe zak.

Seksualiteit

Zowel mannen als vrouwen met een katheter kunnen gemeenschap hebben. Bij een SPC geeft dit geen problemen. Vrouwen met een TUC kunnen de katheter op de buik vastplakken. Mannen met een TUC kunnen de katheter aan de penis vastplakken en een condoom om doen.

Mogelijke problemen

U kunt last hebben van:

  • lichte blaasirritatie (het gevoel dat u moet plassen);
  • blaaskramp;
  • urinelekkage langs de katheter. Dit wordt algemeen veroorzaakt door blaaskrampen.

Als er geen urine meer via de katheter in de opvangzak loopt, controleert u dan of:

  • de afvloed niet gehinderd wordt door een knik in de slang;
  • de opvangzak zich lager dan de blaas bevindt;
  • u voldoende gedronken heeft (minimaal anderhalve liter per dag).

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

Heeft u bovenstaande problemen opgelost en loopt de urine nog steeds niet af, neemt u dan contact op met de polikliniek Urologie. De poli is op werkdagen van 08.15 tot 16.15 uur bereikbaar op telefoonnummer 0485-84 53 45. Buiten kantooruren en in het weekend kunt u bellen naar de Spoedeisende Hulp, telefoonnummer 0485-84 53 31.

Hulp bij de verzorging

Als u bij de verzorging van de katheter hulp nodig heeft, kunt u in overleg met uw behandelend arts of de huisarts een beroep doen op de thuiszorg.

Nog vragen?

Heeft u nog vragen over uw katheter, stelt u deze gerust aan de uroloog of verpleegkundige. De polikliniek Urologie is op werkdagen tussen 08.15 en 16.15 uur bereikbaar via telefoonnummer 0485–84 53 45.

Specialismen